GROW,26 Augustus 1935.
Aan
den RAAD der gemeente IDAARDERADEEL.
Punt VIWijziging brandweerverordening.
In verband met het in de vergadering van 22 Juli 1935 genomen
besluit tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling voor
hulpverleening bij brand door de brandweer is het noodig gebleken
het desbetreffend artikel 40 der Brandweerverordening te wijzigen
en in overeenstemming te brengen met deze regeling,,omdat de be-
schikbaarstelling van personeel en materiaal aan andere gemeenten
tot nu toe facultatief was gesteld en alleen op verzoek van den
betrokken^Burgemeester.De gemeenschappelijke regeling schept een
verplichting tot hulpverleening en wijst meerdere autoriteiten
dn personen aan die bevoegd zijn om hulp te vragen bij een aan
gewezen naburige gemeente.
Verder geeft het Bestuur van de Prov.Friesche Brandweerbpnd
in overweging om in de verprdening een bepaling op te nemen
waarbij het personeel der brandweer bij werkzaamheden buiten de
gemeente geacht wordt in dienst te zijn bij de brandweer in de
gemeente van de standplaats der brandweer.Dit is volgens de
jurisprudentie noodzakelijk in verband met eventueele aanspraken
op pensioen.
Wij stellen U derhalve voor de verordening te wijzigen door
het vaststellen van een nieuw artikel 40 overeenkomstig bijgaand
concept.(bijl.I
Punt VII.
H.Hofstraveehouder te Grouw(Hofland)vraagt voor zijn zoontje
Wiebe vanaf 24 Juli 1935 vergoeding van kosten van vervoer naar
de byzondere school te Akkrum.Volgens de wet moet aan verzoeker
een vergoeding of tegemoetkoming worden verleend,omdat de af te
leggen afstand meer dan 5 K.M.bedraagt.Het verzoek vermeldt,
dat de jaarlijksche kosten van overzetten bedragen F.22,50 en
w die van de school-auto F.81,- in totaal F.103,50.Door Uwen Raad
is blijkens verschillende besluiten het standpunt ingenomen om
voor de kinderen uit Grouw alleen te vergoeden de kosten van een
schoolspoorkaart 3e klasse,bedragende voor het eerste kind F.30,-
Wij meenen ook in dit geval,dat het voor deze leerling geen en
kel bezwaar oplevert om de reis per spoor af te leggen,omdat de
afstand van Grouw naar het station slechts 1 K.M.bedraagt.Verder
behooren nog te worden vergoed de overzetkosten ad F.22,50zoodat
de maximum toe te kennen vergoeding F.,52 50 per jaar bedraagt.
In het betreffende verzoekschrift wordt weliswaar verwezen naar
een Koninklijk Besluit van 14 April 1934,waarbij vervoer per
spoor niet als grondslag mag worden genomen,doch deze Koninklijke
beslissing betrof het verleenen van een tegemoetkoming voor
autoverhuur in de gemeente Wognum,waarbij de afstand van de wo
ning naar het station der spoorwegen 4J2 KIM.bedroeg,terwijl deze
afstand in het onderhavige geval slechts 1 K.M!bedraagt
Wij stellen U dethalve voor te besluiten aan H.Hofstra een
vergoeding toe te kennen van F.52,50 per jaar ingaande 24 Juli
1935.
Punt VIII.
Voorgesteld wordt om het gevraagde ontslag te verleenen met
dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten voor het
onderwijs
i