-3- Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 6.Voorstel tot het verstrekken van een bijdrage uit de gemeentekas aan de plaatselijke comité's voor de viering van de bevrijdingsdag. De heer Dantuma toont zich zeer ingenomen met het voorstel. Hij maakt echter bezwaar tegen de verdeling der gevoteerde gelden onder de diverse comité's. De gemeente telt vier grote dorpen, waarvan Grouw de helft van het zielenaantal heeft. Wanneer voor elk dezer dorpen een bijdrage van f.500,wordt voorgesteld, komt Grouw er zeer karig af. In die verhou ding zou Grouw minstens f.750,moeten ontvangen. De Voorzitter antwoordtdat de verdeling van de beschikbare bedragen over de diverse comité's voor Burgemeester en Wethouders een puzzle is geweest. Aanvankelijk heeft het College gedacht, het bedrag hoofdelijk te verdelen, maar op die wijze komen de kleinere dorpen altijd te kort. Van daar dat een gelijke verdeling over de vier grootste dorpen wordt voorge steld. De heer van den Berg kan zich zeer goed met het voorstel verenigen. Hij is het niet eens met de heer Dantuma. Grouw mag dan het grootste dorp van de gemeente zijn, het heeft financieel gezien ook meer mogelijkheden, om van particulieren of industriëlen steun te verkrijgen, dan de kleinere dorpen. De heer van der Hem deelt evenmin de mening van de heer Dantuma. De klei ne dorpjes moet men in deze tegemoetkomen. Het is een grote opgaaf om in de kleine dorpen iets op touw te zetten. De heer Dantuma zegt, dat hij uit hetgeen de vorige sprekers naar voren brengen, meent te moeten concluderen, dat Grouw "rijk" is en de andere dorpen "arm". Grouw moge dan wat meer nijverheid hebben, de andere dorpen hebben de zuivelfabrieken en de boeren, die de laatste jaren in 't alge meen geen reden tot klagen hebben. Spreker blijft bij zijn mening, dat het organiseren van een dergelijk feest in een klein dorp meer succes oplevert dan in grote dorpen. Hij vindt de verdeling niet juist en Grouw wordt op die wijze te kort gedaan. De heer Wartena wenst zich niet te verdiepen in de vraag, welk dorp er nu wel het beste voorstaat, maar uit ervaring weet hij, dat het zeer moei lijk is in een klein dorp iets met succes te ondernemen. Dikwijls komt men voor de moeilijkheid, dat de zalen te klein zijn en het huren van een feest tent voor een klein dorp te duur is. De heer van de Lageweg kan zich zeer goed met het voorstel van Burgemees ter en Wethouders verenigen. Spreker kan wel horen, dat de heer Dantuma geen boer is, dan zou hij wel anders over de boeren hebben gesproken. MevrHalbertsna zegt, dat de kleinere dorpen vaak het gevoel hebben,dat hun tekort wordt gedaan. Het is helemaal niet erg, dat Grouw dat gevoel nu ook eens heeft. De heer Hondema geeft te kennen,dat hij met de verdeling van het beschik baar te stellen bedrag wel accoord kan gaan. In de vergaderingen van de plaatselijke feestcomités is er vooral de nadruk op gelegd, dat de bevol king in de eerste plaats financieel voor dit feest moet bijdragen en de gemeentelijke bijdrage meer als een aanvullend crediet moet worden be schouwd. Spreker meent, dat de collecte voor dit doel te houden, de door slag moet geven. De heer de Boer suggereert het idee, om deze zaak federatief voor de gehele gemeente te regelen. Indien Grouw een tekort mocht hebben en de overige dorpen een overschot zouden boeken, kan het tekort van Grouw uit deze overschotten worden bestreden. -De-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1955 | | pagina 9