Artikel 6. Honden als bedoeld in artikel 5,sub a, mogen nimmer c' openbare wegen, straten of voetpaden losloopen, tenzij zulk-" voor het doel,waarvoor zij worden gehouden,noodzakelijk moe worden geacht Honden als bedoeld in artikel 5, sub b, zijn alleen dive welke het gebouw, erf of vaartuig niet verlaten. Bij verandering van bestemming van den hond wordt de aanslag tot het in artikel 4 genoemde bedrag verhoogd,Even tueel tot de helft van laatstbedoeld bedrag verlaagd. Ver laging vindt slechts plaats over Set tweede halfjaar van het loopende belastinggaar en voor zoover,de houder vóór 15 Jul' van het belastingjaar van de plaats gevonden wijziging der bestemming van den hond schriftelijk kennis geeft aan Bur gemeester en Wethouders. Artikel 7. Geen hondenbelasting is verschuldigd voor het houden van honden beneden den leeftijd van drie maanden. Artikel 8» Indien blijkt,dat een aanslag niet of tot een te laag bedrag is opgelegd,wordt de te weinig geheven belasting van. den belastingplichtige nagevorderd,zoolang niet sedert den aanvang van het desbetreffende belastingjaar drie jaren zijn verstreken. Artikel 9. Teruggaaf van hondenbelasting vindt alleen plaats by a, na de vaststelling gebleken onjuisten aanslag; b. overlijden of overdracht van den hond aan een anderen houder binnen de eerste zes maanden van het belastingjaar Artikel 10. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December. Artikel 11. Jaarlijks vóór 1 April maken Burgemeester en Wethouders een kohier van hondenbelasting op en zenden dit ter invorde ring aan den Gemeenteontvanger. Artikel 1 2 De Gemeenteontvanger reikt zoo spoedig mogelijk aan eiken belastingplichtige een gedagteekend aanslagbiljet uit volgens een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model, waarop de betalingstermijn is vermeld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1939 | | pagina 11