sterkere onttrekking aan de reserves. Feitelijk houdt de overgang van een
functionele naar een categoriale indeling een verschuiving in van baten naar
onttrekkingen. Het totaal blijft evenwel gelijk.
De post kostenplaatsen vertekent het beeld enigszins, aangezien
Leeuwarden deze post heeft kunnen doorboeken naar de andere
opbrengstcategoriën. Inkomsten die over de kostenplaatsen binnenkomen
(niet zijnde interne verrekeningen), zijn soms als doeluitkering te
beschouwen, maar worden meestal vanuit de financiële functie of vanuit de
grondexploitaties gegenereerd. Een nadere analyse leert, dat de
kostenplaatsen voor Alkmaar en Deventer vrijwel geheel uit
grondexploitatiebaten bestaan.
Als de bovenstaande tabel nu geanalyseerd wordt, valt op, dat de
constatering dat Leeuwarden minder inkomsten uit grondexploitatie
genereert, stand houdt. Het eerste voordeel van een categoriale indeling is
namelijk, dat deze inkomsten separaat worden vermeld. Leeuwarden
genereerde in 2004 op het eerste oog zo'n 6 miljoen euro meer vanuit de
grondexploitatie dan Alkmaar en 12,5 min. meer dan Deventer. Indien
rekening wordt gehouden met de kostenplaatsboekingen, genereert
Alkmaar 18 min. meer en Deventer 36 min. meer uit grondexploitaties.
Het tweede voordeel van een categoriale indeling is, dat ook de algemene
uitkering en de belastingen separaat worden vermeld. Belastingen en
algemene uitkering waren in de functionele indeling nog samengevoegd,
zodat de oorzaak van de afwijking niet inzichtelijk was. Een hogere
opbrengst kon immers zowel door de belastingen als door de algemene
uitkering veroorzaakt worden of door één van deze twee. De tweede tabel
laat nu zien, dat zowel de belastingen als de algemene uitkering in
Leeuwarden hoger liggen dan in Alkmaar en Deventer. De hogere belasting
vindt dus niet haar grondslag in het compenseren van een lagere algemene
uitkering. Nu compliceert het feit, dat Leeuwarden, Alkmaar en Deventer
verschillende definities hanteren van het begrip belasting. Leeuwarden
boekt hier de OZB, de rioolrechten en de hondenbelasting onder. De
overige heffingen worden geboekt onder rechten, leges en retributies.
Alkmaar boekt onder belastingen de hondenbelasting, de precario, de
reclameleges en de OZB. Alle andere heffingen worden geboekt onder
rechten, leges en retributies. Deventer boekt onder belastingen OZB,
hondenbelasting, precario, toeristenbelasting, forensenbelasting,
baatbelasting, etc. Deze laatste gemeente boekt onder overige opbrengsten
ook de leges, hetgeen het beeld verstoort. Toch lijkt de stelling
gerechtvaardigd, dat Leeuwarden ook in totaal meer belasting heft dan de
andere twee gemeenten: zowel onder belastingen als onder rechten, leges
en retributies werd door Leeuwarden meer inkomsten gegenereerd.
OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten
16
Ook in deze tabel vallen de doeluitkeringen op. Op deze doeluitkeringen
genereert Leeuwarden fors meer dan Alkmaar en Deventer.
Eigen vermogen
Opvallend zijn de posten dividend en aandelen. Leeuwarden verdiende in
2004 bijna 6 min. euro aan dividend, maar slechts 123.000 euro aan
aandelen. Alkmaar verdiende niets aan dividend, maar 15,3 min. euro aan
aandelen. Deventer genereerde de minste inkomsten op deze posten. Dit
gegeven wekt de nieuwsgierigheid naar het eigen vermogen op, aangezien
via het eigen vermogen de meeste "winst" kan worden gegenereerd op de
posten dividend en aandelen.
In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van het eigen vermogen
t van de drie gemeenten per 31 december 2004.
- Overzicht eigen vermogen
Leeuwarden
Alkmaar
Deventer
Algemene reserves
21.280.000
9.800.000
1.548.000
Bestemmingsreserves
voor egalisatie van tarieven
0
3.200.000
10.100.000
overige bestemmingsreserves
59.250.000
64.830.000
79.383.000
Resultaat na bestemming
14.058.000
1.600.000
4.569.000
Totaai
94.588.000
79.430.000
95.600.000
De totale omvang van het eigen vermogen in de gemeente Leeuwarden en
Deventer is ongeveer gelijk. Alkmaar heeft een iets lager eigen vermogen.
De verdeling van het eigen vermogen over de verschillende reserves en het
resultaat is verschillend. Zo valt op dat Leeuwarden een aanzienlijke
algemene reserve heeft. De algemene reserve van Deventer is veertien
keer kleiner. Omgekeerd zijn de egalisatiereserves in Deventer veel hoger
l| dan in Leeuwarden. In Leeuwarden is deze reserve zelfs volledig op nul
gezet (met een gelijke ophoging van de voorzieningen), een en ander als
gevolg van het nieuwe Besluit Begroting en Verantwoording. Ook de
overige bestemmingsreserves zijn in Deventer groter dan in Leeuwarden.
De gemeente Alkmaar neemt steeds een tussenpositie in. Dat geldt echter
niet voor het resultaat na bestemming. Dit is het laagste in de gemeente
Alkmaar. Het resultaat na bestemming is het hoogste in Leeuwarden. Dit
maakt tevens, dat het bovenstaande beeld minder representatief is:
Leeuwarden heeft het aanzienlijke rekeningresultaat over 2004 toegevoegd
aan het eigen vermogen. Deze toevoeging heeft pas plaats kunnen vinden
bij de vaststelling van de jaarverantwoording 2004 en de bestemming van
het resultaat. Voor dit tijd kende Leeuwarden een totaal eigen vermogen dat
ongeveer 10 min. lager lag dan Deventer en iets hoger lag dan Alkmaar.
Uitgaande van de gedachte dat rendement met name uit eigen vermogen
wordt gegenereerd, had Leeuwarden dus lange tijd minder mogelijkheden
OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten
17