Grouw, 20 februari 1974. De Commissie voor Administratief Beroep heeft heden de heer A. Rusticus gehoord over zijn tot de raad gericht beroepschrift tegen de beslissing van burgemeester en wethouders d.d. 17 december j.l. tot weigering van een vergun ning voor de bouw van een garage c.q. berging en hondenkennel op het perceel kadastraal bekend gemeente Roordahuizumsektie A, no. 1323. De heer Rusticus verklaarde, dat hij de berging met kennel had gebouwd, om daarmede aan zijn hobby tot het houden van honden te kunnen voldoen. Hij was er niet mee op de hoogte, dat hij hiervoor een bouwvergunning nodig had. Van de Rijkswaterstaat heeft hij toestemming verkregen om een uitrit te maken op de rijksweg, zodat hij meende, dat dan ook een garage zou mogen worden ge bouwd. Gelet op deze toelichting en na raadpleging van de terzake geldende stukken heeft da commissie geconstateerd, dat het terrein, waarop bedoelde opstallen zullen worden gebouwd (of reeds zijn gebouwd) in het bestemmings plan voor Roordahuizum is bestemd voor agrarische doeleinden klasse A, het geen betekent, dat daarop geen gebouwen mogen worden opgericht. Zij is derhalve tot de conclusie gekomen, dat burgemeester en wethouders de vergunning voor de bouw van een garage c.q. berging en hondenkennel te recht hebben geweigerd. De commissie geeft u mitsdien in overweging, het beroepschrift ongegrond te verklaren en het gewraakte besluit van burgemeester en wethouders d.d. 17 december 1973 te handhaven. De Commissie voor Administratief Beroep, (w.g.) P. van der Hem. (w.g.) Sjda Beer. (w.g.) J.Th. Heester. Aan de raad. Aan burgemeester en wethouders

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1974 | | pagina 72