- 2 -
Met behulp van 15 man assistentie van de Rijkspolitie inclusief een hondegelei
der met hond konden de jongens op straat zonder gebruik van geweld worden ver
wij derd.
Het kaderlid ter plaatse heeft een gesprek met de aanwezigen in de panden gehad,
onder wie zes meisjes: zij voelden zich duidelijk niet veilig. Toen acht van hen
te kennen gaven ergens anders naar toe te willen, zijn zij in een politiebusje
op hun verzoek elders in de stad afgezet. De rest is in het pand gebleven. De
betrokken adjudant heeft hen duidelijk gemaakt, dat van de zijde van de politie
geen absolute bescherming kon worden gegarandeerd.
Zondag 15 september 16.00 uur.
De aanwezigen in de panden Arendstraat 12 en 14, ongeveer 18 in totaal, hadden
op de daken postgevat met ondermeer helmen op en zakdoeken en 3jaals voor hun
gezicht. Mede hierdoor verzamelde zich nogal wat nieuwsgierig publiek ter
plaatse. De spanning liep daardoor op, waarop het kaderlid ter plaatse assis
tentie verzocht. Ingezet werden ongeveer 20 politiemensen die overigens niet ter
plaatse zijn verschenen. Het kaderlid ging een gesprek aan met de aanwezigen in
de panden die te kennen gaven bang te zijn geworden en graag weg wilden gaan.
Van de zijde van de politie is toen zeker niet aangedrongen op vertrek. Vervoer
van goederen kwam niet ter sprake.
Men verzocht echter om politietoezicht bij het verlaten van het pand en de groep
liep met vooralsnog onbekende bestemming via de Willemskade weg.
Een bouwbedrijf dichtte volgens de gebruikelijke procedure de ingeslagen ruiten
en de panden werden onder rijdend toezicht gesteld.
Enige tijd later bleek de groep zich op het spoorwegstation op te houden. Aan
het kaderlid gaven ze te kennen Leeuwarden te willen verlaten met de trein om in
Grouw uit te stappen. Door bemiddeling van de machinist van de trein in die
richting werden ze in de trein gelaten. Naderhand bleek de trein, een intercity,
niet in Grouw te stoppen. Uit informatie van de gemeentepolitie Heerenveen is
later gebleken, dat de groep aldaar uit de trein werd gezet wegens baldadig
gedrag. In overleg met de spoorwegpolitie werd de groep uiteindelijk op kosten
van de N.S. terugvervoerd naar Grouw, alwaar de betrokkenen door familie werden
opgewacht.
Zondag 15 september 1985 21.15 uur.
Op dit tijdstip werden vier jongens aangehouden, omdat zij, door aan de achter
zijde een raampje te vernielen, de panden Arendstraat 12 en 14 waren binnenge
drongen. Na te zijn onderhouden werden zij te 22.15 uur door hun ouders van het
bureau gehaald.
Maandag 16 september 1985 21.05 uur.
Enkele bezoekers van een vergadering van de Commissie Ruimtelijke Ordening in
het stadhuis drongen de werkkamer van de Burgemeester binnen. Hierbij werd van
de zijde van de politie assistentie verleend zonder dat handelend behoefte te
worden opgetreden.
- 3 -
Dinsdag 17 september 1985 15.25 uur.
De rol van de politie werd op dat moment duidelijk uitgeprobeerd door twee per
sonen met een punkachtig uiterlijk die zonder dat daartoe aanleiding bleek te
zijn, een winkel aan het Ruiterskwartier waren binnengegaan en alleen maar in
een geblindeerde bus met escorte van twee politieauto's wensten te vertrekken.
Zij gingen niet in op de vordering van de eigenaar de zaak te verlaten en werden
aan het bureau van politie onderhouden. Vervolgens zijn zij, na overleg met de
Officier van Justitie, aan hun ouders overgedragen.
Tweemaal werd die dag assistentie verleend door leden van de surveillancedienst
toen personen hun spullen uit de panden Arendstraat 12 en 14 haalden. Aan de
politieambtenaren werd overigens duidelijk te kennen gegeven dat ze moesten
verdwijnen. De assistentie vond plaats op verzoek van de ouders van vermoedelijk
een van de betrokkenen.
Donderdag 19 september 1985 20.35 uur.
Een groep van ongeveer 175 jongelui, duidelijk op sensatie belust, had zich ver
zameld op de hoek Zaailand/Schoolstraat en had de aandacht gericht op het kraak
pand op de hoek Schoolstraat-evenzijde. Ook de bewoners van dit pand hadden
niet3 met de eerdere gebeurtenissen te maken. Zij bevonden zich grotendeels op
het dak. De situatie ter plaatse werd bemoeilijkt door een aantal "gelegenheids
krakers" die zich op straat en in perceel Schoolstraat 1 ophielden. Zij hadden
geen relatie met de bewoners van de overkant en gedroegen zich vervelend. Door
inzet van recherchepersoneel tussen de groep jongeren werd voorkomen dat de ste
nen, die sommigen in 'nun hand hadden, werden gegooid.
Omstreeks 21.50 uur droop de groep af en werd het rustig. Er volgde nog een aan
tal valse meldingen over ongeregeldheden in de buurt.
Aan het bureau werden 12 medewerkers van de Rijkspolitie achter de hand gehou
den.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen tot nu toe en de verhalen die los kwamen
uit allerlei onduidelijke bronnen over de dingen die zouden gaan gebeuren, heeft
de leiding van de politie op vrijdag 20 september 1985 te 17.00 uur overleg ge
voerd met de Burgemeester. De vraag lag voor, in hoeverre het operationeel be
leid van de zijde van de politie effectief was geweest en geschikt zou zijn voor
voortdurende eventualiteiten. Tot nu toe was gekozen voor een zo geweldloos mo
gelijke oplossing van de conflicten, gericht op absorptie van het door anderen
aangewende of aan te wenden geweld, deëscalatie en het handhaven van de openbare
orde en veiligheid.
Van meerdere zijden werd aangedrongen op een andere aanpak. De Burgemeester
stemde er mee in in een toekomstige situatie waarbij een groep of menigte de
openbare orde en veiligheid zou kunnen verstoren, de tolerantiegrens te verleg
gen, in die zin dat niet meer gewacht zou worden tot strafbare feiten in de zin
van vernieling of openlijke geweldpleging zouden worden gepleegd, maar opgetre
den zou worden als volgt: de aanwezigen zouden worden bevolen zich te verwijde
ren op basis /an artikel C 7 van de Algemene Politieverordening van de gemeente
Leeuwarden. Bij niet voldoen aan deze vordering zou tot aanhouding van
betrokkenen worden overgegaan. Tevens zouden betrokkenen desnoods met geweld
kunnen worden verwijderd ais een aanhouding niet mogelijk zou blijken. Ook de
Officier van Justitie ging met deze opzet akkoord.