Grouw20 februari 1974.
De Commissie voor Administratief Beroep heeft heden mevr. I.ïT. van Zeijl-
Hosmar - geassisteerd door haar echtgenoot de heer R.A. van Zeijl - gehoord
over haar tot de raad gericht beroepschrift tegen de beslissing van burgemees
ter en wethouders d.d. 3 december j.l. tot weigering van een vergunning tot
het uitbreiden van de woning Graalda no. 69, deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Grouw, sektie A, no. 4491.
Mevr. van Zeij11 deelde mede, dat zij de ruimte, die door de verbouw
wordt geschapen dringend nodig heeft voor het geven van lessen en dat de buren
tegen deze uitbreiding geen bezwaar hadden. Bovendien worden door de buren
pergola's in aansluiting op de woning aangebracht, zodat met de voorgenomen
uitbreiding het algemene beeld niet wordt geschaad.
Maar aanleiding van deze toelichting en na kennisneming van de op deze
zaak betrekking hebbende stukken heeft de commissie geconstateerd, dat door de
voorgenomen uitbreiding de bebouwingsstrook van 10 meter wordt overschreden,
hetgeen ingevolge artikel 7 van de bebouwingsvoorschriften, behorende bij het
bestemmingsplan in onderdelen voor de kern Grouw niet is toegestaan.
Zij kan derhalve niet anders concluderen, dan dat burgemeester en wethou
ders de vergunning terecht hebben geweigerd.
De commissie geeft u mitsdien in overweging, het beroepschrift ongegrond
te verklaren en het gewraakte besluit van burgemeester en wethouders van 3 de
cember j.l. te handhaven
TJat de bouw van een garage betreft, meent de commissie nog te moeten op
merken, dat haar is gebleken, dat in de oorspronkelijke bouwaanvrage voor de
woning de garage reeds was begrepen, zodat te dien aanzien geen nieuwe aan
vraag behoeft te worden ingediend.
De Commissie voor Administratief Beroep,
(w.g.) P. van der Hem.
(w.g.) Sjde Boer.
(w.g.) J.Th. Meester.
Aan de raad.
Aan burgemeester en wethouders.