4
8
♦Mil >4
subsidie alsnog worden ingetrokken en eventueel worden te
ruggevorderd
Met het oog op de uitbetaling van de subsidie is het van
belang te weten wanneer het project is voltooid (lid 3)
In dit lid is opgenomen dat het college bij de gereedmel-
ding een accountantsverklaring kan vragen. Deze bepaling is
algemeen geformuleerd omdat in beginsel het college de be
voegdheid moet hebben om bij iedere gereedmelding een der
gelijke verklaring te eisen. In ieder geval zal een accoun
tantsverklaring worden gevraagd bij grotere projecten waar
voor een lening is verstrekt van meer dan 50.000,-. Ook
als niet op basis van artikel 13 al bij de subsidieverle
ning de verplichting tot het overleggen van een accoun
tantsverklaring is opgelegd, bestaat de bevoegdheid om bij
de gereedmelding een dergelijke verklaring te vragen.
In het vijfde lid is nog eens expliciet bepaald dat afwij
kingen van het goedgekeurde restauratieplan moeten worden
vermeld. Deze kunnen voor de vaststelling van de definitie
ve hoogte van de restauratiehypotheek slechts worden meege
rekend als tijdens de uitvoering toestemming voor die af
wijkingen is verleend (artikel 8, vierde lid).
Omdat de gemeente controle moet kunnen uitoefenen, moeten
de rekeningen en betalingsbewijzen gedurende 5 jaar be
schikbaar worden gehouden (lid 7).
Artikel 15 Beslissing op de gereedmelding; vaststelling
definitieve hoogte restauratiehypotheek
De vaststelling dient om de hoogte van de restauratiehypo
theek definitief te bepalen op basis van de uitvoering van
het project. Indien het college instemt met de aanvraag tot
vaststelling en uitbetaling, stelt het de hoogte van de
restauratiehypotheek vast overeenkomstig artikel 4:46 van
de AwbArtikel 4:46 Awb noemt in lid 2 de gronden om de
subsidie lager vast te stellen. Dit artikel voegt daar een
uitdrukkelijke grond aan toe: het niet naleven van het bij
of krachtens de verordening gestelde. Lager vaststellen k.
houdt ook de mogelijkheid in om, indien de gereedmelding
daartoe aanleiding geeft, de subsidie vast te stellen op
nul
Bij de vaststelling kan de hypotheek lager uitvallen dan
bij de verlening. Dit kan bijvoorbeeld omdat de werkelijke
kosten lager waren dan de geraamde.
De subsidie kan in beginsel niet hoger worden vastgesteld
dan bij de verlening. Het vijfde lid bevat hierop een uit
zondering. Dit lid heeft betrekking op kosten die bij het
verlenen van de subsidie niet voorzienbaar waren. Deze kos
ten kunnen slechts voor subsidie in aanmerking komen als
het college hiervoor vooraf toestemming heeft gegeven. Deze
voorafgaande toestemming kan juridisch worden gekwalifi
ceerd als een wijziging (verhoging) van de subsidieverle
ning, in casu de verlening van de restauratiehypotheek.
Artikel 16 De intrekking, wijziging en terugvordering van
de restauratiehypotheeklening.
De vaststelling dient om de hoogte van de restauratiehypo
theek definitief te bepalen op basis van de uitvoering van
het project. Indien het college instemt met de aanvraag tot
vaststelling, stelt het de hoogte vast overeenkomstig arti
kel 4:46 van de Awb. Artikel 4:46 Awb noemt in lid 2 de
gronden om de subsidie lager vast te stellen. Dit artikel
voegt daar een uitdrukkelijke grond aan toe: het niet nale
ven van het bij of krachtens de verordening gestelde. Lager
vaststellen houdt ook de mogelijkheid in om, indien de ge
reedmelding daartoe aanleiding geeft, de subsidie vast te
stellen op nul. De intrekking van de hypotheek
Paragraaf 4 Slot- en overgangsbepalingen
In deze paragraaf zijn drie bepalingen (artikelen 17; 18 en
19) opgenomen die beogen de toepassing van de verordening
zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Ieder van deze bepalingen heeft een eigen beperkte beteke
nis. Het lijkt zinvol deze bepalingen hier in onderlinge
samenhang te bespreken omdat daardoor de reikwijdte en ei
gen betekenis van ieder der bepalingen goed kan worden be
licht
Daarbij moet overigens worden opgemerkt dat subsidiering
uit een revolving fund beperktere mogelijkheden geeft tot
individuele correcties dan subsidiering a fonds perdu. In
het laatste geval kan een verhoging van het subsidiepercen
tage in sommige gevallen een probleem verhelpen. Bij revol
ving fund financieringen ligt dat moeilijker vooral omdat
het voortbestaan van het revolving fund uitgaat van een
regelmatige voeding uit rente en aflossingen.
Artikel 17 Bijzondere gevallen
Dit artikel gaat om gevallen waarin de verordening niet
voorziet. Deze bepaling heeft daarom per definitie geen
betekenis voor het in de verordening geregelde. Als het
college wordt geconfronteerd met een volkomen nieuwe ont
wikkeling of een nieuw initiatief dat niet valt onder deze
verordening maar wel evident van betekenis is voor de monu
mentenzorg dan kan het op basis van deze bepaling actie
ondernemen. Omdat aan dit soort nieuwe ontwikkelingen door
gaans financiële gevolgen verbonden zullen zijn zal de ge
meenteraad moeten worden ingeschakeld via de beschikbaar
stelling van budget (artikel 1.4)Het ligt in de rede dat
voor het nieuwe initiatief - als het enige omvang en alge
mene betekenis heeft - nadere regels zullen worden opge
steld, die dan in deze of een aparte verordening zullen
moeten worden opgenomen.
Artikel 18 Hardheidsclausule
Ook de hardheidsclausule heeft een eigen en beperkte bete
kenis: indien de toepassing van de regeling tot evidente
onbillijkheden zou leiden mag van de regeling afgeweken
worden. Een hardheidsclausule kan slechts in bijzondere
9