Artikel 24.
Op personen,die in gezinnen in de gemeente zijn uitbesteed en op die
gezinnen wordt toezicht gehouden door de leden van het bestuur en den
armmeester.
Uitbesteding van armen buiten de gemeente heeft niet plaats,tenzij
daarvoor zeer bijzondere redenen bestaan.
Artikel 25.
Het rusthuis te Grouw is bestemd voor opneming en verpleging daarin
van ouden van dagen wier verzorging in een huisgezin ongewenscht of
onmogelijk is.
Over de opname in het rusthuis beslist het bestuur.
De opgenomenen zijn onderworpen aan het door het bestuur vast te
stellen en door Burgemeester en Wethouders goed te keuren huishoude
lijk reglement en zijn gehouden zich te gedragen naar de hun dien
overeenkomstig door den vader of de moeder te geven bevelen.
De in het rusthuis op te nemen verpleegden zijn verplicht hunne be
zittingen en een door het bestuur te bepalen gedeelte hunner inkom
sten aan het bestuur over te dragen;die inkomsten komen ten voordeele
van de rekening van het rusthuis.
Bij vertrek uit het rusthuis worden bezittingen van verpleegden,na
aftrek van de verpleegkosten,aan belanghebbenden teruggegeven.
In afwijking van vorenstaande kunnen,ten laste van andere in de ge
meente gevestigde instellingen van weldadigheid komende ouden van
dagen,in het rusthuis worden opgenomen tegen betaling van een door
het bestuur te bepalen kostgeld.
Op deze verpleegden is het in het derde lid van dit artikel bepaal
de van toepassing.
Artikel 26.
Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een begrooting en een rekening
op van de inkomsten en uitgaven van het rusthuis.
De begrooting vermeldt alle ontvangsten en uitgaven terzake van het
rusthuis en zooveel mogelijk het bedrag waarop elke post in het bij
zonder wordt geraamd.
Deze begrooting wordt,nadat zij door het bestuur al dan niet gewij
zigd is vastgesteld,met de begrootingen van de burgerlijke armbestu
ren aan Burgemeester en Wethouders ingezonden.
Met betrekking tot de rekening is het in artikel 28 bepaalde van
toepassing.
Artikel 27.
De burgerlijke armbesturen beheeren,onder toezicht van Maatschappe
lijk Hulpbetoon,de eigendommen en de inkomsten met inachtneming van
de bepalingen der Armenwet.
Zij houden een register of staat bij van de eigendommen,welke naar
burgerlijk recht aan de burgerlijke armbesturen toebehooren.
Artikel 28.
De burgerlijke armbesturen zenden jaarlijks vóór 15 Augustus de be-
grootingen der inkomsten en uitgaven met de noodige bescheiden aan
het bestuur.
Het bestuur zendt deze met zijn advies vóór 1 September aan Burge
meester en Wethouders.
De begrootingen worden ingericht naar door Burgemeester en Wethou
ders te geven voorschriften en vast te stellen model.
Buiten de begrooting kan geen uitgaaf geschieden dan met afzonder
lijk voorafgaande machtiging van den Gemeenteraad.
In buitengewone.