De Raad der gemeente Idaarderadeel;
Besluit
vast te stellen navolgende
Verordening tot regeling van het
ARMWEZEN in de gemeente Idaarderadeel.
Artikel 1
In de gemeente Idaarderadeel Bestaan vijf burgerlijke armbesturen,
welke de armenverzorging buiten de gestichten en de verzorging van
ouden van dagen en hulpbehoevenden in gestichten ten doel hebben.
Elk dezer burgerlijke armbesturen bestaat uit twee leden.
Artikel 2.
De burgerlijke armbesturen zijn gevestigd te:
GROUW voor het dorp Grouw;
WARGA voor het dorp Warga;
WARTENA voor de dorpen Wartena en Warstiens;
ROORDAHUIZUM voor het dorp Roordahuizum;
IDAARD voor de dorpen Idaard,Aegum en Priens.
Artikel 3.
Er bestaat in de gemeente voorts eene instelling genaamd "Maatschap
pelijk Hulpbetoon"waarvan het bestuur wordt gevormd door de beide
leden van het burgerlijk armbestuur te Grouw,eén uit hun midden aan te
wijzen lid van elk der overige burgerlijke armbesturen en een door
Burgemeester en Wethouders uit hun midden aan te wijzen lid.Laatstge
noemd lid is voorzitter van het bestuur.
Onder het in dit en de volgende artikelen genoemd "bestuur" wordt
verstaan het bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon,tenzij uitdrukke
lijk anders is bepaald.
Artikel 4.
De leden der burgerlijke armbesturen worden door den Raad der gemeen
te voor den tijd van twee jaren benoemd uit de meerderjarige ingezete
nen. De leden moeten woonplaats hebben in het ressort van het betrokken
armbestuur.
Artikel 5.
Bloedverwantschap of zwagerschap in den eersten of tweeden graad mag
tusschen de leden van het burgerlijk armbestuur en tusschen die van
het bestuur onderling niet bestaan.
Het verbod,in het eerste lid bedoeld,houdt op door het overlijden
van de vrouw die de zwagerschap veroorzaakte.
Wie na zijne benoeming in den verboden graad van zwagerschap geraakt,
behoeft voor den afloop van zijn zittingstijd niet af te treden.
Artikel 6.
Jaarlijks op 1 Januari treedt een lid van het burgerlijk armbestuur
af,volgens door dit bestuur op te maken - en aan Burgemeester en Wet
houders mede te deelen rooster.
Voor de eerste maal geschiedt de samenstelling van den rooster bij
loting.
De aftredende is terstond weder benoembaar.
Wie tusschentijds benoemd wordt,treedt af op het tijdstip waarop
degeen,dien hij heeft opgevolgd had moeten aftreden.
Voor elke benoeming zendt het betrokken armbestuur voor 1 November
eene aanbeveling van twee benoembaren aan Burgemeester en Wethouders,
om over te leggen aan den Raad. Burgemeester.