- 3 - 16. Voorstel tot deelneming aan een onderzoek inzake de gasvoorziening. De heer De Boer vraagt zich af, of de materie van de aardgasvoorziening gemeentelijk moet worden "bezien. Hij ziet de gasvoorziening meer als een zaak, welke interprovinciaal, door de drie noordelijke provincies gezamenlijk, moet worden geregeld. Dit is niet een zaak, die per gemeente moet worden heoordeeld. Dan ziet men het in een te klein verhand en betekent het een aanklacht tegen de interprovinciale samenwerking van de noordelijke provincies. De heer Van de Lageweg vindt het daarentegen juist, dat dit onderwerp gemeentelijk behandeld wordt en elke gemeente zich daarover kan uitspreken. Als dit in groter verhand geregeld wordt, hebben de gemeenten niets meer te zeggen. De voorzitter gelooft, dat hier een misverstand in het spel is. De ex ploitatie van het aardgas toch is opgedragen aan de N.A.M. Het gaat hier om de distributie van het aardgas en om een onderzoek naar de mogelijkheid van het gebruik door particulieren zowel als door de industrie. Aan de hand van dit onderzoek moeten de gemeenten nog beslissen, of tot invoering van gas zftl worden overgegaan. De gemeente bindt zich nu nog niet. Het is een intergemeen telijke zaak geworden, ongeveer net zo als de waterleiding. De heer De Boer blijft bij zijn mening, dat dit onderzoek door de samenr- werkende noordelijke provincies had moeten uitgaan. Wethouder de Jong meent uit het betoog van de heer De Boer te moeten concluderen, dat deze tegen het onderzoek-zelve geen bezwaar heeft, doch meer bedoelt, dat er voor de gehele aardgasvoorziening in het noorden êên distri butiebedrijf wordt ingesteld en niet in elke gemeente een dergelijk bedrijf wordt opgericht, zoals voorheen met de electriciteitsvoorziening is geschied, toen elke gemeente haar electriciteitsbedrijf had. Spreker meent, dat de dis tributie van aardgas van de aanvang af geconcentreerd moet worden. De voorzitter merkt op, dat de waterleiding is geregeld in de vorm van een N.V., waarvan de gemeenten deelhebbers zijn. Een soortgelijke regeling zou voor de aardgasdistributie kunnen worden getroffen, waarbij de gemeenten als deelhebbers nog een vinger in de pap kunnen houden. De heer Honderna zegt, dat de gemeente tegenover de verbruikers van zgn. flessengas wel verplicht is het beoogde onderzoek in te stellen. Spreker had gaarne gezien, dat er eerst een gasbedrijf wordt opgericht, waarbij de ge meenten eventueel nu of later kunnen toetreden. Wij moeten geen kapitaal gaan investeren voor de oprichting van een gemeentelijk bedrijf, dat misschien later, na concentratie, weer overgedragen zal moeten worden, zoals destijds met het gemeentelijk electriciteitsbedrijf is geschied. De voorzitter:"Zo wordt er meer over gedacht. Er gaan zelfs stemmen op om alle energievoorzieningen in êên "pool" onder te brengen.' Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten. 17Aanvrage om ontslag van mejJ.P.Keuning als onderwijzeres aan de J.H.Nieuwold- school te Warga. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor stel besloten. RONDVRAAG. Mevr. Spijkstra merkt op, dat een gedeelte van de haag aan de Roorda- huizumer "pündyk" in slechte toestand verkeert. De voorzitter neemt hiervan nota. Mevr. Kuiper zegt, dat van de op de gedempte Grondaam gedeponeerde rom mel een gedeelte is opgeruimd, maar nog lang niet alles. Ook de roestige vlet ligt nog steeds op het trottoir in de Hoofdstraat. Zij dringt er op aan, dat een en ander zo spoedig mogelijk wordt verwijderd. De voorzitter antwoordt, dat de heer Bottema is aangeschreven de vlet vóór 8 juli te verwijderen. De heer Sjoerdsma wijst op een ander gedeelte van de gedempte Haven, tegenover de Jeugdherberg, waar door smid Roodbergen regelmatig werktuigen en materialen worden opgeslagen. De voorzitter zal dit doen onderzoeken. - Mej.Bosma -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1963 | | pagina 9