U. Beroepschrift van de directeur van de rijks
gebouwendienst te Groningen tegen de weige
ring van een bouwvergunning.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 2997
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 17 december 1971.
Bij ons besluit van 1 november j.l. hebben wij afwijzend beschikt
op een verzoek van de directeur van de rijksgebouwendienst te Groningen
tot het bouwen van een 60 meter hoge antennemast op een terrein gelegen
bij het kruispunt van de Oostergoostraat en de Stationsweg te Grouw.
Bedoeld perceel is gelegen temidden van de toekomstige woningbouw en bo
vendien op een markant punt aan de invalsweg naar Grouw.
De bouwvergunning is geweigerd, omdat naar onze mening het bouwwerk
in strijd is met het bepaalde in artikel 3^, 1e lid, der bouwverordening
in deze gemeente, daar het uiterlijk en de plaatsing zowel op zichzelf
als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikke
ling daarvan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Tegen dit besluit is de directeur van de rijksgebouwendienst binnen
de voorgeschreven termijn bij de raad in beroep gekomen.
Appellant voert aan, dat de mast een onmisbaar knooppunt vormt in
het voor de rijkspolitie en mede voor de veiligheid van de burgerij van
het grootste belang zijnde mobilofoonnet. Voorts is het volgens het inge
diende beroepschrift om technische redenen en terwille van de veiligheid
(gevaar voor sabotage) noodzakelijk, dat de antennemast met bijbehorende
apparatuur - o.a. een noodstroomaggregaat - op het emplacement van de
rijkspolitie komt te staan. Verder - aldus appellant - is al het mogelij
ke gedaan cm aan eventuele welstandsbezwaren tegemoet te komen. Zo zullen
voor de onderhavige mast geen tuidraden nodig zijn en zal de mast geen
horizontale uitsteeksels of in het oog vallende reflectoren hebben. Bo
vendien is de mast licht van kleur en steekt zij weinig tegen de lucht
af, terwijl de voet van de mast door de bebouwing aan het oog is onttrok
ken.
De commissie voor administratief beroep heeft de directeur van de
rijksgebouwendienst en twee vertegenwoordigers van de politieverbindings-
dienst in haar vergadering van 7 december j.l. gehoord en terzake het
volgende rapport uitgebracht:
De commissie voor administratief beroep heeft heden de directeur van
de rijksgebouwendienst en twee vertegenwoordigers van de politieverbin-
dingsdienst gehoord over het tot de raad gerichte beroepschrift tegen het
besluit van burgemeester en wethouders d.d. 1 november j.l. tot weigering
van een vergunning voor de bouw van een 60 meter hoge mast op het terrein,
gelegen bij het kruispunt van de Oostergoostraat en de Stationsweg te
Grow ten behoeve van de rijkspolitie.
Van de zijde van appellanten werd naar voren gebracht, dat. het nood
zakelijk is, dat de politie voor het scheppen van goede verbindingen de
beschikking krijgt over een antennemast als gevraagd. Met het oog op zijn
ligging is Grouw een zeer geschikte plaats voor het aangegeven doel.
Inschakeling van de mast bij de B.B.-bunker is niet mogelijk, omdat
deze enerzijds te laag is voor het verkrijgen van voldoende reikwijdte en
anderzijds het inbrengen van een installatie, storend zou inwerken op de
BB-verbindingen
Evenmin kan een oplossing worden gevonden bij de televisiemast te
Irnsum, omdat deze geen ruimte biedt voor de nodige apparatuur en het bo
vendien niet mogelijk is, eventuele defecten tijdens de weekends en de
nachtelijke uren te verhelpen.
Grouw, 7 december 1971»
lï