Aanhangsel nr. 11
Antwoord van de burgemeester op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel
37, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de
raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de fractie van de PvdA.
Inleiding
Naar aanleiding van een op 3 april 1996 georganiseerde landelijke bijeen
komst van burgemeesters, waar gesproken is over een mogelijk ruimer beleid
ten aanzien van rechts-extremistische demonstraties in gemeenten, heeft de
PvdA fractie een aantal schriftelijke vragen gesteld aan de burgemeester
van Leeuwarden.
Vragen
Is de burgemeester van Leeuwar
den bij de bijeenkomst op 3
april aanwezig geweest? Zo ja,
wat is zijn standpunt/inbreng
met betrekking tot deze discus
sie geweest?
2. Heeft deze discussie invloed op
zijn toekomstig beleid ten aan
zien van het toelaten van
rechts-extremistische demon
straties
3Is de burgemeester met ons van
mening dat er in onze gemeente
geen plaats is voor rechts-ex
tremistische uitingen?
Antwoorden
Neen. Het betrof hier een voor
lichtingsbijeenkomst van het Ned.
Genootschap van burgemeesters
(het genootschap is geen beleids
vormend orgaan)De materie is in
Leeuwarden reeds een paar keer aan
de orde geweest, waarbij in één
geval het seniorenconvent van te
voren is betrokken bij de te han
teren beleidslijn (n.l. aangekon
digde CP'86 demonstratie op een
zaterdagmiddag in de binnenstad
verbieden o.g.v. vrees voor ver
storing van de openbare orde)
Het bezoeken van de bijeenkomst
had derhalve geen hoge prioriteit.
Reeds naar aanleiding van het be
leid van de burgemeester van Zwol
le heb ik (in de Leeuwarden Cou
rant) verklaard geen reden te zien
af te wijken van de lijn dat bij
vrees voor verstoring van de open
bare orde rechts-extremistische
demonstraties dienen te worden
verboden
De gevoerde discussie heeft als
zodanig dan ook geen invloed op
mijn toekomstig beleid terzake.
(Het verslag van de bijeenkomst is
overigens reeds beschikbaar)
Voor zover de uitingen leiden tot
(vrees voor) verstoring van de
openbare orde (de enige toetssteen
voor burgemeesterlijk handelen in
deze) deel ik deze mening. Het
grondwettelijk recht op vrijheid
van meningsuiting (en vergadering)
dient uiteraard te worden geëer
biedigd.