- 10 -
In dit gebied moeten, onder toenemende druk van de groeiende rekreatieve behoef
ten, zeer tegengestelde belangen met elkaar in evenwicht worden gehouden. Het is
een irriterende ervaring, wanneer een daarop gericht beleid, dat met grote
behoedzaamheid moet worden gevoerd, verstoord dreigt te worden door beslissingen
op provinciaal niveau.
De heer Sipke de Boer zegt respekt voor het stuk van de heer Bangma te hebben.
Spreker zou deze materie misschien wat harder hebben aangepakt. In 1963/64 is al
eens opgemerkt, dat het gehele natuurgebied eigenlijk in handen van de overheid
zou moeten komen. Toen is het ïsaacwiid afgesloten. Het natuurgebied is nu een
maal kwetsbaar. Het mooiste zou zijn, dat te zijner tijd de oeverstroken in het
gehele gebied zou worden onteigend. Zoals uit de repliek van burgemeester en
wethouders op de laatste zin van het verzoek van Bangma blijkt, zijn de proble
men eerder toe dan afgenomen. Spreker zegt een voorstel aan de raad te willen
doen, waarin gedeputeerde staten met klem worden verzocht in dit natuurgebied
zonder voorafgaand overleg en overeenstemming met het gemeentebestuur geen maat
regelen te nemen.
De heer Sjouke de Boer stelt voor, dat ook de gemeenten Smallingerland en
Tietjerksteradeel adhesie betuigen met dit voorstel.
De voorzitter zegt, dat op het gebied van de watersportrekreatie momenteel
een vrij intensief overleg gaande is tussen de 3 watersportgemeenten. Hopenlijk
zal dit uitmonden tot het in het leven roepen van een gemeenschappelijk overleg
orgaan. Ook de buurtgemeenten staan nu niet direkt te juichen over het door gede
puteerde staten gevoerde beleid op dit punt.
Wethouder Vledder meent, dat van het voorstel van de heer Sipke de Boer wel
een afschrift aan beide gemeenten moet worden gezonden.
De voorzitter vestigt er de aandacht op dat zowel de provincie als de gemeen
ten een eigen besluitvorming kennen. Daarom is "overeenstemming", zoals het
voorstel luidt, niet mogelijk.
De heer Van de Lageweg zegt.dat de heer Sipke de Boer heeft gesproken over
onteigening van alle oeverstroken. Wat kan de gemeente doen tegen besluiten van
de provincieJ "Ilv/at hat dc lytofemt yn to fcringen tsjrn de beer- alaus spreker;
De voorzitter zegt, dat de heer de Boer bedoelt, dat dit gebied eigenlijk een
gemeenschappelijk bezit sou moeten zijn.
De heer Sjouke de Boer merkt Op, dat de dienst van gemeentewerken zelf een
breedte van 12 m heeft gemeten. Nu de Provinciale Waterstaat een breedte van 7
m opgeeft, moet de gemeente het er niet bij laten zitten.
De voorzitter merkt op, dat de bedoeling van de interpellatie is, gedeputeer
de staten duidelijk te maken hoe zeer ze hebben gefaald. Dit college heeft toe
gezegd burgemeester en wethouders nog nader omtrent de breedte te zullen infor
meren. Wij hebben toen gezegd, denk er om dat we op 6 augustus raadsvergadering
hebben, tot vandaag is nog geen antwoord binnengekomen. Wat hier is gèbeurd, is^^
treurig. Het is een bijzonder droevige zaak. Hier is het beleid van de gemeegt
ten behoeve van kleine belangen doorkruist.
Tenslotte wordt besloten gedeputeerde staten met klem te verzoeken voortaan
geen maatregelen te namen ten aanzien van het natuurgebied van Idaarderadeel
zonder voorafgaand overleg met het gemeentebestuur en voorts de betreffende
sloot alsnog terug te brengen op zijn Oorspronkelijke breedte van 7 m (op maai
veldhoogte)
24. Voorstel tot intrekking van het raadsbesluit d.a. 9 april j.l., no. lib, tot
onteigening van een perceelsgedeelte grond.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
besloten.
25. Aanvraag van het bestuur van de Verenigirg tot Stichting en Instandhouding van
Scholen met de Bijbel te Wartena om medewerking ex art. 72 der Lager-onderwijs
wet 1920 voor de bouw van een derde leslokaal.
De heer Sjouke de Boer zegt de tekening te hebben bezien en de situatie ter
plaatse te hebben bekeken. Spreker zegt de uitbreiding met een lokaal niet mopi
te vinden eri hij meent ook uit het voorstel van het college te kunnen lezen, dat
men met deze oplossing niet wijs is. Om het schoolplein te creëren moet men ge
bruik maken van de straat. Spreker vindt dit te ver gaan. Het wordt nü een wat
benauwde situatie.
/"De lytsfeint wol tsjin de baes sizze, hoe it moat". - 11 -