Blad 2
wijzigingen op het terrein van de thuiszorg en het
ziekenfonds worden afgewenteld en een kostenstijging
voor de bijzondere bijstand worden voorkomen.
Bijkomend voordeel is tevens dat deze afwenteling
vooral de chronisch zieken, gehandicapten en ouderen
ten goede komt
Er werd een mogelijkheid gecreëerd om categoriale
regelingen te treffen voor chronisch zieken en
gehandicapten. In eerste instantie was deze
mogelijkheid van tijdelijke aard. Daarna is de WWB
alsnog gewijzigd om deze mogelijkheid structureel te
creëren. Leeuwarden heeft tot nu toe geen gebruik
gemaakt van de mogelijkheid om naast een collectieve
aanvullende ziektekostenverzekering ook nog een
categoriale regeling te treffen voor chronische
zieken, gehandicapten en ouderen.
In 2005 is ook uitvoering gegeven aan een Kamermotie om een
structurele uitzetting van het fictieve budget bijzondere
bijstand te realiseren. Één en ander om gemeenten in de
gelegenheid te stellen om desgewenst inkomensondersteunende
maatregelen te kunnen treffen voor de chronisch zieken,
gehandicapten en ouderen. Er is €25 miljoen aan het budget
toegevoegd. Voor Leeuwarden leidt deze toevoeging tot een
feitelijke uitzetting van €208.000,-- op jaarbasis. Deze
uitzetting in het gemeentefonds betreft niet-geoormerkte
gelden en alszodanig staat het de gemeente vrij om eigen
beleidsmatige en financiële keuzes te maken over de
bestemming van deze middelen.
3. Het voorstel.
Ons uitgangspunt is om de middelen die ingaande 2 005
structureel worden toegevoegd aan het fictieve budget
bijzondere bijstand aan te wenden voor de uitvoering van
het gemeentelijke armoedebeleid. Over de wijze waarop
vervolgens deze middelen kunnen worden besteed zijn een
tweetal scenario's denkbaar.
De middelen worden ingezet om uitvoering te geven aan
de raadswens met betrekking tot het treffen van een
categoriale regeling voor chronisch zieken,
gehandicapten en ouderen.
De middelen worden aangewend om de uitvoering van het
armoedebeleid voor de resterende beleidsperiode, 2007
tot en met 2009, te kunnen financieren.
Wij vinden dat het treffen van een categoriale regeling
financiële risico's met zich mee kan brengen omdat de extra
rijksmiddelen wellicht niet toereikend zijn voor de
uitvoering van de categoriale regeling. Tevens heeft de
invoering van een categoriale regeling tot gevolg dat het
structurele tekort ten aanzien van armoedebeleid voor de
beleidsperiode 2007 tot en met 2009 blijft bestaan en zelfs
verder kan oplopen. Dit tekort kunnen en mogen we ook niet
Blad 3
uit het oog verliezen. Echter wij zijn ons bewust van het
belang van het treffen van een categoriale regeling voor de
groep chronisch zieken, gehandicapten en ouderen.
Gelet op het voorgaande stellen wij voor om de
rijksmiddelen in te zetten voor de uitvoering van de
raadswens om een categoriale regeling voor chronisch zieke,
gehandicapten en ouderen in te voeren.
In verband met de financiële gevolgen van dit besluit voor
het tekort op het armoedebeleid hebben we gemeend dat het
noodzakelijk is de beperking aan te brengen dat de regeling
wordt ingevoerd voor de duur van 2 jaar (2006 en 2007) en
dat de beschikbare middelen voor deze regeling worden
gemaximeerd op 2x €208.000,--. In 2007 zal een integrale
afweging worden gemaakt over een eventuele continuering van
de categoriale regeling en de financiering van het
armoedebeleid voor de resterende beleidsperiode.
Naar aanleiding van het voorgaande moeten de volgende
kanttekeningen worden geplaatst.
Invoering van een categoriale regeling brengt ook
uitvoeringskosten met zich mee die gefinancierd moeten
worden uit de verstrekte rijksmiddelen ad. €208.000,--.
Voor de uitvoering van een categoriale regeling rekening
dient rekening te worden gehouden met een kostenpost van
€40.000,-- op jaarbasis. Dit betekent dat er voor de
feitelijke vergoeding een bedrag resteert van 168.000,--.
Het spreekt voor zich dat bij het uitwerken van de regeling
in beleidsregels gestreefd zal worden naar zo laag
mogelijke uitvoeringskosten door de uitvoering zo efficiënt
mogelijk aan te pakken.
Voor wat betreft de hoogte van de tegemoetkoming dient te
worden opgemerkt dat het ons niet bekend is hoe groot de
doelgroep is die voor een vergoeding in aanmerking komt
Navraag bij de sector Sociale Zaken leidt tot de conclusie
dat naar verwachting zo'n 13 00 personen met een uitkering
mogelijkerwijs tot de doelgroep behoren. Hierbij zijn de
personen zonder een uitkering niet meegerekend. Duidelijk
is dat de onzekerheid rondom het aantal aanvragen bepalend
is voor het vaststellen van de hoogte van de
tegemoetkoming. Wij zullen bij het vaststellen van de
hoogte van de tegemoetkoming ook zeker rekening houden met
deze onzekere factor
4. Begrotingswijziging.
Om over de structurele middelen ad. €208.000,-- te kunnen
beschikken is behalve het bestemmen van de middelen een
technische wijziging in de vorm van een begrotingswijziging
ook noodzakelijk. Daartoe hebben wij in het raadsbesluit
voorzien