1.2.2.2 Onderscheid "gebruikelijke zorg en mantelzorg
1.2.2.3 Er is een onderscheid in Huishoudelijke Verzorging 1 (HV 1) en
Huishoudelijke Verzorging 2 (HV 2)
1.2.2.4 Enkelvoudige en meervoudige huishoudelijke verzorging1
1.2.3 Bestaande en nieuwe cliënten
1.2.4 Beslissingen m.b.t. de definitie van huishoudelijke zorg
Beslispunt HHV: Voorgesteld wordt derhalve voor de definitie van HHV aan te sluiten bij
de huidige definitie van HHV uit de AWBZ.
1.2.5 Het financieel kader overheveling HHV
1.2.5.1 Kengetallen HHV
noodzakelijk behulpzaam zijn. Soms is een persoonlijk gesprek wenselijk. In het onderzoek
wordt ook bekeken of de extra zorg binnen het gezin of eigen huishouden is te regelen
(gebruikelijke zorg). De AWBZ-zorg komt dus pas in beeld op het moment dat binnen het
gezin of eigen huishouden de noodzakelijke zorg niet op een verantwoorde manier geboden
kan worden. Het CIZ is hier in haar folder 'Zorgen voor elkaar? Natuurlijk!zeer helder over:
'Zo is er bijvoorbeeld geen sprake van A WBZ-vergoeding wanneer een zorgvraag gaat om
huishoudelijke hulp terwijl de zorgvrager een gezonde partner of andere volwassen
huisgenoot heeft
In april 2005 is het protocol Gebruikelijke zorg in werking getreden. Dit protocol vervangt het
werkdocument Gebruikelijke zorg. De status van dit protocol is dat de indicatiestellers van het
CIZ de richtlijnen dienen te gebruiken bij de vaststelling van omvang van de aanspraak op
AWBZ-zorg en de zorg die men van elkaar mag verwachten binnen het eigen gezin of
huishouden. Het bepalen van aard en omvang van gebruikelijke zorg in relatie tot een
eventuele aanspraak op zorg vanwege de AWBZ heeft alleen betrekking op de functies
Huishoudelijke Verzorging, Persoonlijke Verzorging en Ondersteunende Begeleiding. Voor
nadere informatie over dit protocol wordt verwezen naar de website www.ciz.nl.
Het ministerie van VWS hanteert de term 'Gebruikelijke zorg' als het gaat om gangbare
activiteiten op basis van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van verwanten, c.q.
huisgenoten, voor elkaar. De gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar speelt zich af
binnen de leefeenheid die een gemeenschappelijk huishouden voert. Mantelzorg is de extra
zorg - meer dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is - die mensen vrijwillig en
onbetaald verlenen aan personen in hun familie, huishouden of sociale netwerk met vrij
ernstig fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen. Mantelzorg is dus zorg die de
"gebruikelijke zorg" overstijgt.
Er wordt in het huidige systeem een onderscheid gemaakt tussen HV 1 en HV 2. De
verschillen zijn:
Ingezette niveau van medewerkers
HV 1alfahulpen
HV 2: thuiszorgmedewerkers
Aard van de werkzaamheden
HV 1alleen de echte huishoudelijke werkzaamheden
HV 2: ook organisatie van het huishouden en het verzorgen en
opvangen van kinderen
Bij HV 1 wordt verondersteld dat de cliënt in staat is tot zelfregie over de planning van de
activiteiten en dat de cliënt bereid en in staat is de werkgeversrol te vervullen.
De functie huishoudelijke verzorging is onder te verdelen in enkelvoudige en meervoudige
huishoudelijke verzorging. Enkelvoudige huishoudelijke verzorging is huishoudelijke
verzorging die niet geïndiceerd is in combinatie met andere AWBZ-functies. Mensen met een
indicatie voor enkelvoudige huishoudelijke verzorging hebben dus alléén een aanwijzing
voor huishoudelijke verzorging. Wanneer mensen naast de indicatie voor huishoudelijke
verzorging ook een indicatie hebben voor een andere AWBZ-functie - zoals persoonlijke
verzorging, ondersteunende en activerende begeleiding - spreken we van meervoudige
huishoudelijke verzorging.
De pilots huishoudelijke verzorging die door het ministerie van VWS zijn geïnitieerd moeten
aantonen dat gemeenten in staat zijn de gehele huishoudelijke verzorging - dus zowel de
enkelvoudige als meervoudige - op een verantwoorde wijze uit te voeren.
Wanneer de huishoudelijke verzorging overgaat naar de gemeente krijgen we te maken met
bestaande cliënten uit de AWBZ en nieuwe cliënten. De rechten die de bestaande cliënten
hebben op basis van hun AWBZ-indicatie blijven - zoals het er nu naar uitziet - geldig tot
maximaal een jaar na inwerkingtreding van de Wmo (de zogenoemde 'respecterende
werking'). Voor deze cliënten heeft de gemeente dus slechts de plicht zorg te dragen voor het
verstrekken van de geïndiceerde zorg, gedurende de looptijd van de indicatie.
Daarnaast krijgen we te maken met nieuwe aanvragers. Mensen die een aanvraag indienen
voor huishoudelijke verzorging zullen na inwerkingtreding van de Wmo bij de gemeente
aankloppen. Voor deze nieuwe cliënten moeten we dus een aanvraagprocedure en een
indicatieprocedure gereed hebben en een verordening die dat regelt; bovendien moeten we
afspraken maken over de realisering van de hulp. In de verordening moeten ook zaken
geregeld zijn als eigen bijdragen en eventueel het PGB.
In theorie is het denkbaar dat de Gemeente Leeuwarden een geheel eigen definitie gaat
ontwerpen en gaat hanteren voor HHV. Echter de huidige praktijk is een volledig
uitgekristalliseerd activiteitenpakket, waarbij door het protocol "gebruikelijke zorg" ook
volop de leden van de eigen leefeenheid worden ingezet.
In de Wmo worden gemeenten financieel verantwoordelijk. Onduidelijk is of op de langere
termijn de middelen die toegevoegd worden aan het gemeentefonds gelijke tred zullen gaan
Het ministerie van VWS heeft in een brief van 27 april 2005 aan de VNG laten weten dat in beginsel de gehele
huishoudelijke zorg onder de verantwoordelijkheid van gemeenten komt, mits met pilots de zorgvuldigheid van
de overgang is aangetoond (Ministerie VWS, 27 april 2005, kenmerk DVVO-U-2581632);Dit voornemen wordt
nog eens bevestigd in de beantwoording (2e kamersstuk 30133-29) op 10 oktober 2005 van de 2e Kamervragen
over de Wmo en de brief van 21 oktober 2005 (kenmerk DWO-U-2626388) over de uitkomsten van het
onderzoek pilots HHV