Bescheiden en rustig. Niettemin - merkwaardige trek tegen de achtergrond van deze ei
genschappen - de onbetwiste literator van de raad.
Literator van de raad. Hij zal er zelf met enig schouderophalen, de nodige
vraagtekens achter zetten. Goed, ik erken, het is een beetje overdreven, maar het
feit blijft bestaan, dat zijn op schrift gestelde beschouwingen waren vervat in zeer
mooi en vloeiend Fries proza. Soms bewogen van toon, maar zonder pathetiek. Een ge
noegen om ze na de raadsvergadering nog eens over te lezen, teneinde de taalkundige
kwaliteit ervan goed te kunnen proeven.
Zijn liefde voor dé Friese taal en zijn liefde voor het Friese water- en wei
delandschap met alles wat er in leeft en groeit, vormen in deze man een eenheid. Het
ene drukt bij hem het andere uit. Ook zijn interpellatie van vandaag heeft dit weer
bevestigd. In hem zullen wij vooral missen de hoeder over de zeer waardevolle ele
menten van het Friese leven in dit Lage Midden: het landschap van water en weiden met
alles wat er in leeft en groeit. Bedankt, mijnheer Bangma. biina
De heer de Visser, Pieter de Visser, zoals we hem graag noemen, neemt na zeven
jaar afscheid (sinds 12 september 1967). In de goede zin van het woord, een apart
mens, een rondborstige boer, die zijn mening op tafel durft te leggen. Populariteit
bij het publiek is geen zaak die hem wakker houdt. De heer de Visser is op mij over
gekomen als een kerel uit één stuk. Een lastige man soms, maar goud eerlijk. Iemand
met een grote dosis politieke en zedelijke moed. Een man die met zijn mening alleen
durft staan en er niet aan laat tornenniet door overwegingen van politieke taktiek
en nog minder door overwegingen van publieke populariteit. Een vent uit één stuki
Zulke mensen, die op een eerlijke en respectabele manier weinig voelen voor een com
promis, zijn vrij zeldzaam in het politieke leven. Wij moeten ze in ere houden. Het
zijn - mits hun aantal niet te groot is - onmisbare stukjes zuurdesem in de politiek,
die dwingen tot oprechtheid en eerlijkheid. Ik mocht Pieter de Visser wel, ook wanneer
ik het hartgrondig met hem oneens was. Het spijt mij dat hij weggaat.
Mevr. Spijkstra behoort in zittingsjaren tot de middenmoot van de raad. Zij deed
llh jaar geleden haar intrede (op 28 februari 1963). Ik heb niet vaak een vrouw meege
maakt, die in het politieke leven zozeer bereid is overal achteraan te gaan en overal
bij aanwezig te zijn. Een zeer actieve vrouw, die geen moeite te veel is.
Als voorzitter van de raad heb ik mij tegenover haar vrijwel steeds in uiterste
posities gevoeld. Ik bedoeld het zo: öf ik had het makkelijk tegenover haar, óf ik
had het moeilijk. Om ook dit nader toe te lichten; óf ik kon van te voren nauwkeurig
begroten hoe zij op een bepaald voorstel zou reageren, of ik kon haar reacties met
geen mogelijkheid voorspellen.
Ik weet, geloof ik, ook wel hoe dat komt. Zij is in haar reageren op wat er
leeft in de gemeente typisch een vrouw. Hoewel, misschien is dit weer typisch een
mannenopmerking. Goed, het zij zo.
Typisch een vrouw, omdat zij sterk reageert op de behoeften van de dag. Het
tegemoetkomen aan een direkte behoefte, aan een binnenkomend verzoek, spreekt haar
meer aan, dan het beleid op middellange termijn, en het denken in prioriteiten. Een
echt moederlijk trekje heb ik wel eens gedacht: het kind wil toch zo verschrikkelijk
graag een bal, nou vooruit dan maar, alweer een dankbare ziel; de fiets om naar
school te gaan moet dan nog maar even wachten.
Maar kinderen vragen voortdurend om een nieuwe bal en daardoor kan die nood
zakelijke fiets een uitgesteld bezit blijven. geleden
Nog niet zo lang/heb ik haar in de raad eens voorgehouden, dat haar, op zich
zelf te waarderen, geneigdheid öm tegemoet te komen aan allerlei meer of minder
dringende behoeften van de dag, tot gevolg zou kunnen hebben, dat de gemeente straks
niet over voldoende financiën zou blijken te beschikken, wanneer wij toestemming zou
den krijgen voor bijvoorbeeld de bouw van een zwembad. Haar antwoord, dat ik nauwkeu
rig had kunnen voorspellen, luidde: "Dat zien we dan wel weer'.En ik denk dan: op die
manier komt er nooit een fiets om naar school te gaan, want alle geld wordt voortdu
rend aan ballen uitgegeven.
Dit moederlijke trekje, het meer ontvankelijk zijn voor de wensen van de dag,
dan voor de noodzakelijke financiële planning om grote objekten in de naaste toe
komst tot stand te kunnen brengen, zullen we ook in de raad gaan ontberen. De ver
scheidenheid in opstelling van de raadsleden wordt er niet kleurrijker door.
De heer Sipke de Boer, fractieleider van da grootste raadsfractie. Bijna 13
jaar lid van de raad (sinds 14 november 1961)Ik meen, dat ik hem eens hoorde zeg
gen: "Het is nu mooi genoeg geweest, voor mij maar eens een ander".
- 14 -