Blad 3
Woorden die geen duidelijke of een te algemene betekenis
hebben, moeten worden geweerd.
Woorden zonder een precieze betekenis, of juist met een te
specifieke betekenis moeten worden vermeden.
De vraag dient zodanig geformuleerd te zijn dat
verwarring is uitgesloten.
De vraag moet zodanig zijn geformuleerd dat de
tegenstanders 'nee' of 'tegen' kunnen stemmen en de
voorstanders 'ja' of 'voor'.
De vraagstelling moet eenvoudig zijn.
De vraag moet zodanig zijn geformuleerd dat eenmaal lezen
volstaat om de vraag te begrijpen en te beantwoorden.
De vraagstelling moet de kern van de gevoerde discussie
raken
Het centrale thema moet in de vraag terugkomen. Bij
meerdere keuzemogelijkheden moet gestuurde selectie van
alternatieven worden voorkomen.
De implicaties van een ja'-stem moeten duidelijk zijn.
Bij voorkeur moet worden gestemd over uitgewerkte
voorstellen en niet over (vage) principes.
De vraag of vragen moet (en) een eenduidig interpreteerbare
uitslag toelaten.
Het is niet aan te bevelen vragen met meer dan twee
keuzemogelijkheden voor te leggen. Ja/nee-vragen verdienen
de voorkeur.
3VRAAGSTELLING REFERENDUM NIEUW ZAAILAND
3.1 Eén of twee vragen
U heeft besloten dat er een referendum over het project
Nieuw Zaailand zal worden gehouden en daarnaast dat de
Leeuwarder bevolking de mogelijkheid moet krijgen om een
oordeel te geven over de zogenaamde C-variant, het project
zonder pleinwand.
Voor wat betreft de vraagstelling betekent het voorgaande
dat gekozen kan worden voor één vraag met drie
antwoordmogelijkheden (voor het voorgenomen besluit voor
de variant zonder pleinwand tegen het project Nieuw
Zaailand met en zonder pleinwand) of voor een getrapte
vraagstelling (het stellen van twee aparte vragen)Hierbij
moet het volgende in acht worden genomen.
Referendumverordening
Zoals hiervoor al is aangegeven kunnen burgers bij een
raadplegend referendum hun mening geven over een mogelijk
besluit of over meerdere alternatieven.