termijn meer vrijkomende kapitaalslasten zijn. Hierdoor wordt versneld meer financiële
ruimte verkregen. Dit legt echter een extra beslag op de algemene middelen. Bij het
inzichtelijk maken van de inkomsten en verplichtingen voor een langere termijn kunnen uit
oogpunt van financieel beleid dergelijke keuzes gemaakt worden. Zoals blijkt uit de financiële
vertaling van het investeringsprogramma zullen de lasten in de komende jaren sterk
toenemen.
Zoals vermeld zijn binnen de gemeentebegroting reeds enkele reserveringen gepleegd voor
toekomstige investeringen in de onderwijshuisvesting. Dit betreft:
Frictie Decentralisatie Huisvesting 350.000
Voorziening Decentralisatie Huisvesting/Intgr. Uitkering 265.000
Storting 1998 (volgens gemeentebegroting) 200.353
totaal 815.353
Op zich is dit een interessant bedrag, echter het blijven incidentele middelen. Indien hieruit
structurele lasten worden bekostigd, is deze voorziening snel "uitgeput".
4. Meerjarenperspectief.
Om te kunnen beoordelen of deze geldmiddelen op termijn voldoende zijn dient er
geïnventariseerd te worden wat de wensen c.q. de eventuele aanvragen zijn.
Dit is in grote lijnen bekend. Als bijlage treft u aan het Investeringsprogramma
Onderwijshuisvesting over de jaren 1998-2007. Overigens dient hierbij opgemerkt te worden
dat elke aanvraag vermeld op dit programma nog gehonoreerd dient te worden via de
vaststelling van het jaarlijkse programma. Voor elk jaar zijn de gewenste c.q. geplande
investeringen aangegeven.
Voor de periode 1998 - 2007 hebben we te maken met een totaal bedrag van f 15.123.000,--.
Dit bedrag is inclusief de eventuele nieuwbouw van de EHS/MWS en het gymnastieklokaal te
Grou. In het kader van het onderzoek naar samenwerking of fusie van de beide scholen is
(gedeeltelijke) vervangende nieuwbouw, en dus één geïntegreerd schoolgebouw, een
belangrijk uitgangspunt. Overigens zou bij het vervallen van vervangende nieuwbouw op
termijn onderhoud en renovatie van de beide schoolgebouwen en het gymnastieklokaal
gewenst zijn. De kosten hiervan, geraamd op f 2.700.000,-, waren reeds in het
investeringsprogramma opgenomen.
Bij de opzet van het investeringsprogramma dient te worden aangetekend dat hierin ook de
onderhoudsvoorzieriingen binnenkant schoolgebouwen van het openbaar basisonderwijs zijn
opgenomen. Deze onderhoudsvoorzieningen zijn voor rekening van het schoolbestuur. Indien
het openbaar basisonderwijs op termijn bestuurlijk verzelfstandigd wordt, kunnen deze
voorzieningen er uit worden gelicht, en gaan deze over naar het nieuwe schoolbestuur. Echter
dit schoolbestuur zal ook voldoende geldmiddelen moeten hebben om deze
onderhoudsvoorzieningen uit te voeren. Het is dan ook correct om ze thans als toekomstige
verplichtingen op te nemen.
De conclusie op basis van de in de bijlage berekende verplichtingen is, dat de uitkering van
het Rijk onvoldoendé is. In 1998 is nog een onderschrijding van f56.674,- maar in de jaren