1.2.5.2 Objectief verdeel model
1.2.5.3 Hogere zorgconsumptie HHV, tegen lagere kosten
1.2.5.4 Prognose
Tabel budget volgens objectief verdeelmodel
2. Eigenbijdrageregeling en inkomens afhankelijkheid
2.1 Inkomensgrenzen en eigenbijdrageregelingen WVG
houden met de toenemende zorgvraag, de demografische ontwikkelingen en de
technologische mogelijkheden. In ieder geval worden in deze kabinetsperiode de AWBZ-
middelen voor huishoudelijke verzorging 'schoon aan de haak' overgeheveld naar de Wmo.
De overgang van de historische verdeling naar een objectief verdeelmodel moet na invoering
van de Wmo in maximaal vier jaar zijn beslag krijgen. De macro uitgaven Wmo wil het
Kabinet laten monitoren door een onafhankelijke derde instantie, die een bindend advies kan
geven over de aanpassing van het macro budget.Veel factoren kunnen de kosten beïnvloeden.
Onderwerpen die de Raad voor de financiële verhoudingen in de monitor vindt passen, zijn:
- de werking van de indexatie en de verdeling van de middelen;
de ontwikkeling van de uitgaven voor Wmo-voorzieningen;
factoren die de groei van de uitgaven beheersen;
- beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare risico's, waarbij vooral aandacht nodig is voor de
invloed van omgevingsfactoren, zoals de gevolgen van het rijksbeleid en
ontwikkelingen in de zorg;
- mogelijk afwentelinggedrag tussen gemeenten, zorgaanbieders en verzekeraars;
de hoogte van invoerings- en uitvoeringskosten;
- uitgaven aan experimenten door gemeenten;
- administratieve lasten, zeker in relatie tot opbrengst van eigen bijdragen;
omvang van de bureaucratie;
- werking van de markt (goedkoop inkopen, Europees aanbesteden) in relatie tot
samenhang in de zorg;
- aanbod van vrijwilligers en mantelzorgers;
- werking van prikkels om het gebruik zo klein mogelijk te houden;
- relatie inkomen en eigen bijdragen.
Een knelpunt in de voorbereidingen van gemeenten op de komst van de Wmo was dat tot voor
kort niet goed duidelijk was wat de precieze omvang van de huishoudelijke verzorging is op
lokaal niveau. Sinds 22 november 2005 beschikken we nu wel over meer gedetailleerde
kengetallen op lokaal niveau (zie bijlage 5). Het is nu wel duidelijk hoeveel uren er
huishoudelijke verzorging wordt geboden binnen de gemeentegrenzen en hoeveel mensen
(leefeenheden in jargon) dit betreft. In Leeuwarden ging het in 2004 om 2944 personen die
HHV ontvingen. Ook is nu bekend hoeveel mensen in de Gemeente Leeuwarden via een PGB
zelf huishoudelijke verzorging inkopen, dat was in 2004 een aantal van 263. Dat is 9 van
het totaal aantal gebruikers HHV. Dit percentage is ongeveer twee keer zo hoog als we dit
vergelijken met het percentage PGB van de WVG.
Wat verder opvalt is het gegeven dat in de Gemeente Leeuwarden het aantal HHV zorguren
per 1000 inwoners van ouder dan 65 jaar, zo'n 13% hoger ligt dan het landelijk gemiddelde
(tabel 4). De totale uitgaven HHV liggen echter beneden het landelijk gemiddelde (zie hierna
bij de paragraaf "Prognose"). Dit is te verklaren uit het feit dat het aandeel HHV alphahulp-
uren in de Gemeente Leeuwarden 51% boven het landelijk gemiddelde ligt (tabel 4). Met
andere woorden in Leeuwarden wordt er in totaal meer uren HHV geleverd tegen lagere
kosten. De HHV Euro is hier dus een daalder waard. Het uurtarief alpha hulp is 14,10. Het
uurtarief HV2 bedraagt 26,30
In het kemrapport Wmo (bijlage 5) is een prognose opgenomen van de ontwikkeling van de
bevolking. De toekomstige vraag naar HHV hangt onder meer samen met de groei van de
- 10-
bevolking. Het aandeel ouderen in de Gemeente Leeuwarden neemt toe (ijkpunten 2010 en
2015, tabel 2 bijlage 5), maar de stijging blijft binnen de marge van de gemiddelde stijging in
Nederland. De uitgaven HHV (kosten minus opbrengst eigen bijdragen) over 2004 bedroegen
5.604.100. Terwijl het budget volgens het objectief verdeel model op 6.462.500 zou
uitkomen (tabel 6, bijlage 5), dat is dus een verhoging van 858.400,=
De overige uitgaven van over te hevelen regelingen (oa de dure woningaanpassingen WVG)
bedroegen in 2004 899.600,=. Volgens het objectief verdeel model zou dat uitkomen op
775.400= een vermindering dus met 124.200= De uitgaven HHV en overig komen
volgens het objectief verdeelmodel totaal 734.200,= hoger uit dan volgens het historisch
verdeelmodel. In schema ziet het voorgaande er als volgt uit in de tabel budget volgens
objectief verdeelmodel:
Historisch in
Objectief in
verschil
HHV 2004
5.604.100,=
6.462.500,=
858.400,=
Overig 2004
899.600,=
775.400,=
-124.200,=
Totaal
6.503.700
7.237.900,=
+734.200,=
In het jaar 2004 lag het niveau van verleende HHV landelijk ongeveer 30% lager dan de
voorgaande jaren, als gevolg van 2 centrale maatregelen. De eigen bijdrage werd fors
verhoogd. En het landelijke protocol voor de indicatiestelling werd aangescherpt, onder meer
met het protocol voor gebruikelijke zorg. Daarin wordt uitgebreid voor allerlei voorkomende
situaties beschreven wat onder gebruikelijke zorg wordt verstaan".
Tenminste de eerste 3 jaar zal het budget voor HHV worden vastgesteld op basis van de
historische grondslag. Op grond van deze becijferingen kan gesteld worden dat Leeuwarden
op basis van de historische gegevens voorlopig met de gelden voor HHV uit de voeten kan.
De eerste exercities met het objectieve verdeelmodel lijken voor Leeuwarden niet ongunstig
uit te pakken. Gelet op de ervaringen met de Wwb is echter uiterste waakzaamheid geboden
bij de verdere uitwerking van het objectieve verdeelmodel.
Dit onderwep is behandeld in paragraaf 1.1.7. Overigens kan hierover het volgende nog
worden opgemerkt: Bij het vaststellen van het recht op voorzieningen mag de gemeente in
beperkte mate inkomensgrenzen stellen en eigen bijdragen opleggen. De wetgever heeft
destijds de mogelijkheid om eigen bijdragen op te leggen en eigen betalingen te vragen
ingevoerd als instrument tot kostenbeheersing. De tweede landelijke evaluatie van de Wvg
toonde echter aan, dat dit instrument nauwelijks werkte. Dit werd bevestigd door de
ervaringen in Leeuwarden. Voor een aantal voorzieningen was op grond van de oude
verordening boven een bepaald inkomen (1,5 maal bijstandsniveau) een eigen bijdrage
2 Gebruikelijke zorg is per definitie zorg waarop geen aanspraak bestaat vanuit de AWBZ. Het is de normale,
dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze
als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid
hebben voor het functioneren van dat huishouden. Gebruikelijke zorg is ook alleen aan de orde als er een
leefeenheid is die een gezamenlijk huishouden voert. Uitwonende kinderen vallen hier dus buiten.