GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
6. Voorstel tot het treffen van salarismaatregelen ten be
hoeve van het gemeentepersoneel en het personeel der
Stichting Friesma Hien per 1 april 1974.
Aan de gemeenteraad.
No.: 1611
Grouw, 31 mei 1974.
In verband met de onlangs door de regering, met gebruikmaking van de mach
tigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid 1974 (Stbl. 1), geno-
mèn beslissingen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden voor particuliere werk
nemers, zullen voor het overheidspersoneel in het kader van het trendbeleid per
1 april 1974 de volgende salarismaatregelen worden getroffen:
1©. een verhoging van de krachtens de machtigingswet verleende toeslag van
30' tot f 45, per maand (welk bedrag ook thans niet in de salarisbe
dragen wordt verwerkt)
2^.. een algemene salarisverhoging van 3%, met een minimum van 37,50 per maand.
TToeslag ingevolge de Machtigingswet.
a. de naast de salarissen verleende toeslag wordt per 1 april 1974 voor
degene van 21 jaar en ouder verhoogd van 30,tot 45,per maand
en voor de overigen als volgt:
20 jaar: verhoogd van 27,— tot 40,50 per maand;
19 jaar: verhoogd van 24,— tot 36,— per maand;
13 jaar: verhoogd van 21,— tot 31,50 per maand;
17 jaar: verhoogd van 13,— tot 27,— per maand;
16 jaar: verhoogd van 15,tot 22,50 per maand;
15 jaar: verhoogd van 12,— tot 18,— per maand,
in die zin, dat de hogere aanspraak ontstaat op de eerste dag van de
maand, waarin men de van toepassing zijnde leeftijd bereikt.
De toeslag dient te worden aangemerkt als ambtelijk inkomen in de zin
van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zodat hierover eveneens pen-
sioenbijdrageverhaal dient plaats te vinden.
TT- Algemene salarisverhoging per 1 april 1974.
De in de bijlagen AI tot en met III vermelde salarissen zijn volgens de
inpassingstabel, behorende bij de ministeriële circulaire van 5 april
1974, nr. AB 74/U541, verhoogd.. De bedragen in bijlage AIV (volwassenen
met een jaarsalaris) zijn conform de ministeriële richtlijnen met 3% ver
hoogd.
111Ambtenaarschap/pens ioenbi j drageverhaal
Het grensbedrag voor het verkrijgen van het ambtenaarschap in de zin van
de Algemene burgerlijke pensioenwet wordt met ingang van 1 april 1974 ver
hoogd van 3.580,50 tot 3.734,—
Het bedrag van de franchise, bedoeld in het Verhaalsbesluit Algemene bur
gerlijke pensioenwet wordt gerekend van 1 april 1974 verhoogd van 11.220,-
per jaar 935, per maand) tot 11.640,per jaar 970,per
maand)
IV. Minimumbedrag per kind In de vakantie-uitkering.
Jaarlijks per 1 mei dienen het bedrag van de "vloer" in de vakantie-uitke
ring en het bedrag per kind, waarvoor volledige kindertoelage wordt geno
ten, te worden herzien overeenkomstig de sedert 1 mei van het voorafgaande
jaar aangebrachte algemene wijzigingen in de salarissen ingevolge het Be
zoldigingsbesluit burgerlijke Rijksambtenaren 1948.
Rekening houdende met de na 1 mei 1973 tot stand gekomen algemene salaris
verhogingen en met de toeslag ad 45,ingevolge meergenoemde machti
gingswet, zullen het bedrag van vorenbedoelde "vloer" en het bedrag per
kind met ingang van 1 mei 1974 worden verhoogd respectievelijk van 90,74
tot 107,17 per maand 1.286,04 per jaar) en van 6,89 per maand tot
7,97 per maand 95,64 per jaar).
- 2 -