Artikel 1 3
De leden spreken van hunne zitplaatsen.
Geen spreker mag in zijn fede gestoord worden,tenzij
de voorzitter het noodig oordeelt,hem tot de orde te
roepen.
De voorzitter roept den spreker,die van het onderworp
in beraadslaging afwijkt,terug tot do behandeling van dat
onderwerp
Indien e.„n spreker zich beleedigende of onvoegzame
uitdrukkingen veroorlooftof op welke wijze ook,de orde
verstoortwordt hij door den voorzitter tot de orde ge
roepen.
t
Artikel 14.
Wanne
fanneer een spreker voortgaat van het onderwerp af
wijken,beleedigende of onvoegzame uitdrukkingen te
gebruiken,de orde te serstoren of zich niet houdt aan
de ingevolge artikel 11 gestelde regelen,ontneemt de
voorzitter hem het woord.Hiervan is geen beroep oo den
raad toegelaten.
In de vergaderingwaarin dit plaats vindt,kan het lid
wien het woord is ontnomen,aan de beraadslaging over het
m behassdeling zijnde voorstel,niet meer deelnemen»
Artikel 1 5
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 72 der Gemeente-
voorzitter aan den raad voorstellen,aan een
lid,dat door zijn gedragingen den geregelden gang van
zaken belemmertvoor de eerste maal voor don dag waarop
het besluit genomen wordt,en bij herhaling voor een be
paalden tijd doch niet langer dan voor drie vergaderingen
den toegang tot de vergaderingen te ontzeggen. Over dit
voorstel wordt niet beraadslaagd.Bij aanneming moet hot
lid de vergadering onmiddellijk verlaten.Weigert het lid
aan bedoeld raadsbesluit gevolg te geVen,dan doet de
burgemeester hem verwijderen.
Indien aan een lid de toegang tot de vergadering is
ontzegd,wordt zijn naam van de presentielijst afgevoerd.
Artikel 1 6
Mat uitzonderihg van den voorzitterden wethouder die
inlichtingen geeft en het raadslidwiens voorstel in be
raadslaging is,voert niemand meer dan tweemalen het woord
gadering 6 onderwerp,tenzij met toestemming dor ver-
Over een motie van orde wordt niet het woord gevoerd
doch tersond gestemd.
Artikel 17.
De beraadslaging over voorstellen,welke in onderdeelen
2ijn ge splitst-bepaalt zich eerst tot de zaak in het al
gemeen en loopt vervolgens over de onderdeelen afzonder-
J-i 3-K
De stemming heeft plaats eerst over de onderdeelen af
zonderlijk, vervolgens over het geheel.
Artikel 1 8.
Ieder lid heeft het r^cht naar aanleiding van een aan
hangig voorstel of rapport,mits schriftelijk,voorstellen
of amendementen bij dan voorzitter in te diehen.
Deze voorstellen of amendementen moeten,tenzij zij een
Ooi 1 'i;5n van in de versadering gevoerde beraad-
SïaSÏS?nZ°0r den aanvanS dür vergadering waarin het
voorstel of rapport zal worden behandeld,worden ingediend.
Artikel 19