Het lijkt mij toe, dat deze drie belangrijke feiten, die de begroting
van 1966 kenmerken, wel eens extra genoemd mogen worden, tegen de achter
grond van de teleurstelling, die wij van 1962 af hebben beleefd. De begro
ting van 1965 sloot weliswaar met het geringe saldo van f 585,maar
tegelijkertijd moest u de financiële onmogelijkheid accepteren, een aanvang
te maken met de betaling van rente en aflossing voor de reeds uitgevoerde
verbetering van de Meersweg. Gelukkig konden wij in de loop van het jaar
daarmee beginnen.
Het jaar 1965 heeft ons nog weer sterker overtuigd van het grote be
lang, met een reëel sluitende begroting het jaar te kunnen beginnen; althans
met een in financieel-technisch opzicht sluitende begroting. Op dit laatste
leg ik een bijzondere klemtoon, want de ervaring heeft ons allen op bijzonde
wrange wijze geleerd, hoezeer een zogenaamd reëel sluitende begroting een
ontstellende schijnvertoning kan zijn t.a.v. de werkelijke behoeften en no
den van een gemeente. Maar desniettegenstaande biedt ook een alleen slechts
financiëel-technisch sluitende begroting, de gemeente de mogelijkheid om de
dienst niet te laten verlammen en het weinige, dat er in is opgenomen, na
goedkeuring zo snel mogelijk uit te voeren.
Ik geloof ook, dat wij met voldoening mogen vaststellen, dat deze
begroting anderhalve maand eerder aan u kan worden voorgelegd dan haar voor
gangster. Het lijkt een kleinigheid, maar het is niet onbelangrijk. Hoe
eerder in het nieuwe jaar met de nieuwe begroting kan worden gewerkt, des te
minder kans lopen wij, dat door een onvoorziene samenloop van omstandigheden
bepaalde begrotingsposten voor het einde van het dienstjaar niet kunnen wor
den gerealiseerd. Wij zullen trachten op dit goede pad nog minstens een stap
verder te gaan, door te trachten de begroting-1967 reeds de tweede woensdag
in december aan uw beoordeling voor te leggen.
In het begin van mijn rede heb ik u reeds uiteengezet, hoe moeilijk de
financiële positie van onze gemeente nog steeds is. Met uw medewerking heeft
het college van B.en W. in het afgelopen jaar dan ook met grote behoedzaam
heid binnen het raam van de zeer beperkte financiële mogelijkheden moeten
manoeuvreren, om nog een aantal belangrijke voorzieningen gerealiseerd te
krijgen. Graag wil ik u daarvan een zeer beknopt overzicht geven, in het
bijzonder om u er van te doordringen, welk een constructief en dankbaar werk
het besturen van een gemeente kan zijn, wanneer gevoel voor realiteiten en
prioriteiten zich paart aan vindingrijkheid, behoedzaamheid en scherp finan-
ciëel inzicht. Dat het u aan deze eigenschappen in 1965 niet heeft ontbroken
kan het volgende overzicht aantonen.
Omdat het mijn gewoonte is, het zgn. venijn niet in de staart op te
hopen, maar in de kop, moet ik u eerst confronteren met een teleurstelling.
Deze teleurstelling - en ik ben er van overtuigd in uw aller naam te
spreken - bestaat hieruit, dat Grouw nog steeds niet is aangesloten op het
aardgasnet. De voortvarendheid, waarmede de aannemer, die het buizennet
moest aanleggen, heeft gewerkt, deed de gegronde verwachting ontstaan, dat
omstreeks half december 1965 he eerste wijken aardgas zouden ontvangen. Er
zijn twee oorzaken, waardoor dit nog steeds niet is gebeurd.
De ene oorzaak is de zeer vroeg ingevallen winter, waardoor langdurige
stagnatie in de werkzaamheöen ontstond.
- De andere -