3.2 HHVen PGB 3.2.1 Keuze tussen een PGB of zorg in natura HHV 3.2.2 Zorg in natura HHV 3.2.3 Persoonsgebonden budget (PGB) en HHV 3.3 Wanneer spreken we van vraagsturing? 3.4 Organisatie van de vraagsturing minimale verantwoordingsplicht. Met het PGB kan bij een leverancier naar keuze een hulpmiddel worden aangeschaft. Op het moment dat een cliënt een indicatietraject heeft doorlopen heeft hij de mogelijkheid om bij een groot aantal AWBZ-functies te kiezen voor zorg in natura of een persoonsgebonden budget. Zorg in natura houdt in dat men zorg ontvangt van de reguliere zorginstellingen. Via een persoonsgebonden budget kan men zelf bepalen op welke wijze men de zorg wil organiseren. Men krijgt een vastgesteld geldbedrag om de zorg naar eigen inzicht in te kopen. In 2004 werd van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door 263 HHV aanvragers, dat is zo'n 9 van het totaal HHV gebruikers in 2004. Het is ook mogelijk om een gedeelte van de zorg in te kopen via een PGB en een ander gedeelte in natura te ontvangen. Zo kan men bijvoorbeeld dagbesteding krijgen in natura via een zorgaanbieder en huishoudelijke verzorging via een PGB. Indien een cliënt kiest voor zorg in natura dan ontvangt deze cliënt zorg die wordt geleverd door een zorgaanbieder, bijvoorbeeld een thuiszorgorganisatie. Deze zorgaanbieder regelt dat er een zorgverlener aanwezig is en regelt de administratie rondom de zorgverlening. De cliënt krijgt de zorg, behalve eventuele eigen bijdrage, zonder kosten (in natura) geleverd. Er worden afspraken gemaakt over de manier waarop de zorg wordt verleend. De cliënt kiest zelf zijn zorgaanbieder. Meestal wordt dat bij de indicatiestelling al gevraagd. Het CIZ stuurt dan het indicatiebesluit ook naar de zorgaanbieder die de cliënt prefereert. Indien er bij de desbetreffende zorgaanbieder een wachtlijst bestaat dan zal het zorgkantoor ervoor moeten zorgen dat er zo lang een goed alternatief wordt geboden: 'second best option'. Op dit moment kennen de thuiszorgorganisaties geen of nauwelijks nog wachtlijsten. Het voordeel voor cliënten bij de keuze voor zorg in natura is dat zij nauwelijks met administratieve handelingen te maken krijgen. De cliënten krijgen steeds minder met wisselende personeelsleden te maken heeft en de tijden waarop de zorg geleverd wordt vindt in toenemende mate plaats na overleg met de cliënt. Wanneer een cliënt zelf de zorgverlening wil organiseren is een PGB een uitstekend instrument. Een cliënt kiest vaak voor een PGB omdat hij of zij iemand in de directe omgeving kent die de zorg kan leveren. Of omdat men zelf de dagen en tijden wil afspreken waarop de zorgverlener komt. Veel mensen met een PGB waarderen bovendien dat ze met een vaste zorgverlener werken die ze zelf kiezen. Vaak is dit een bekende, zoals een buurvrouw of kennis, maar men kan ook een zorgaanbieder inhuren. Kiezen voor een PGB betekent ook dat cliënten een aantal verantwoordelijkheden heeft. Zo zal men zelf op zoek moeten gaan naar hulpverleners, zelf afspraken moeten maken met hulpverleners en overeenkomsten sluiten, zelf de hulpverleners uitbetalen en de financiële administratie bijhouden. Naast het gegeven dat men zorgvrager is is men dus ook opdrachtgever of werkgever. - 14- Het begrip vraagsturing komt voort uit de vrije-markt- theorie: de klant stuurt met zijn vraag en geld het aanbod en de aanbieder. De aanbieder levert vervolgens producten en/of producten van goede kwaliteit, tegen een juiste prijs. Is dit niet het geval, dan gaat de klant naar een andere aanbieder. Er is sprake van vraagsturing als: De klant beschikt over middelen om te krijgen wat hij nodig heeft om zijn doel te realiseren. De klant voert de regie. De middelen die een klant nodig heeft om te sturen zijn: koopkracht, een rechtspositie, informatie, sociale vaardigheden en keuzemogelijkheden. Wederkerigheid, gelijkwaardigheid en wederzijds respect Het is een wijdverbreid misverstand, maar vraagsturing is niet: u vraagt en wij draaien! Vraagsturing betekent samenwerken aan goede dienstverlening. Bij vraagsturing is de relatie tussen vrager en aanbieder gebaseerd op wederkerigheid, gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Voorwaarden voor vraagsturing Er zijn vier voorwaarden om vraagsturing in de collectieve dienstverlening te doen functioneren. 1Sterke klanten. Dit betekent dat de klant: onafhankelijk is, bijvoorbeeld door een goede rechtspositie, koopkrachtig is, bijvoorbeeld door de inzet van een persoonsgebonden budget, weet wat hij wil en keuzemogelijkheden heeft. 2Divers aanbod. Dit vereist: meerdere aanbieders van producten en diensten in dezelfde plaats of regio, diversiteit in het aanbod van producten en diensten en flexibiliteit in de uitvoering. 3 Transparantie van vraag en aanbod. Vraagsturing werkt alleen wanneer de vraag naar en het aanbod van producten en diensten bekend zijn. Dit betekent dat: de aanbieder inzicht heeft in de wensen en behoeften van de klant en de klant inzicht heeft in het aanbod en de inhoud van de producten en diensten, de prijs, de kwaliteit en de beschikbaarheid. 4Marktregulering. De markt van collectieve diensten is geen open, evenwichtige markt. De vragers van diensten zitten meestal in een afhankelijke positie. Dit betekent dat verschillende maatregelen noodzakelijk zijn om vraagsturing nuttig en effectief te gebruiken. Dit vraagt van de overheid een actieve rol ten aanzien van: het bevorderen van transparantie van vraag en aanbod, het opzetten van steunstructuren voor klanten, het ondersteunen van cliëntenorganisaties, consumentenrecht en het bewaken van eerlijke concurrentie. Op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning wordt de gemeente Leeuwarden straks verantwoordelijk voor het bieden van professionele zorg, hulp en/of begeleiding aan inwoners die dit nodig hebben. Voor het aanbieden van de geïndiceerde producten en/of diensten aan de klant kan de gemeente Leeuwarden gebruik maken van: aEen persoonsgebonden budget. bVouchers. cZorg in natura, op basis van een (Europese) aanbestedingsprocedure waarbij aan een beperkt aantal aanbieders óf aan meerdere aanbieders wordt gegund. dEen combinatie van de bovengenoemde varianten. - 15 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2006 | | pagina 218