.-...«rr.iwp. 5« Voorstel tot wijziging van de
GROUW gemeentebegroting 5oo? 1963.
Aan de gemeenteraad.
No. 2874
Grouw, 8 november 1963»
Zoals u bekend is, hebt u in uw vergadering van 30 mei j.l.
besloten, de begroting voor 1963 sluitend te maken door een rigoreuze
schrapping cq. verlaging van uitgaven, waaronder subsidies, door het
scheppen van nieuwe inkomstenbronnen (pontgeld, liggeld voor vroonsche
pen e.d.) en het verhogen van bestaande inkomstenposten (reinigings
rechten, hondenbelasting e.d.).
Óp het betrokken besluit hebben gedeputeerde staten thans hun
visie gegeven, welke ons aanleiding geeft het volgende op te merken.
Herstel weg Grouw-Irnsum.
Agria aanhangwagentje en snoeimachine.
De kosten van deze voorzieningen waren tenlaste van de saldi
reserve gebracht. Gedeputeerde staten kunnen zich hiermede met het oog
op het karakter van de uitgaven niet verenig.e.n_ Inderdaad betreft
het hier geen eenmalige uitgaven, doch uitgaven, welke hun nut over
langere termijn uitstrekten en in een bepaald aantal jaren behoren te
worden afgeschreven. De daaruit "voortvloeiende lasten dienen dan uit de
gewone dienst der begroting te worden gedekt. Dat deze handelwijze niet
is gevolgd, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat de begroting
geen ruimte meer bood.
In de gegeven situatie zullen de ter zake gedane ramingen moeten
worden ingetrokken en zal moeten worden overwogen, of de hierbedoelde
voorzieningen in 1964 kunnen worden getroffen.
Heffing van pontgelden.
Bij uw besluit van 30 mei j.l. was een verordening vastgesteld
op de heffing van pontgelden voor de pont nae t de Bird. Aangezien ver
wacht mocht worden, dat hierop tegen 1 juli 1963 de koninklijke goed
keuring zou worden verkregen, werd de inwerkingtreding op die datum
bepaald.
Gedeputeerde staten delen thans mede, dat het zich laat aanzien,
dat de goedkeuring niet meer in 1963 zal worden verleend. Dit betekent,
dat de geraamde opbrengst van de pontgelden ad f.8500,- niet gereali
seerd kan worden en de betrokken post moet worden geschrapt.
Heffing vergunningsrecht.
Indertijd werd besloten, dat het vergunningsrecht ingevolge
de Drankwet zou worden verhoogd. Het het oog op het vergunningsjaar
(1 mei t/m 30 april) kon deze verhoging in de begroting voor 1963 niet
meer tot uiting komen. Daar zulks voor de volgende jaren wel het geval
wa3, werd voor 1963 besloten, voor het verkrijgen van een met de op
brengst overeenkomende inkomst ad f.1500,- een eenmalig beroep te
doen op de saldi-reserve.
Daar gedeputeerde staten tegen deze handelwijze bezwaar hebben
gemaakt, zal de betreffende raming moeten worden afgevoerd.
Huur van huizen en andere gebouwen.
In de begroting was wegens de jaarlijkse lasten (schoonhouden,
verwarming enz.) van devooiïnalige Master Wielsmaskoalle een bedrag ge
raamd van fr4000," en wegens huuropbrengst f1400,-. Gedeputeerde staten
staan op het standpunt, dat de lasten volledig door de huuropbrengst
moeten worden gedekt.
-Blijkens-