Bevindingen Leeuwarden heft relatief meer belasting op het gebied van OZB dan de gemeenten waarmee Leeuwarden in dit onderzoek is vergeleken. Ondanks het feit dat de WOZ-waarde gemiddeld laag ligt in Leeuwarden, wordt deze lage waarde gecompenseerd door een hoog tarief. De belasting in absolute zin ligt daardoor hoger. Inkomsten De vraag waarom de belasting op OZB en de rioolrechten hoger zijn, is enkel meerduidig te beantwoorden. Deze vraag kan immers enkel beantwoord worden indien eerst de overige inkomsten worden bezien. Een relatief lagere algemene uitkering bijvoorbeeld kan een verklaring zijn voor een relatief hogere belasting. Een nadere analyse van de inkomsten van de gemeente wijst uit, dat de overige inkomsten, waaronder de algemene uitkering, goed op peil liggen. Dit geldt evenwel niet voor de inkomsten uit grondexploitaties die in Leeuwarden relatief achterblijven. De. relatief lage woningprijs wordt vaak als verklaring aangedragen voor deze achterblijvende opbrengsten. Het feit dat het woningbestand van Leeuwarden uit relatief veel goedkope woningen bestaat, wordt ook door andere bronnen bevestigd. Zo is het meest voorkomende woningtype in Leeuwarden de eengezinswoning in een rij: 45,2% van de voorraad. Ruim een kwart van de woningvoorraad bestaat uit flatwoningen, terwijl het aandeel van de luxere grondgebonden woningtypen, de vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen relatief klein blijft (zie woningmarkt monitor Leeuwarden, 2004). Aan de andere kant wordt soms ook gewezen op het feit dat de gemeente Leeuwarden een lange tijd geen actief grondbeleid voerde, met als gevolg dat zij nogal eens achter het net viste, gedwongen werd tot samenwerking met ontwikkelaars, hetgeen de snelheid noch de grondkostenbeheersing ten goede kwam (nota grondbeleid, mei 2005, pag. 17). Daarnaast levert ook bij vergelijkbare kavels de grond in Leeuwarden minder op, hetgeen het rendement vanuit grondexploitaties verder onder druk zet. Uitgaven Om een volledig antwoord op de vraag te krijgen waarom de belasting op OZB en de rioolrechten hoger zijn, dienen ook de uitgaven te worden bezien. Een gemeente kan er immers bewust voor opteren bepaalde uitgaven te doen en deze te bekostigen uit een hoger belastingtarief. Het blijkt dan inderdaad, dat Leeuwarden op sommige functies meer uitgeeft dan de gemeenten die in de vergelijking zijn betrokken. OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten 44 Gesteld kan worden dat Leeuwarden relatief veel uitgeeft op de functie sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening. Dit gegeven kan een verklaring zijn voor de relatief hoge belasting. In het verleden kende Leeuwarden een sterk aanzuigende werking op een groepering die minder draagkrachtig was. Om voorzieningen voor deze doelgroep te bekostigen, diende de belastingen te worden bijgesteld. Het gevolg was evenwel dat meer draagkrachtigen buiten Leeuwarden zijn gaan wonen. Het verlies aan belastinginkomsten diende vervolgens te worden gecompenseerd door de tarieven nogmaals opwaarts bij te stellen. Deze vicieuze cirkel is vermoedelijk een verklaring geweest voor de huidige belastingdruk. Hoewel het proces van verhogen, vertrekken en wederom verhogen, inmiddels een halt is toegebracht (de uitgaven voor sociale voorzieningen zijn constant gebleven, terwijl tevens de belastingen de laatste jaren niet boventrendmatig zijn gestegen), heeft het proces destijds wel gezorgd voor een lastenpatroon en een belastingdruk die zeer moeilijk weer neerwaarts zijn bij te stellen. Het feit dat Leeuwarden voor bijna 50% uit eengezinswoningen is opgebouwd en een zeer lage gemiddelde WOZ- waarde kent, bevestigt het vermoeden dat dit proces vroeger een rol heeft gespeeld (Woningmarkt Monitor Leeuwarden, 2004). Het feit dat Leeuwarden op de 25e plaats staat qua inwoneraantal, maar op de 13e plaats qua aantal uitkeringsgerechtigden bevestigt dit vermoeden eveneens. Ook andere bronnen bevestigen deze gedachte. Zo kent Leeuwarden een zwakke sociale structuur en een sterke centrumfunctie. Alkmaar en Deventer kennen ook een sterke centrumfunctie, maar een matige sociale structuur (Inspectie Financiën Lokale Overheden, 2005). Het feit dat men het bovenbeschreven proces wil stoppen, kan worden aangetoond vanuit het vastgestelde woningbouwprogramma 2003-2007. Uit dit programma valt op te maken, dat de gemeente van de 520 geplande woningen voornemens is 340 woningen te realiseren in het midden, middeldure, dure of exclusieve segment (nota grondbeleid, mei 2005). Volgens het planaanbod 2005-2009 krijgt de woningbouw in het dure prijssegment met 38% de ruimte. Leeuwarden wil op deze manier voorkomen dat huishoudens die een luxere woning zoeken, die woning niet in Leeuwarden kunnen vinden (woningmarkt monitor Leeuwarden, 2004). Aan de andere kant wordt ook geen poging ondernomen om het proces weer terug te draaien, een en ander als gevolg van het raadsbesluit dat de omvang van de sociale woningvoorraad niet mag verkleinen als gevolg van sloop in de stedelijke vernieuwingsgebieden (nota grondbeleid, mei 2005, pag. 19). Tevens kan worden opgemaakt, dat aan de hand van het positieve migratiesaldo, het proces nog een kleine rol speelt: vooral jongeren tussen de 18 en 24 jaar (studenten) vestigen zich in Leeuwarden, terwijl personen tussen de 25 en 39 jaar uit de stad vertrekken (woningmarkt monitor Leeuwarden, 2004). Overigens kennen de hogere uitgaven geen directe relatie met de absolute aantallen uitkeringsgerechtigden. Ultimo 2004 telt Leeuwarden 6.827 niet werkenden werkzoekenden, 16% van de beroepsbevolking (Jaarstukken OZB in Leeuwarden, raadsonderzoek Lokale lasten 45

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2006 | | pagina 261