4 Bent u met ons niet bang dat
het experimenteergedrag, het
zoeken naar de grenzen van het
toelaatbare, zich dan niet
direct op harddrugs zal
richten?
5. In het bestuursprogramma is
ingezet op handhavingsbeleid,
het weer meer aanpassen van de
praktijk aan de regels. Waarom
heeft u deze koers nu weer
verlaten, waar ligt uw grens?
6. Bent u het niet met ons eens
dat het belang van de jongeren
er bij gebaat is, dat de
samenleving hem niet alleen
laat aanmodderen onder het mom
van hij/zij moet het zelf maar
ondervinden, maar houvast moet
geven door regels en grenzen
te stellen, ook in hun
experimenteerperioden?
Leeuwarden, 19 april 2000.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
burgemeester
secretaris
Het hele softdrugsgebruik en het
gedogen daarvan berust op de
gedachtegang dat het van belang is
een scheiding van soft- en
harddrugs te bewerkstelligen ten
einde het zich gaan richten van
jongeren op het gebruik van hard
drugs zoveel mogelijk te voor
komen. Uit onderzoek is gebleken
dat jongeren die experimenteren
met softdrugs niet als vanzelf
sprekend een verhoogde kans hebben
op het gebruik van harddrugs.
Hieraan liggen vaak geheel andere
redenen ten grondslag
(problematische thuissituatie,
verkeerde vrienden/invloeden van
buitenaf, etc
Deze vraag richt zich op het col-
legebeleid en deze zal dus door
het college van burgemeester en
wethouders worden beantwoord.
Hangende de nog plaatsvindende
evaluatie voor het horeca- en
coffeeshopbeleid en de uit die
evaluatie te trekken conclusies
wil het college het bestaand
beleid vooralsnog handhaven.
Het stellen van regels is van
groot belang. Handhaving van deze
regels eveneens. Dit laatste moet
in de praktijk echter wel mogelijk
zij n
3