dan Deventer. Aan de andere kant blijft Alkmaar positief uit de vergelijking
springen.
De gemeente Alkmaar heeft niet alleen in absolute zin, maar ook in
vergelijking tot het balanstotaal het laagste eigen vermogen. Uitgedrukt in
een percentage bedraagt het eigen vermogen 19 procent van het
balanstotaal. In Deventer is dit percentage het hoogst, namelijk 29 procent.
Leeuwarden zit hier dicht tegenaan met 26 procent. Leeuwarden heeft dus
minimaal net zoveel mogelijkheden om inkomsten uitfinancieringen te
genereren als Alkmaar en het is dus opmerkelijk dat deze inkomsten niet
worden gegenereerd. Navraag bij Alkmaar leert evenwel, dat het hier om
een eenmalige verkoop in 2004 is gegaan en dat deze inkomsten geen
structureel karakter kennen.
Lokale belastingen
Er zijn verschillende belastingen die een gemeente kan heffen en een
nadere analyse van deze belastingen lijkt raadzaam om te bezien welke
belastingen nu verantwoordelijk zijn voor de verschillen. Dit geldt temeer
aangezien de verschillende gemeenten verschillende definities van
belastingen aanhouden.
Bij het traceren van de OZB compliceert het feit, dat in Leeuwarden tot en
met 2005 de rioolrechten zijn geïncorporeerd met de OZB tarieven. Deze
worden vanaf 2006 weer losgekoppeld van de OZB1. Om een goede
vergelijking mogelijk te maken met een andere gemeente (die de OZB
gescheiden houdt van de rioolrechten), zal dus met terugwerkende kracht
vanaf 2005 een splitsing aangebracht moeten worden tussen rioolrechten
en OZB. De uitsplitsing dient over de totale OZB-opbrengst gemaakt te
worden. Hiertoe is de verhouding Totale OZB opbrengst - Totaal
Rioolrechten opbrengst van 2005 aangehouden en doorgetrokken naar
2004. Van belang is daarbij dat van 2004 naar 2005 een inflatiecorrectie
van 0,8 is toegepast en dat voor 2005 635.000 euro is toegevoegd aan de
verwachte opbrengst uit rioolrechten. Verder dient men er rekening mee te
houden, dat de rekening 2004 ook OZB inkomsten vermeldt, welke het
gevolg zijn van aanslagen uit eerdere jaren. Om hiervoor te corrigeren is
dan ook de begroting 2004 aangehouden. Het beeld komt er dan als volgt
uit te zien:
In dit verband valt op te merken, dat het college inmiddels besloten heeft om de raad voor
te stellen om voor 2006 nog niet over te gaan tot invoering van een afzonderlijke
rioolheffing, maar dit uit te stellen tot 2007.
OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten
18
M
i m
2004
Op
begrotingsbasis
Leeuwarden
Alkmaar
Deventer
Verantwoorde baten
Algemene heffingen
OZB, volgens
paragraaf
incl. rioolrecht
31.849.127
23.092.000
23.275.640
OZB sec
23.951.389
18.995.000
17.727.000
Rioolrecht
7.897.738
4.079.000
5.548.640
Toeristenbelasting
56.000
0,00
19.000
Precariobelasting
186.000
256.000
117.000
Bestemmingsheffingen
Afvalstoffenheffing
11.565.000
8.568.000
12.143.838
Hondenbelasting
372.000
278.000
199.000
Burgerzaken
1.212.000
894.000
1.284.120
Parkeerbelastinaen
2.350.000
6.241.000
3.540.668
Bouwleges
1.690.000
1.355.000
2.848.069
Overige heffingen en belastingen
1.123.000
336.000
42.000
(Bron: beleidsverantwoording 2004, par. Lokale Heffingen Leeuwarden en
productenrekening Alkmaar, productenrekening Deventer, zie voor
berekening OZB sec en Rioolrecht de separate tabel in de vervolganalyse)
De grootste verschillen doen zich voor op OZB, Rioolrecht en
Afvalstoffenheffing. Opvallend is wel, dat Alkmaar fors hogere
parkeerbelastingen genereert in vergelijking met Deventer en met name
Leeuwarden. Overigens leert navraag, dat Leeuwarden deze belastingen
reserveert in een fonds, welke enkel onttrokken kan worden voor
parkeerdoeleinden. In Alkmaar worden deze belastingen toegevoegd aan
de algemene middelen. Aangezien in Alkmaar ook de financiering van
bijvoorbeeld ondergronds parkeren uit de algemene middelen bekostigd
moeten worden, heeft de constructie die Leeuwarden kent, geen budgettair
effect.
Nu kan een hoge OZB veroorzaakt worden door een hoog tarief, maar ook
door een hoge WOZ waarde. De bruto OZB opbrengst kan namelijk als
volgt worden geformuleerd:
Bruto OZB opbrengst tarief per waarde-eenheid x (totale waarde
object/waarde-eenheid)
De bepalende variabelen zijn dan het tarief en de waarde van het object. De
volgende tabel kan voor 2005 worden gegenereerd:
OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten
19