dat het formeel zo is,
Spreker zegt dat Aegum geografisch in het centrum van Friesland ligt. De
heer van der Hen heeft in de commissie al opgemerkt, dat de mast daar
dan maar gebouwd moet worden. Spreker heeft voorts geïnformeerd in plaatsen
waar de mast is geplaatst zoals Vollenhove en Koog a/d Zaan. Van de
kant van de aanvrager is opgemerkt dat elke plaats niet geschikt is in
verband net sabotage. Spreker meent dat meer objecten zoals gasontvangst—
stations gevoelig voor sabotagedaden zijn. Daarom zal dit wel wat mee
vallen. Spreker zegt het er mee eens te zijn, dat het politieapparaat goed
moet functioneren. Maar dat kan ook wel met deze mast op een andere plaats.
Deze aanvraag strijdt met het bepaalde in artikel 3l+ van de bouwverordening
dezer gemeente. Daarom zal Spreker het voorstel van burgemeester en wethou
ders ondersteunen.
De heer van der Hem zegt uit de tent te zijn gelokt. Inderdaad heeft
Spreker in de commissie gezegd: "Wanneer de mast niet in Grouw komt, zet
hem dan maar in Aegum". Het politieapparaat moet nu eenmaal goed kunnen
functioneren. De BB-mast is voor dit doel te kort, terwijl in Irnsum geen
mogelijkheid tot inbouw was. "Zet maar neer", aldus concludeert Spreker.
De heer Sipke de Boer zegt het betoog van de heer Meester te kunnen
onderschrijven. Spreker merkt op, dat/wanneer burgemeester en wethouders
gunstig op het verzoek om de bouw van de mast hadden beschikt, de zaak bin
nenkamers was afgedaan. Spreker heeft eigenlijk bezwaar tegen deze gang van
zaken, vooral bij zulke ingrijpende gevallen. Burgemeester en wethouders
hebben het recht dit te doen, maar Spreker zou het echter op prijs stellen
indien de raad in een dergelijk geval zou worden geïnformeerd. Zijn fractie
is het met het college eens dat het politieapparaat goed moet functioneren.
Maar op de aangegeven plaats is de mast niet aanvaardbaar. Men kan nu twee
dingen doen: 1. het verzoek afwijzen; 2. de plaats afwijzen en de deur open
houden cm de mast elders te pla.atsen, zulks in overleg met de raad en even
tueel de bevolking.
De voorzitter zegt, dat hij als voorzitter van het college van burge
meester en wethouders van mening is, dat de vergunning zonder meer moest
worden verleend. Spreker merkt naar aanleiding van het gezegde van de heer
Sipke de Boer op, dat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders cm
bouwvergunningen te verlenen geen delegatie van de raad aan dit college be
tekent. Burgemeester en wethouders hebben deze bevoegdheid krachtens de wo
ningwet (art. 1+7Zo is de formele gang van zaken
Spreker is van mening dat de raad zich niet moet begeven in een zo
hellend gegeven cm voor het verlenen van bepaalde bouwvergunningen eerst de
raad of de bevolking te horen. De praktijk is dan dat het dagelijks bestuur
van de gemeente voor een onmogelijke taak staat. Het lijkt dan meer op op
spraak. Spreker zegt, dat het college er niets voor voelt over deze aange
legenheden eerst een hoorzitting met de bevolking te houden waar pro en
contra naar voren komt. Burgemeester en wethouders willen de hun opgedragen
verantwoordelijkheid niet afwentelen op buitenstaanders. Daarom voelt het
college niets voor een hearing. Dit blijkt ook wel uit de wijze van inlei
ding van dit voorstel. De portê van deze zaak achten burgemeester en wet
houders niet van dusdanig gewicht om een minder- of meerderheidsvoorstel in
te dienen. Het gaat hier om een vrij eenvoudige gegeven. Spreker heeft de
"onzin" in de Frisia gelezen. Hij vindt dit waardeloos gepraat, beneden elk
niveau. De mast wordt als bouwwerk een ijl en smal gegeven met aan de voet
een breedte van 1.80 m en met een uitloop naar boven van 25 a 30 cm. Dit
slaat vermoedelijk op de door de heer Meester aangehaalde kerstboom. Boven
op komt een antennestaaf met een doorsnede van 30 a 1+0 mm. Het geheel is 60
meter hoog. De mast zelf is niet getuid. Het gaat hier om een ijle speci
fieke constructie. De buizen van de benedenconstructie zijn van 35 a 1+0 mm
doorsnee. Dit is het hele eiereten. De zogenaamde schade, welke aan het
dorpsbeeld wordt toegebracht acht Spreker gepraat in de ruimte. Spreker
zegt een aantal masten met de directeur van gemeentewerken te hebben beke
ken. Zo is de mast in Driebergen langs de weg Utrecht-Arnhem hem nog nooit
eerder opgevallen. Ook de masten in Vollenhove, Heilo en Zelhem vielen
reusachtig mee. Spreker zegt met rondom wonenden over de eventuele overlast
te hebben gesproken. Erkend werd dat door de mast geen enkele storing op
trad. Niemand had dan ook maar enig bezwaar tegen de mast. Op grond daarvan
is Spreker dan ook van mening dat de vergunning moet worden verleend. Niet
dat het een fraai gezicht is. Maar de loods, welke Volma indertijd heeft
gebouwd is heel wat lelijker.