Samenvatting
In 2004 heeft de gemeenteraad van Leeuwarden een motie aangenomen
waarin zij een onderzoek wenselijk acht naar de lokale lastendruk van de
gemeente. De begeleidingscommissie raadsonderzoek Lokale lasten heeft
vervolgens bezien hoe dit onderzoek het beste kon worden uitgevoerd. Deze
commissie heeft nadien het daadwerkelijke onderzoek begeleid, dat in de
tweede helft van 2005 is uitgevoerd. Deze rapportage is de
onderzoeksrapportage, die naar aanleiding van het onderzoek is opgesteld.
Hierna zullen in navolging van de motie nog een tweetal
onderzoeksrapportages volgen: een rapportage over afvalstoffenheffing en
een rapportage over grafrechten. Voor dit onderzoekonderdeel is de volgende
probleemstelling geformuleerd:
Welke oorzaken liggen ten grondslag aan de hoogte van de huidige OZB
in Leeuwarden?
Om antwoord te geven op deze probleemstelling is Leeuwarden vergeleken
met twee andere gemeenten. Deze gemeenten moesten een vergelijkbaar
inwoneraantal hebben, een vergelijkbare centrumfunctie vervullen, maar een
afwijkend (lager) OZB tarief. Het tarief kon dan immers niet verklaard worden
door de centrumfunctie die Leeuwarden vervult. Aldus zijn Alkmaar en
Deventer geselecteerd. In absolute termen kunnen de volgende OZB
inkomsten worden gepresenteerd (excl. rioolrecht).
2004
Op
begrotingsbasis
Leeuwarden
Alkmaar
Deventer
OZB sec
23.951.389
18.995.000
17.727.000
Omdat een afwijkend OZB tarief zowel door de overige opbrengsten als door
de uitgaven verklaard kan worden, zijn deze beide componenten van de
exploitatie geanalyseerd. Zo zijn de opbrengsten per hoofdfunctie, maar ook
per categorie vergeleken en ook aan de lastenkant zijn deze vergelijkingen
gemaakt. Dit leidde tot een complex van verklaringen welke nader
geanalyseerd moesten worden. Zo zijn de kostenplaatsen, het rendement uit
eigen vermogen, de personele lasten, maar ook de algemene uitkering nader
geanalyseerd. Complicerend daarbij was, dat de vergelijking tussen
Leeuwarden en Alkmaar weer andere factoren aan het licht bracht dan de
vergelijking tussen Leeuwarden en Deventer. Toch konden een drietal
factoren benoemd worden, welke in beide vergelijkingen een verklaring
konden vormen voor het hogere OZB tarief: de inkomsten uit grondexploitatie,
de uitgaven op sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening en
het saldo op milieu. Aangezien het additionele onderzoek naar de
afvalstoffenheffing met name op deze laatste zal ingaan, is deze factor in dit
onderzoeksonderdeel buiten beschouwing gelaten.
OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten
4
De factor grondexploitatie en sociale voorzieningen en maatschappelijke
dienstverlening zijn nader geanalyseerd. Daarbij zijn ook via vraaggesprekken
de meest recente inzichten aan de orde gekomen en is de planning en control
functie doorgelicht.
Deze verdere analyse liet inderdaad zien, dat Leeuwarden relatief minder
rendement genereert uit haar grondexploitaties. De verklaring hiervoor werd
doorgaans gezocht in het gegeven dat Leeuwarden relatief goedkopere
woningen bouwt, met als gevolg dat ook de gronden minder opbrengen. Aan
de andere kant werd wel gesteld dat Leeuwarden ook bij vergelijkbare kavels
minder voor haar grond kan vragen. De volgende tabel kan gegenereerd
worden:
Bouwgrondexploitatie
jaarrekening 2004
in euro
Leeuwarden
Alkmaar
Deventer
Lasten
25.732.230
43.160.000
52.982.000
Baten
20.387.685
48.176.000
52.928.000
Saldo
- 5.344.545
5.016.000
-54.000
Ook op sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening geeft
Leeuwarden meer uit dan de andere twee gemeenten. Uiteraard ontvangt zij
in het kader van werk en inkomen en zorg en opvang ook meer
doeluitkeringen, maar deze doeluitkeringen kunnen de extra uitgaven niet
compenseren. Overigens hangt het negatieve saldo van Leeuwarden niet
direct samen met het totaal aantal uitkeringsgerechtigden: Alkmaar kent
namelijk een nagenoeg gelijk aantal uitkeringsgerechtigden als Leeuwarden.
Wel kan gesteld worden dat de extra uitgaven worden gepleegd op de
functies die met inkomensoverdrachten samenhangen en niet zozeer op de
functie die gemoeid zijn met zorg en opvang. Het relatief grote aantal
bijstandsgerechtigden is een verklaring voor deze additionele uitgaven. Deze
laatste groep kost relatief veel geld in termen van ambtelijke capaciteit.
Men kan echter niet zonder meer stellen dat de extra sociale voorzieningen
die Leeuwarden biedt, een verklaring vormen voor de lastendruk. Leeuwarden
ontvangt immers ook meer vanuit het gemeentefonds om juist deze
additionele lasten te kunnen dekken. De totale extra inkomsten vanuit het
gemeentefonds bedragen ongeveer 10 min. en zijn voldoende om de extra
lasten af te dekken. Zo geredeneerd zouden dus extra OZB inkomsten nodig
zijn om negatieve saldi elders af te dekken. Aan de andere kant is de
algemene uitkering te beschouwen als algemeen dekkingsmiddel en kan niet
zonder meer gerelateerd worden aan een bepaalde hoofdfunctie. De vraag
rees, in hoeverre de extra inkomsten vanuit het gemeentefonds direct
OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten 5
BBBEEiSBSHSf