(Bron: jaarrekeningen 2004 van Leeuwarden, Deventer en Alkmaar) Ambtenaren op het onderwijsveld worden in Deventer via een externe organisatie uitbetaald, terwijl de kosten geboekt worden onder inhuur externen. Zoals de tabel laat zien, liggen Leeuwaren en Alkmaar niet ver uit elkaar. Beide gemeenten hebben een overeenkomstig aantal werknemers in de formatie staan, terwijl nagenoeg hetzelfde aan deze werknemers wordt uitgegeven. Deventer ligt qua formatie en qua loonsom onder Leeuwarden en Alkmaar en dit wordt deels veroorzaakt door een lagere formatie op ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Het kan overigens zeer wel zijn, dat deze lagere formatie wordt gecompenseerd door extra inhuur van externen. Deze laatste kostensoort is immers niet meegenomen in de tabel en dit vertroebelt het beeld. Voorts heeft Alkmaar in vergelijking met Deventer een nagenoeg vergelijkbaar aantal fte. op hoofdfunctie 6 (137 resp. 142 fte.), maar geeft fors minder uit (6,8 min. resp. 8,2 min.). De reden hiervoor ligt in het feit, dat Deventer personele capaciteit op deze hoofdfunctie heeft uitbesteed. Het aantal fte. wordt door Deventer niet opgenomen in de formatiestaat, maar de kosten die gemoeid zijn met uitbesteding wel. Leeuwarden spendeert zowel in fte. als in geld uitgedrukt, het meeste aan deze hoofdfunctie. Tussen de functies onderling zijn evenwel verschillen te constateren. Zo spendeert Leeuwarden relatief meer personele capaciteit aan openbare orde en veiligheid, maar weer minder aan economische zaken en cultuur. Sociale zaken en maatschappelijke dienstverlening vergt relatief veel personele capaciteit, hetgeen ook te verwachten was. Een soortgelijke opmerking betreft milieu. Juist voor sociale voorzieningen als bijvoorbeeld uitkeringen, is een relatief hoog uitgavenpatroon te verklaren vanuit de sociaal economische infrastructuur van een gemeente. Op zich worden deze uitkeringen (deels) gecompenseerd vanuit het rijk, zodat zij een hogere belastingdruk minder goed kunnen verklaren. Het lijkt daarom zinvol, om nu een nadere analyse te verrichten waarbij met name de saldi als uitgangspunt worden genomen. Via de saldi kan namelijk bezien worden in hoeverre een hoger lastenpatroon gecompenseerd wordt door hogere baten. Indien deze compensatie niet plaatsvindt, kan een hoger lastenpatroon verantwoordelijk zijn voor een hogere belastingdruk. OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten 26 3. De Analyse Als nu het lastenpatroon en het batenpatroon worden gesaldeerd ontstaat het volgende beeld, wederom gecorrigeerd voor mutaties via de reserves: (Hoofd)functie 2004 Saldi Gecorrigeerd voor mutaties reserves Leeuwarden Deventer Alkmaar HFU00 Algemeen bestuur 6.779.545 9.468.800 8.560.000 HFU01 Openbare orde en veiligheid 5.304.537 5.317.977 6.228.000 HFU02 Verkeer, vervoer en waterstaat 12.133.924 18.853.033 10.962.000 HFU03 Economische zaken 5.135.863 -10.041.664 1.106.000 HFU04 Onderwijs 10.304.522 9.246.670 14.630.000 HFU05 Cultuur en recreatie 21.226.513 20.726.581 24.405.000 HFU06 Soc. voorz. en maatsch. dienstverl. 31.280.356 22.321.650 20.866.000 HFU07 Volksgezondheid en milieu 11.631.273 3.262.694 678.000 HFU08 Ruimtelijke ordening en volkshuisv. 13.893.832 1.771.792 3.292.000 HFU09 Financiering en alg. dekkingsmidd. -122.870.713 -83.781.819 -97.459.000 Hoofdfuncties en functies cf BBV -5.180.349 -2.854.286 -6.732.000 (Bron: gecombineerde opstelling functionele overzichten 2004) Daarbij zij gesteld dat een negatief bedrag een positief saldo en een positief bedrag een negatief saldo inhoudt. Het blijkt nu, dat de extra uitgaven die Leeuwarden pleegt op sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening, niet geheel gecompenseerd worden door extra doeluitkeringen op dit vlak. Leeuwarden heeft op deze hoofdfunctie een negatief saldo van 31.280.356 euro, terwijl Deventer en Alkmaar rond de 22 min. negatief uitkomen. Verder valt, conform de verwachting uit de eerdere analyse, het negatieve saldo op voor de hoofdfunctie volksgezondheid en milieu. Leeuwarden gaat hier als enige gemeente over de 10 min. euro. Opmerkelijk is het saldo voor de hoofdfunctie ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Ondanks het feit, dat Leeuwarden de minste lasten op deze hoofdfunctie heeft ingeboekt, komt zij uiteindelijk uit op het meest negatieve saldo. Kennelijk blijven de opbrengsten in Leeuwarden voor deze hoofdfunctie relatief achter. Deze opbrengsten betreffen de inkomsten uit grondexploitatie: eerder is immers al geconstateerd, dat Leeuwarden relatief weinig inkomsten uit haar gronden genereert. Deventer heeft de neiging subsidies direct functioneel te boeken, terwijl Leeuwarden en Alkmaar sommige geldstromen eerst op hoofdfunctie 9 parkeren. Dit maakt, dat Deventer op het gebied van economische zaken een groot positief saldo laat zien. Dit saldo zou feitelijk kunnen worden overgeheveld naar hoofdfunctie 9 om de vergelijking goed te kunnen maken. Bovenstaand beeld is nog te globaal en te gesaldeerd om de dieperliggende oorzaken te OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2006 | | pagina 252