Pagina 3
Tarieven rioolrecht
Het uitgangspunt voor het product riolering is 100% kostendekkendheid. Het rioolrecht voor wo
ningen bedraagt in 2006 140,-. Voor een verantwoord verloop van de voorziening is het nood
zakelijk om het rioolrecht jaarlijks met 22,75 te verhogen. Dit is een veel grotere verhoging dan
was voorzien bij de vaststelling van het kostendekkingsplan 2004, dat in november 2004 door de
raad is vastgesteld. Voor zover thans kan worden overzien kan vanaf 2014 de jaarlijkse verho
ging lager zijn (circa 12,50). De financiële onderbouwing is opgenomen in hoofdstuk 5 en in de
kostendekkingsberekening in bijlage 4.
In het kostendekkingsplan 2004 was de jaarlijkse verhoging berekend op 13,-. Verklaringen
voor het verschil met het nieuwe kostendekkingsplan zijn:
Het kostendekkingsplan 2004 geeft een berekening exclusief inflatie. In het nieuwe kos
tendekkingsplan is wel inflatie meegerekend.
In het kostendekkingsplan 2004 is (ten onrechte) niet gerekend met toename van be
heerskosten als gevolg van areaaluitbreiding. Dit is nu wel gerekend.
In delen van de gemeente is het wenselijk om het riool te funderen op palen (een deel van
het bestaande riool staat op palen). Dit leidt tot hogere kosten bij rioolvervanging. In te
genstelling tot het kostendekkingsplan 2004 is hier nu wel rekening mee gehouden.
Doorrekenen van het kostendekkingsplan 2004 over een langere termijn (50 jaar) leert dat
het destijds vastgestelde tariefverloop (met een jaarlijkse stijging van 13,-) op termijn
leidt tot een negatief saldo van de voorziening Riolering die zich bij voortzetting van het
tariefverloop niet herstelt. Dit is geen gezond financieel beleid. De nieuwe kostendekking
berekeningen gaan uit van een verantwoord verloop van het saldo van de voorziening Rio
lering.
Argumenten:
1.1 Gemeenten zijn op grond van de wet Milieubeheer verplicht om een vastgesteld GRP te heb-
1.2 De keuze voor de minimum variant, hoe om te gaan met de compensabele BTW en de con
sequenties voor de hoogte van het rioolrecht zijn in de voorjaarsnota 2006 aan uw raad voorge
legd.
Bij behandeling van de voorjaarsnota heeft uw raad ingestemd met de verder uitwerking van de
minimum variant en met het doorberekenen van de compensabele BTW in het rioolrecht. Daarbij
is uw raad een indicatie gegeven van de consequenties voor de hoogte van het rioolrecht.
2.1 en 3.1 Ingezetenen en belanghebbenden moeten op grond van de inspraakverordening 2006
betrokken worden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.
Hieraan kan vorm worden gegeven door het (concept-)GRP gedurende 6 weken ter inzage te leg
gen, en na afloop van deze inspraaktermijn de inspraakreacties te betrekken bij de vaststelling
van het GRP. De inspraak heeft betrekking op het te voeren beleid. De tariefstelling als zodanig is
op grond van de Inspraakverordening 2006 geen onderwerp van inspraak.
Kanttekeningen:
Niet van toepassing.
3 04 nwfw605 gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2007-2011/ctwf/3