Wo1
Schriftclijke vragen bij brief van 25 januari 1968 van de raadsleden Mevr.
Mr. E. Veder-Smit, Mr. B.P. van der Veen en K. Weide, betreffende do gang
van zaken met betrekking tot de verzoekschriften aan dc gemeenteraad inzake
de verkeerssituatie in Huizum-Dorp.
Vraag:
1. Is het juist dat door een aantal
bewoners van Huizum verzoekschrif
ten, do verkeerssituatie in Hui
zum-Dorp betreffende, gedateerd
resp. 4 november en 9 november
1967 on gericht aan de Gemeente
raad van Leeuwarden, omstreeks
medio november 1967 ten stadhui-
ze zijn bezorgd?
2. Indien deze vraag bevestigend
wordt beantwoord, waarom hebben
deze stukken tot heden dan niet
de Gemeenteraad bereikt?
Zijn Burgemeester en Wethouders
bereid in do toekomst er zorg
voor te dragen dat aan de Raad
gerichte stukken zonder verwijl
ter kennis van de Raad worden
gebracht?
Antwoord Burgemeester en Wethouders:
Beide adressen zijn op 16 november 196'
ten stadhuize bezorgd.
Do tot de Raad gerichte stukken worden
direct na ontvangst ter secretarie in be
handeling genomen. Het is regel dat deze
stukken op de mededelingenlijst voor do
eerstvolgende raadsvergadering worden ge
plaatst. Helaas is dit in het onderhavige-
geval als gevolg van een misverstand niet
geschied. Dc- betreffende kwestie was n.l.
reeds in behandeling op grond van een
kort tevoren telefonisch ter kennis van
do Burgemeester gebrachte klacht. De in
de adressen voorgestelde maatregelen zijn
inmiddels bestudeerd. Ons standpunt ten
opzichte daarvan hebben wij weergegeven
in het gereed zijnde en in de raadsver
gadering van 19 februari aan de orde ko
mende pre-advies.
V/ij trachten te voorkomen, dat wordt
geweken van de sub 2, eerste alinea,
schreven regel, met betrekking tot do
aan de Raad gerichte stukken.
af-
om-
Burgemeestcr en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
v- :smm m iwzss- n