Is het college bereid voor de
zomervakantie doelgerichte
voorlichting te geven aan 15-
en 16-jarige meisjes over bo
vengenoemde maatregel, bijvoor
beeld door middel van een
brief, vergelijkbaar met de
bijgevoegde brief van de Burge
meester van Wormer.
Welke specifieke activiteiten
denkt het college voor deze
groep meisjes te ondernemen in
de sfeer van arbeidsoriëntatie
en vakkenpakketkeuze.
Is het college in dit kader
bereid bij het arbeidsbureau de
invulling te bepleiten van de
aanbeveling van de Raad voor
het Jeugdwerk om ten behoeve
van de registratie en bemidde
ling van werkloze meisjes spe
ciale meidenwerksters aan te
wijzen (nota: "meisjes, de
helft van de jeugd")?
3 en 4.
Als uitvloeisel van de beleids
aanbevelingen uit de Deelnota
Onderwijs-Emancipatie wordt mo
menteel op een aantal scholen het
project "Arbeidsoriëntatie voor
mavo-scholen" uitgevoerd, waarin
aandacht wordt besteed aan o.m.
doorbreking van de traditione
le rolverdeling tussen mannen
en vrouwen;
de positie van jongeren op de
arbeidsmarkt in het algemeen;
de positie van jongeren die
een opleiding of beroep kiezen
dat niet traditioneel door hun
sekse bepaald wordt.
In het project wordt nadrukkelijk
gewezen op de consequenties van
de maatregel t.a.v. de economi
sche zelfstandigheid.
Na afloop van het project zullen
wij bekijken in hoeverre het
aanbeveling verdient de reikwijd
te van dit project te verbreden
naar andere scholen in onze ge
meente
Bovendien zullen wij nog voor de
zomervakantie in overleg treden
met de schooldekanen van de open
bare scholen voor voortgezet
onderwijs ten einde hen te wijzen
op eerdergenoemde maatregel en de
consequenties daarvan voor de
diverse vormen van keuzebegelei
ding.
Gezamenlijk met de schooldekanen
zullen wij ons beraden op moge
lijke concrete activiteiten,
gericht op doelgerichte voorlich
ting aan 15- en 16- jarige meis
jes en op arbeidsoriëntatie en
vakkenpakketkeuze
Wij staan in principe positief
ten aanzien van de aanbeveling
ter zake en zullen dit in de
daartoe geëigende kaders aan het
GAB kenbaar maken.
Leeuwarden, 19 april 1988.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
Burgemeester.
T.
Secretaris.
Aanhangsel nr. 5
Antwoorden op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47 van het
Reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeu
warden, ingediend door de raadsleden P. Meerdink en P. v.d. Wal inzake
beperking van de geluidsoverlast van activiteiten in Zalen Schaaf.
"Onlangs heeft Uw college de directeur van de D.S.O. toestemming gegeven
Zalen Schaaf aan te schrijven zodanige maatregelen te treffen ter beper
king van de geluidsoverlast dat in ieder geval popconcerten aldaar onmo
gelijk worden.
In de op 18 april 1988 vastgestelde Notitie Podiumkunst is als algemeen
uitgangspunt aanvaard dat er een pluriform aanbod van activiteiten en
voorzieningen op het terrein van de podiumkunst zal worden gerealiseerd
en voorts dat niet-traditionele kunstvormen actief zullen worden onder
steund.
In de inleiding van de notitie is gesteld dat voor de stad Leeuwarden in
het bijzonder geldt dat de culturele voorzieningen ook moeten kunnen
inspelen op de groeiende groep studenten. Voorts wordt opgemerkt dat de
veranderingen in de samenleving de nodige eisen stellen aan de flexibi
liteit van de infrastructuur van de cultuur, c.q. podiumkunst in de
stad.
Ook in de Nota Stadsgewest worden fraaie volzinnen gewijd aan de veel
zijdige culturele pretenties van Leeuwarden"
Vraag 1.
Hoe zijn de zo plotseling genomen
maatregelen ten koste van de
podiumvoorziening Zalen Schaaf
voor de niet-traditionele kunst
vormen popmuziek te rijmen met
bovenaangehaald beleidsuitgangs
punt?
Antwoord
Van een plotseling genomen maat
regel, c.q. beleidswijziging op
het terrein van de (niet-traditi
onele) podiumkunst is geen spra
ke
De door U bedoelde maatregelen
zijn gebaseerd op de in 1984 aan
het stichtingsbestuur verleende
Hinderwetvergunning. Daar er
recentelijk klachten zijn geuit
over geluidsoverlast zijn wij
genoodzaakt geweest het stich
tingsbestuur erop te wijzen dat
op basis van de indertijd ver
leende vergunning een aantal
activiteiten niet langer kan
plaatsvinden, dan wel dat er ge-
luidsbeperkende maatregelen die
nen te worden genomen.