3
hebben, zou hier op stedelijk niveau een besparing kunnen worden bereikt
van minimaal f 7000,--. Ik weet, dat dit een grove benadering is, omdat er
wellicht wat verschillen kunnen ontstaan in de bureaukosten e.d. Deze
aanname is naar mijn mening voor het denkmodel voorlopig voldoende.
3b. Personeelskosten.
In de wetenschap dat handhaving van 32 uur beroepskrachtentijd binnen de
woonconsumentenpot niet haalbaar is, zou in eerste instantie vanuit de
overlevingsfilosofie van het HSB voor 1993 gepoogd kunnen worden om 16 uur
te dekken. Hiermee is een bedrag gemoeid van ongeveer f 28.000,=
Een tweede vraag hierbij is bij wie de beroepskracht Ln dienst moet komen.
Zonder hierbij breedvoering stil te staan, lijkt mij de bestaande construc
tie om deze bij de SWL in te huren voorlopig het meest haalbaar. Het
benodigde subsidie zou rechtstreeks als geoormerkt budget voor de onder
steuning van de stedelijke woonconsumentenorganisatiesaan de SWL
toegekend kunnen worden.
ad 4. Vaste verdeelsleutel/ consequenties budget.
De budgettaire effekten tekenen zich nu goed af. De huisvestings- en
personeelskosten vormen samen een beslag van rond de f 40.000,-- Er
resteert een aktiviteitenbudget van rond de f 20.000,-- op jaarbasis.
Het spreekt vanzelf dat hiermee niet meer op het oude niveau de deelnemende
instellingen gehonoreerd kunnen worden.
De verdeling van de gelden over de structureel gesubsidieerde instellingen
zou op basis van de historische verhoudingen er voor 1992 als volgt hebben
uitgezien:
a. HSB f 26.345,=;
b. PEL f 13.000,=;
c. VAC f 7.800,=;
d. SSHL f 5.000,=;
totaal: f 52.145,=;
Deze onderlinge verhouding komt ongeveer uit op de volgende statistische
verdeling
50:25:15:10;
Dit zou uitwerken in de volgende geldbedragen voor het aktiviteitenbudget
van f 20.000,=:
f 10.000,=; f 5.000,= f 3.000,=; f 2000,=;
Maar aangezien de hele operatie wordt ingegeven door de kwestie van
beroepskrachten-tijd van het HSB en de huisvestingskosten van het PEL en
het HSB samen, doet deze verdeling geen recht aan een aantal historisch
gegroeide aspecten.
Zo mocht de SSHL rekenen op een jaarlijks terugkerende subsidiëring op een
niveau van rond de f 5.000,= De VAC wordt in deze optie meer dan voor de
helft gekort en heeft in verhouding minder profijt van de huisvestingsacco-
modatie, maar kan daarentegen wel meer een beroep doen op deskundige
ondersteuning
Het PEL houdt in feite globaal het structurele aktiviteitenbudget overeind
als daarbij globaal de oude huisvestingskosten van rond de f 7.000,=
fictief worden bijgeteld. Ik zie daarom een verhoudingspercentage op basis
van de eerder beschreven historische geld-verhoudingen daarom niet als een
6
totale billijke uitwerking voor alle partijen.
Mede gelet op de HSB-optie om ook andere fondsen te werven en meer op eigen
benen te willen staan (zie beleidsnotitie HSB) is een meer evenredige
verdeling op zijn plaats.
Kortom ik zou voor de lange termijn opteren voor: f 5000,-- per organisa
tie. In mijn beleving maakt dit ook een volwaardige start van een stedelij
ke woonconsumentenorganisatie mogelijk. Er dient zich dan het knelpunt aan,
dat indien deze verdeling meteen voor 1993 zou gaan gelden er een te grote
en abrupte wijziging optreedt in de toedeling van de middelen richting de
individuele organisaties. Naar mijn mening moeten de betrokken instellingen
minimaal voor een overgangsperiode van 1 jaar in de gelegenheid zijn op
deze wijzigingen in te spelen.
De bovenstaande verdeling ging uit van een jaarlijks budget van f 60.000,=;
het budget voor 1993 komt wat hoger uit en bedraagt ongeveer f 67.000,=.
Samen met een rekeningoverschot van naar verwachting ongeveer f 10.000,--
uit voorgaande jaren zou een bedrag van f 17.000,-- als een eenmalige
knelpuntenpot kunnen worden verdeeld voor het jaar 1993.
Wellicht dat hierop de verdeelsleutel naar rato van de huidige subsidie
toekenning kan dienen. Het HSB krijgt dan als overgangsmaatregel f 8500,--
aktiviteitengeldhet PEL f 4250,--; de VAC f 2550,-- en het SSHL zou dan
nog 10% zijnde f 1700,-- krijgen. Hiermee zou het SSHL meer krijgen dan in
voorgaande jaren, hetgeen mij ten opzichte van de overige instellingen niet
redelijk voorkomt. Ik zou daarom deze f 1700,-- willen toewijzen aan de nog
op te richten stedelijke woonconsumenten-organisatie voor de kosten die
zijn verbonden aan de oprichting (notariële akte).
De tentatieve verdeling voor 1993 zou er dan als volgt uit zien:
Stedelijk platform woonconsumenten: f 41.700,=
HSB f 13.500,=
PEL f 9.250,=
VAC f 7.550,=
SSHL f 5.000,=
totaal: f 77.000,=
Onder voorbehoud van de besluitvorming in het kader van het verdeelbesluit
sociale vernieuwing zou als principe-verdeling voor 1994 dan Jiet volgende
schema gelden:
Stedelijk platform woonconsumenten: f 40.000,=
HSB f 5.000,=
PEL f 5.000,=
VAC f 5000
SSHL f 5.000,=
nog nader toe te delen ongeveer: f 7.000,=
totaal toe te delen budget ongeveer:f 67.000,=
ad 5. Bundeling informatie- en advieswerk.
Voor wat betreft de bundeling van het informatie- en advieswerk op het
terrein van de volkshuisvesting acht ik uitgebreide advisering op dit