15. Beroepschrift van A. van der Zweep te Warga tegen wei
gering van een vergunning c.q. het verlenen van een
voorwaardelijke vergunning voor de verbouw van zijn
woning.
GEMEENTE IDAARDERADEEL ^an ,~[e gemeenteraad.
GROUW
No.: 2211 Grouw26 juli 1974.
Door de heer van der Zweep, Leeuwarderweg 18 te Warga is indertijd een
plan ingediend voor de afbraak van een ten zuiden aan zijn pand grenzende wo
ning en voor de bouw van een garage op de vrijkomende grond.
Tegen dit plan bestond bij de Provinciale Friese Schoonheidskommissie ern
stig bezwaar, omdat de bouwmassa zou worden beëindigd met een topgevel. Genoem
de commissie was van mening, dat de beëindiging van de zuidzijde van de over
blijvende woning van een dakschild zou moeten worden voorzien met als gevolg
een verlenging van bedoelde woning. Met dit standpunt konden wij ons uit wel
standsoverwegingen zeer wel verenigen.
Deze oplossing stuitte evenwel op financiële bezwaren van de aanvrager. In
verband daarmede is door de schoonheidscommissie een alternatief aan de hand
gedaan en wel in die zin, dat aanvrager de af te breken woning zou handhaven,
en in plaats van de huidige pui garagedeuren zou aanbrengen.
Hoewel dit alternatief naar onze mening niet erg fraai was, hebben wij bij
ons besluit van 1 april j.l. een vergunning verleend, onder voorwaardedat ge
handeld werd overeenkomstig het tweede advies van de schoonheidscommissie.
Uit een bespreking, welke onzerzijds daarop met aanvrager heeft plaats ge
vonden, is gebleken, dat deze ook tegen realisering van dit alternatieve plan
bezwaren had en om financiële redenen Sn uit hoofde van de omstandigheid, dat
hij dan een nieuwe lichtschepping in de zuidmuur van zijn woning niet kon rea
liseren
Wij hebben echter gemeend, de welstandseisen zwaarder te moeten laten wegen
dan de bezwaren van aanvrager, zodat wij hem bij brief van 15 mei j.l. he.oben
medegedeeld, dat wij ons eenmaal ingenomen standpunt niet konden wijzigen.
Onder dagtekening van 21 mei j.l. heeft de heer van der Zweep zich met een
beroepschrift - alhier ingekomen op 31 mei j.l. - tot uw college gewenc me ne
verzoek het oorspronkelijke plan alsnog goed te keuren en onze beslissing te
herzien.
Aannemende, dat appellant eerst op 15 mei j.l. met ons definitieve besluit
in kennis werd gesteld, is het beroepschrift binnen de voorgeschreven^termijn
van 30 dagen ingekomen, zodat appellant in zijn beroep ontvankelijk is.
Appellant heeft in zijn beroepschrift geen nieuwe argumenten naar voren
g0braDetcommissie voor administratief beroep heeft de heer van der Zweep op 9
-juli j.l. in de gelegenheid gesteld, zijn beroepschrift toe te lichten en ter
zake een rapport uitgebracht, dat als bijlage bij dit voorstel is gevoegd.
Zoals u moge blijken, is de commissie van mening, dat het oorspronkelijke
plan uit welstandsoverwegingen niet voor uitvoering vatbaar is en dat ons col
leqe terecht tot het verlenen van een voorwaardelijke vergunning heeft besloten.
De commissie geeft dan ook in overweging, onze besluiten te handhaven en
het beroepschrift ongegrond te verklaren.
Op grond van een en ander stellen wij u voor, overeenkomstig de suggestie
van de beroepscommissie te handelen en daartoe te nemen een besluit, waarvan
het concept bij de raadsstukken voor u ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders
der gemeente Idaarderadeel,
K.J.Vrijling, burgemeester.
D. Smits sekretaris.