3. Grond in bezit bij een woonbooteigenaar is bestemd als tuin (itt groen als het niet in bezit is van de
woonbootbewoner). Is er een soortgelijk onderscheid gemaakt tussen woonbooteigenaren die hun wa
terkavel in bezit hebben en diegenen die dat niet hebben? Als niet: waarom niet?
Reactie:
Dat onderscheid is niet gemaakt. Het is immers ruimtelijk niet relevant wie eigenaar is van een perceel. Een
bestemmingsplan gaat niet over de eigendom situaties maar over functies/gebruik. In de systematiek van
ome bestemmingsplannen is het 20 dat de bestemming "tuin" aan gronden wordt gegeven die in eigendom
lijn bij particulieren en daarmee de functie tuin hebben. Een woonark is gelegen binnen de bestemming wa
ter. Dit staat los van het gegeven wie eigenaar is van dit water. 2ie ook de beantwoording bij vraag 2 waarin
is aangegeven dat een woonschepenligplaats aan de bestemming water is gekoppeld.
4. Waarom niet de bestemming wonen toekennen voor dat deel van het water waar het woonschip in is
gelegen? Het gaat erom dat er aan het water exclusief gebruik wordt toegekend voor de woonschip
bewoners. De systematiek is niet gebaseerd op woonschepen.
Reactie:
De functie woonschepenligplaats is niet mogelijk met de bestemming wonen maar is verplicht gekoppeld aan
de bestemming 'Water' (2ie uitleg SVBP). De bestemming regelt het gebruik of functies van gronden. Met
betrekking tot de waterkavels is dat in onderhavig bestemmingsplan veelal Water (het blijft immers een wa
tergang met of 2onder woonschip). Dat dit water tevens wordt gebruikt voor de ligging van een permanent
bewoond woonschip is met de functieaanduiding 'woonschepenligplaats' en de daarbij behorende regels in
het bestemmingsplan geborgd. Het gaat er in de2e om dat planologisch goed is vastgelegd dat op onderhavige
gronden een permanent bewoond woonschip mag worden afgemeerd waarmee 2ekerheid ontstaat voor de ge
bruiker. Door middel van het toevoegen van de aanduiding woonschepenligplaats aan de bestemming 'Water'
is bepaald dat op die plek van de aanduiding alleen die bepaalde, met name genoemde functie is toegestaan,
in dit geval de functieaanduiding 'woonschepenligplaats' waarbij aanvullend in de regels (artikel 12) is be
paald dat het moet gaan om een permanent bewoond woonschip. Op de2e manier ontstaat de gevraagde ze
kerheid voor de woonarkeigenaar
5. Waarom worden de watervlakken (Inspreker haalde de Leppedyk als voorbeeld aan) niet doorgetrok
ken zodat een woonarkeigenaar ligplaats kan innemen langs de gehele oever welke in eigendom is?
Met deze werkwijze is de tussenliggende ruimte op het water vrij toegankelijk voor anderen.
Reactie:
Op het moment dat de woonarkbewoner eigenaar is van de oeverkavel met een bepaalde lengtemaat wil dat
niet 2eggen dat de bewoner ook eigenaar is van de waterkavel met de2elfde lengtemaat. De oppervlakte van
de waterkavel (aanduiding woonschepenligplaats) is ener2ijds bepaald op basis van eigendomssituatie (aantal
bewoners hebben water gekocht) en ander2ijds op basis van dat deel van het water (overeengekomen tussen
gemeente en bewoners) waar de bewoner een vergoeding (precario of huur) voor betaalt aan de gemeente
voor het gebruik van dit gemeentelijk water. Op het moment dat het water voor de oeverkavel in 2ijn geheel
wordt bestemd als waterkavel waarin een woonark mag worden afgemeerd, dan kan de bewoner meer water
in gebruik nemen dan is overeengekomen met de gemeente.
6. In het bestemmingsplan is het alleen toegestaan steigers te realiseren als verbinding tussen oever en
woonschip. Waarom zijn overige steigers, bijvoorbeeld voor de aanleg van een bootje, niet toege
staan?
Reactie:
Het is wel mogelijk steigers te realiseren, alleen niet in alle gevallen bij recht. In de bestemming Water is
opgenomen "dat op de2e gronden daarbij behorende bouwwerken, steigers en loopplanken ten behoeve van
het woonschip daaronder begrepen mogen worden gerealiseerd". In relatie tot onderstaande begripsom
schrijving "steiger" is het wel mogelijk om steigers te realiseren.
Steiger: een aan de oever en boven water gebouwde constructie, oorspronkelijk bedoeld voor de
aanleg van een vaartuig en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken.
In het bestemmingsplan is echter wel opgenomen dat steigers anders dan ten behoeve van een woonschip zelf
(bijvoorbeeld ten behoeve van een bijboot) niet bij recht zijn toegestaan maar daar is een afwijkingsmoge
lijkheid voor opgenomen. Op het moment dat er bij de bouw van een dergelijke steiger geen onevenredige
aantasting plaatsvindt van: 1. de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de omgeving; 2. de gebruiks
mogelijkheden van de aangrenzende gronden; 3. de doorvaart van schepen, is het mogelijk hiervoor onthef-
BPMK1319 Memo bsp Woonschepen DEF.doc/2
2/3