Vraagstelling referendum project Nieuw Zaailand Kenmerk 122784 Aan de gemeenteraad. 1Inleiding Op 30 januari jl. heeft u een voorgenomen besluit genomen tot realisatie van het project Nieuw Zaailand en tot het houden van een raadplegend referendum over dit voorgenomen besluit. U heeft eveneens besloten dat de Leeuwarder bevolking bij het referendum de keuze voorgelegd moet krijgen tussen het voorlopig ontwerp en de zogenaamde C- variant. Ook tegenstanders van het project Nieuw Zaailand zouden dit bij het referendum tot uitdrukking moeten kunnen brengen Het college heeft u bij brief van 4 april jl. voorgesteld om de vraagstelling voor het referendum aan te passen door de tweede vraag te laten vervallen. De reden hiervan is dat het college, na het negatieve advies over de C-variant van Hüs en Hiem, geen mogelijkheden meer ziet om een realiseerbare variant zonder pleinwand te ontwikkelen. Op uw verzoek adviseren wij u over de volgende vragen: 1. is het juridisch mogelijk om tussentijds de vraagstelling aan te passen door de tweede, optionele vraag te laten vallen? 2. zo ja, dient dan opnieuw de termijn van 12 weken in acht te worden genomen? 2Kader Op 27 februari jl. heeft u de vraagstelling voor het referendum vastgesteld. Dit heeft u gedaan onder overname van het advies van de commissie. Zij had u geadviseerd om allereerst een referendumvraag voor te leggen over het voorgenomen besluit en vervolgens een tweede vraag te stellen waarbij de bevolking haar mening kon geven over de variant zonder pleinwand. In artikel 11 van de Referendumverordening Leeuwarden 2005 is bepaald dat u ten minste twaalf weken voor het te houden referendum aan de hand van het bepaalde in deze verordening en gelet op het advies van de commissie de datum en de formulering van de vraagstelling van het te houden referendum vaststelt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2006 | | pagina 304