- 2 -
Niet ontkend kan echter wordendat - achteraf beoordeeld - deze maatregelen niet
tijdig genoeg zijn genomen en dat de problemen in het verleden niet altijd scherp on
der ogen zijn gezien. Uit het bovenstaande zal u zijn gebleken, dat de achterstanden
betrekking hebben op de periode tot 1 juli 1971
Eerst na de overgang per 1 juli 1971 op de computer kwam er wat tijd om aan
dacht te besteden aan deze achterstanden.
Wij wilren hierbij heel duidelijk stellen, dat de boekhouding van het bedrijf -
ook in het verleden - aan redelijke maatstaven voldeed en nog voldoet. Van een chaos
- zoals wel eens is gesuggereerd - is geen sprake en is ook nooit sprake geweest. Al
le stukken zijn aanwezig, alle ontvangsten en uitgaven zijn verantwoord, alleen - en
daar ligt het knelpunt - de ni.et-betalers zijn niet op tijd aangemaand.
Zonder dit nu als excuus voor de vergissingen bij het afboeken van de ontvangsten
te willen aanvoeren, moet toch wel worden opgemerkt, dat de structuur van het bedrijf
het maken van vergissingen toch wei wat in de hand werkt. Zo zijn er in feite 5 zelf
standige gasbedrijven plus één overkoepelend orgaan voor administratie en direktie.
De inkomsten kunnen op zes verschillende manieren binnenkomen, n.l. via de 5 reke
ning-couranten met de 5 gemeenten en via de eigen girorekening van het gasbedrijf.
Gebeurt het dandat een gasdebiteur uit de one gemeente betaalt bij da gemeente-ont
vanger van een andere gemeentedan is het gevaar van een verkeerd afboeken levens
groot aanwezig.
Bij het inventariseren van de ingekomen bezwaren etc. blijkt verder, dat er tal
rijke misverstanden leven bij het publiek. Met name bestaat er dikwijls verschil van
mening over de periode, waarop een bepaalde betaling betrekking heeft. Betaalde men
bijv. periode 3 var 1970 en stond periode 2 van 1970 nog open (meestal was dit het
zelfde bedrag) dan werd de betaling door de administratie van het bedrijf op de pud-
sue openstaande post (in dit geval dus: periode 2) afgeboekt. Door de snelle verzen
ding van een aantal nota's over 1970 in 1970 en 1971 als gevolg van achterstanden in
deze verzending (zie hierboven onder A) kon deze verwarring van perioden ook gemakke
lijk ontstaan. Ook is het vrij veelvuldig voorgekomen, dat iemand machtiging tot au
tomatische afschrijving van zijn girorekening gaf, maar dat de girodienst niet aan
een verzoek van het bedrijf om automatische afschrijving kon voldoen, omdat betrokke
ne geen voldoende saldo op zijn girorekening had. In zodanige gevallen is soms ver
zuimd de verbruiker hiervan op de hoogte te stellen. Een ander veel voorkomend mis
verstand is ontstaan, wanneer de gasnota's via een incasseerder werden betaald en de
incasseerder iemand niet thuis trof. In dat geval werd een briefje achtergelaten,
waarin verzocht werd het bedrag te gireren, Vaak is am dit verzoek, om welke reden
dan ook, helaas niet voldaan.
Naast misverstanden is bij een aantal perscnen toch ook sprake van misbruik.
Vaak is een groot aantal perioden niet betaald en dikwijls betreft het hier personen,
die bij het bedrijf als "moeilijke gevallen" bekend staan. Gesterkt door allerlei in
gezonden stukken e.d. ir, de pars betalen deze personen thans in het geheel niet of
slechts zeer moeizaam.
In december 5 972 zijn voor do nog openstaande poster, aanmaningen verzonden.
Daarna zijn alle aanwezige betalingsbewijzen (girostrookjes en door de gemeenteont
vanger afgegeven betalingsslips) par jaar alfabetisch geordend. Hierdoor werd het mo
gelijk de binnenkomende bezwaarschriften vlugger dan tot dan mogelijk was, af te doen.
Op de door het gasbedrijf verzonden aanmaningen zijn alsnog betalingen binnen
gekomen terwijl met eon aantal personen betalingsregelingen werden getroffen.
In het najaar van 1373 bleek dat een 200-tal debiteuren niet had gereageerd. De
ze debiteuren zijn in het tijdvak 1 oktober 1973-1 april 1974 door ons opnieuw aange
schreven om alsnog hun schuld aan het gasbedrijf te voldoen. Daarbij zijn - zo nodig
- betalingsoverzichten verstrekt en duplicaatmagazijnnota's toegezonden. De verzonden
brieven hadden betrekking op de volgende, op 31 oktober 1973 nog openstaande, posten:
gasdebiteuren 1969 tot en met periode 3/1971 rond 30.800,
magazijndebiteuren rond 8.700,
totaal V 39500,—
Op deze tweede aanschrijving is wederom een aantal verzoeken om inlichtingen
binnengekomen en afgedaan. Voorts heeft op deze posten tot en met juni 1974 betaling
tot een bedrag van 13.600,— plaats gevonden.
CHoe is de stand var, zaken nu?
Rekening houdende met bovenstaande betalingen, staan thans - voor zover het de hier-
bovengenoemde debiteuren betreft - nog de volgende bedragen open: