aan artikel 23 toe te voegen,,dat gedeelte van aft.22 van het
oude reglement dat luidt:
"Ten aanzien van de lichamelijke verzorging moet worden ge-
eischteene behoorlijke slaapplaats in een afzonderlijk bed,
voorts dat algemeene reinheid in het gezin heerscht en dat
in de plaats waar de persoon uitbesteed wordt,de gelegenheid
bestaatgeneeskundige verpleging te verkrijgen,wanneer dejge
noodzakelijk mocht wezen.
Het gezin der pleegouders moet waarborgen?dat in het belang
van de maatschappelijke opvoeding van het kind een hem passend
schoolonderwijs zal worden gegeven en dat,voor oudere kinde
ren, vakonderwijs kan worden genoten.
Het gezin moet zooveel mogelijk zmjn van dezelfde godsdien
stige gezindte als waartoe het kind of zijn ouders behooren,
opdat voor de zedelijke opvoeding eene passende omgeving wordt
gevonden en de gelegenheid voor godsdienstonderricht verzekerd
zij.
De uitbestede persoon mag weliswaar bezigheden verrichten,
maar niet gebruikt worden als werkkrachtdie gelijk zou zijn
te stellen met een werkkracht in loondienst."
in art.28,laatste regel,door te halen het woord "geen'1.
aan art.29 toe te voegen een nieuw 3e lid luidende:
"Voor het doen van betalingen voor de armbesturen zal het
bevelschrift moeten zijn geteekend door de leden van het be
treffend armbestuurBij verhindering van een der leden is de
voorzitter van Maatschappelijk Hulpbetoon tot medeonderteeke
ning bevoegd"
in de daarop volgende alinea de woorden:"het vorig lid" te
vervangen door "de beide vorige leden" en aan dit lid toe
te voegen:
"waarop door de bedeelden voor de verstrekte ondersteuning is
gekwiteerd"
De aanhef van het laatste lid van dit artikel te lezen:
"De armmeester is verplicht aan het betreffend burgerlijk
armbestuur,aan het bestuur"enz
art.30,6e regel,na het woord"medegewerk$' in te voegen de
woorden:"of die buiten de begrooting zijn gedaan".
in te voegen een nieuw art.31 luidende:
"Aan de loden der armbesturen en van het bestuur-met ui zond erin;
ren dmVocrzitfcor«kan voor het bijwonen van vergaderingen eene ver
goeding in den vorm van presentiegeld tot een door den Raad
te bepalen bedrag worden toegekend.
het bestaande art.31 wordt 32;daarin te schrappen de woorden:
"den Raad".
het bestaande art.32 wordt 33.
Punt VI. De inwerkingtreding op 1 Januari 1941 van de Kinderbijslag
wet heeft tengevolge,dat een deel van het gemeentepersoneel
recht op een kinderbijslag verkrijgt - n.m.zij die werkzaam
heden verrichten welke,indien deze in eene onderneming werden
verricht,hen onder genoemde wet zouden doen vallen - terwijl
een ander deel van dat personeel(in onze gemeente het grootste)
van dit- reeht verstoken blijft.
Door