Pagina 3
fing te verlenen. Hiervoor dient een vergunning te worden aangevraagd.
7. De erfafscheiding is in het hele bestemmingsplan op 1 meter hoog bepaald. Er is geen onderscheid
gemaakt of een perceel bijvoorbeeld aan de openbare weg is gelegen. Op andere plekken is gezien
dat er wel groene heggen van 2 meter hoog staan.
Reactie:
Met betrekking tot erf af scheidingen is de bestaande regeling overgenomen welke wij hanteren bij de overige
bestemmingsplannen. Tijdens de zienswijzenperiode van dit bestemmingsplan is deze maatvoering in geen
enkele zienswijze (ook niet door inspreker) ter discussie gesteld. Wij gaan er derhalve van uit dat deze
maatvoering acceptabel is. We hebben volledigheidshalve gekeken naar andere mogelijkheden.
Er kan zonder vergunning een (gebouwde) erfafscheiding van maximaal 1 m hoog worden aangelegd;
Er kan zonder vergunning erfafscheiding worden aangelegd die bestaat uit beplanting. Opgaande be
planting is niet geregeld in het bestemmingsplan en valt niet onder 'bouwen'.
8. Alle ligplaatsen zijn al opgenomen in een van de vigerende bestemmingsplannen. Er was daarom geen
reden voor het opstellen van dit bestemmingsplan.
Er gelden nu ter plaatse van het bestemmingsplan zes verschillende bestemmingsplannen, allemaal met een
eigen systematiek om een ligplaats aan te duiden. In alle bestemmingsplannen zijn woonschepen in beginsel
gelegen binnen de bestemming water en dat is in dit plan niet anders (op een enkele uitzondering na van
woonschepen gelegen op een bedrijventerrein of binnen een recreatieve bestemming maar die hebben nu ook
al een afwijkende bestemming). Het verschil zit hem in het feit dat de ligplaats voor een woonschip op ver
schillende wijzen geregeld wordt. In het ene bestemmingsplan (buitengebied) is bijvoorbeeld de ligplaats
met een stip aangeduid en in het andere met een functieaanduiding. Daar hebben wij met dit bestemmings
plan een eenduidige regeling voor opgenomen. Daarnaast is het zo dat, in tegenstelling tot de andere vige
rende bestemmingsplannen, het nu mogelijk wordt gemaakt om bij elk woonschip bijgebouwen te realiseren.
Zonder dit bestemmingsplan is dat niet mogelijk en komen we niet tegemoet aan hetgeen in 2012 door u met
de verordening is vastgesteld.
9. Volgens inspreekster 1 kloppen de afmetingen op de plankaart (waterkavel) niet met de werkelijke
afmetingen van de woonschepen.
Reactie:
Naar aanleiding van de opmerking inzake de afmetingen hebben wij de bestaande situatie van inspreekster
nogmaals over de plankaart van het bestemmingsplan gelegd om te bezien of de afmetingen kloppen. Hieruit
Sebleken de dat de waterkavels op een juiste wijze op de plankaart zijn ingetekend.
Slotopmerking
Wat tot slot nog belangrijk is om te melden is dat veel van de gestelde vragen nu voor het eerst gesteld wor
den. Wij hebben hier (in het formele traject van zienswijzen) niet eerder op moeten/kunnen reageren. Dit
heeft gevolgen voor mogelijk beroep bij de Raad van State voor inspreekster(s). Er kan alleen beroep worden
ingesteld door:
diegenen die tijdig een zienswijze hebben ingediend;
een belanghebbende voor zover het beroep wordt ingesteld tegen de wijzigingen die de raad bij de
vaststelling in het plan heeft aangebracht (zoals aangegeven in de wijzigingennota).
Er kan alleen beroep worden ingesteld naar aanleiding van de gronden die ook tijdens de zienswijzenfase naar
voren zijn gebracht en de wijzigingen die zijn doorgevoerd tussen het ontwerp bestemmingsplan en de vast
stelling. Oftewel er kan geen beroep worden ingediend met betrekking tot nieuwe gronden die niet eerder
(tijdens de bestemmingsplanprocedure) naar voren zijn gebracht.
Reactie:
BPMK1319 Memo bsp Woonschepen DEF.doc/3
3/3