hier wordt soms de OZB voor gebruikt. Deze oorzaken hangen samen met de manier waarop de planning en control functie verankerd is in de organisatie. Dit soort oorzaken zijn soms moeilijk te achterhalen, maar kunnen de besluitvorming ten aanzien van een begroting en de uiteindelijke hoogte van de OZB in zeer hoge mate bepalen. De volgende deelvragen werden geformuleerd: 1. Welke gemeente van vergelijkbare omvang verschilt significant van Leeuwarden in de hoogte van OZB? 2. Welke lasten maakt de gemeente Leeuwarden voor welke voorziening en welke lasten maakt een vergelijkbare gemeente voor deze voorzieningen? 3. Welke overige inkomsten (buiten OZB) genereert Leeuwarden en welke overige inkomsten genereert een vergelijkbare gemeente? 4. Welke andere oorzaken zijn te achterhalen om de verschillen in OZB tussen Leeuwarden en de vergelijkbare gemeente te verklaren? OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten 10 2. De Resultaten Algemeen Het onderzoek is in de voorfase op 9 augustus van start gegaan. Een aantal criteria voor de vergelijking zijn geformuleerd. Zo zullen de gemeenten waarmee de vergelijking wordt gemaakt van een gelijk inwoneraantal moeten zijn en een centrumfunctie moeten vervuilen. Daarnaast zullen de gemeenten het liefst een lager OZB tarief moeten hanteren. De onderzoekslogica is daarbij, dat een ander OZB tarief niet geheel verklaard mag worden vanuit de andere functie die een gemeente vervult. Het feit dat bijvoorbeeld een hoger voorzieningenniveau in het kader van een centrumfunctie een bepalende factor kan zijn voor een hoger OZB tarief, gaat immers voorbij aan mogelijke andere factoren die invloed kunnen hebben op de hoogte van het OZB tarief. De gemeenten dienen dus qua functie vergelijkbaar te zijn. Het voorzieningenniveau mag uiteraard verschillen aangezien hier vermoedelijk een oorzaak ligt voor een afwijkend OZB tarief. Dit geldt evenzeer voor het voorzieningenniveau dat zich richt op een bepaalde economische doelgroep. Een eerste analyse komt dan uit op Deventer. Deze gemeente telt begin 2005 89.142 inwoners, tegenover Leeuwarden met 91.354. Deventer scoort op woonaantrekkelijkheid, bereikbaarheid voor werknemers, concentratie dienstensector, bereikbaarheid dienstensector, aantal en kwaliteit culturele voorzieningen, zeer vergelijkbaar met Leeuwarden (Atlas gemeenten, 2005) en kan daarmee een vergelijkbare centrumfunctie worden toegedicht. Als tweede gemeente kan aan Alkmaar worden gedacht. Alkmaar kent begin 2005 94.700 inwoners en vervult evenzeer een vergelijkbare centrumfunctie. Het begrip centrumfunctie kan verder uitgewerkt worden over een aantal andere variabelen, welke samen het voorzieningenniveau bepalen. Te denken valt hierbij aan het aantal sportaccommodaties, bioscoopgelegenheden, afvalbrengplaatsen, etc. Een weergave van deze variabelen geeft het volgende beeld: OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2006 | | pagina 244