Aanhangsel nr. 7 Antwoord van burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de heer R. Wijmenga namens de CDA-fractie inzake de beloning voor I-D-werknemers (voorheen Melkert I werknemers) Vragen 1. Is het college bereid er bij het kabinet op aan te dringen dat de loonkosten voor werk nemers in het kader van de I-D- regeling, volledig worden ver goed, respectievelijk tot een maximum van 130% voor zogeheten instroombanen en tot een maximum van 150% voor zogeheten doorstroombanen? Antwoorden In de per 1-1-1999 in werking getreden Regeling instroom- en doorstroombanen heeft het Mini sterie van Sociale Zaken de finan cieringssystematiek aangepast. Uit de ervaringen van de afgelopen 4 jaar was namelijk gebleken dat de vergoedingen vanuit het Rijk ruim waren. Gemeenten c.q. de instellingen hielden er geld aan over Het ministerie heeft berekend dat de gemeenten c.q. de instellingen met de vergoedingen door het Rijk moeten kunnen rondkomen. In de berekening gaat het ministerie ervan uit dat de vergoeding in eerste jaren hoger is dan de werkelijk gemaakte loonkosten. De gemeente Leeuwarden heeft het afgelopen jaar deelgenomen aan een klankbordgroep ingesteld door het ministerie. Deze klankbordgroep heeft overleg met het ministerie gevoerd over de inhoud van de I-D- regeling In dit gremium hebben diverse gemeenten, waaronder Leeuwarden, twijfel geuit over de mate waarin de vergoeding op grond van de nieuwe financieringssystematiek, voldoende is. In reactie op de geuite twijfels heeft het ministerie aangegeven dat zij ervan uitgaat dat instel lingen in hun CAO-afspraken een geleidelijke en gematigde loonont wikkeling m.b.t. I-D-banen vast zullen leggen. Gemeenten zouden het initiatief kunnen nemen om afspraken hierover gezamenlijk met instellingen te maken Ten aanzien van de maximale ver- 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1999 | | pagina 12