I 2c J 7 9 •Xw-t^r'' '1 Vragen als bedoeld in artikel 47 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden van de PAL-fractie in de Gemeenteraad inzake onder meer de ongeregeldheden in en om de Arends straat en het antwoord van de Burgemeester daarop. Aanhangsel nr. 10. 1. Algemeen. In Uw brief van 11 oktober 1988 verzoekt U ondergetekende om alsnog antwoord te geven op de in november 1985 door de heer P.D. van der Wal gestelde vragen met betrekking tot de gang van zaken rond de ongeregeld heden die destijds in de Arendsstraat hebben plaatsgevonden. U bent van mening dat in de notitie van 18 juli 1988 aan de Gemeenteraad een aantal vragen nog onbeantwoord is gebleven. Ter toelichting merkt U op dat het in de vragen, die kennelijk beoogden meer helderheid te verkrijgen over bepaalde feiten, gaat om de verantwoordelijkheid van de Burgemeester als hoofd van de politie. Hoewel naar mijn mening aan de zinvolheid van een mee. gedetail leerde beantwoording van de in 1985 gestelde vragen dan al heeft plaats gehad, mede gelet op de beschikbare hoeveelheid informatie, getwijfeld kan worden, zal nogmaals worden getracht de gevraagde duidelijkheid te verschaffen. Daarbij zullen, zoals ook door U in Uw brief gesteld, de vragen 2a tot en met 2 d en vraag 6 buiten beschouwing worden gelaten. In het algemeen wil ondergetekende, in zijn hoedanigheid van hoofd van de politie, opmerken dat een beoordeling van de doelmatigheid van een optreden van de politie achteraf niet los mag worden gezien van de dikwijls acute situaties waarin dat optreden moet plaatsvinden. Wat wel kan worden beoordeeld is de algemene lijn die uit een wijze van optreden kan worden afgeleid. In de situatie van de problematiek rond de Arendsstraat in 1985 is ondergetekende alles overziende van mening dat achteraf oordelende wel iswaar op onderdelen het optreden wellicht beter had gekund. Niettemin blijft het zeer de vraag of een andere aanpak wellicht tot een iets beter resultaat zou hebben kunnen leiden. In geen geval is de conclusie gerechtvaardigd dat het optreden ondoelmatig zou zijn geweest. Ook een ondoelmatigheid in de algemene lijn die tot een bijstelling zou nopen, is anders dan de bijstelling van het beleid die reeds uitvoerig in de Commissie Openbare Orde is besproken, niet aanwezig. 2. Beantwoording van de vragen. Vragen. Antwoorden. 1. Onder het kopje van Uw ver slag zaterdag 14 september 1985 wordt geen melding ge maakt van het feit dat zes personen afkomstig uit het pand Zaailand 18 vergezeld door een politieman via de achterdeur hun toevlucht zochten tot het pand Arends straat 12. Vijf van degenen die daar hun toevlucht hadden gezocht, werden daar gearres teerd. De aandacht en woede

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1989 | | pagina 1