Zeer waarschijnlijk heeft de heer Siekmans die destijds reeds als zodanig aan zo
mergasten verhuurd. Beide gebouwtjes verkeren in uitstekende conditie; zij kunnen
nog vele jaren mee.
Zou prof. Hoeksema alsnog een bouwvergunning krijgen, dein zullen deze twee
clandestien geplaatste gebouwtjes (5 en 6) worden afgebroken.
Zoals u bekend is, is het vroonschip, waarin de heer Siekmans woonde, reeds
verwijderd. De haven wordt nu gebruikt voor de kleine vlet, waarmee de heer Hoek
sema van en naar Grouw vaart.
Bekeken vanuit praktisch standpunt houden de plannen van prof. Hoeksema een
nogal aanzienlijke verbetering in van de bestaande situatie op de Birdskop: de
vervallen veestalling wordt vervangen door een in de omgeving passende zomerwo
ning, de twee clandestiene bouwwerken worden afgebroken, een oud hokje wordt op
geknapt en het woonschip is (reeds) verdwenen.
Ons bezinnend op het juridisch aspekt van hetgeen zich rond de onderhavige
bouwaanvrage heeft afgespeeld, mogen wij opmerken, dat wij bij ons besluit van 12
november j.l. de beslissing op de aanvrage hebben aangehouden, zulks op grond van
artikel 50, 2e lid van de woningwet. Dit artikel bepaalt namelijk, dat de beslis
sing wordt aangehoudenwanneer er geen grond isde vergunning te weigeren en
voor het gebied, waarin het bouwwerk zal worden uitgevoerd, voordat de aanvrage
is ingekomen een voorbereidingsbesluitals bedoeld in artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening, bekend is gemaakt, een ontwerp voor een bestemmingsplan of
voor een herziening daarvan ter inzage is gelegd, dan wel een bestemmingsplan of
een herziening daarvan is vastgesteld.
Aangezien naar onze mening met de hand op artikel 19, lid 1 van de "Nadere
bepalingen", behorende bij het oude bestemmingsplan, geen weigeringsgrond kon
worden geconstrueerd en een nieuw bestemmingsplan ter goedkeuring aan gedeputeer
de staten was gezonden (het zgn. deelplan 1 voor het buitengebied)konden wij
slechts tot aanhouding concluderen.
Gp 13 november j.l. hebben gedeputeerde staten het betrokken bestemmingsplan
goedgekeurd, echter met uitzondering van artikel 9, 2e lid, van de bij het plan
behorende voorschriften.
Aangezien het juist deze bepaling was, die Prof. Hoeksema in staat gesteld
zou hebben, de bouw van een zomerwoning te realiseren, is hij tegen het onthouden
van de goedkeuring op dit punt bij de Kroon in beroep gegaan.
Hij motiveert zijn beroepschrift onder meer met er op te wijzen, dat de be
zwaren van gedeputeerde staten tegen vermeld artikel 9, lid 2, zich ten principa
le niet richten tegen het toelaten van herbouw van bestaande bebouwing, doch tegen
de wijze, waarop dit in het bestemmingsplan werd geregeld. Bedoeld college geeft
namelijk de voorkeur aan een vrijstellingsbevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening.
Appellant verwijst bovendien naar het bestemmingsplan buitengebied - deel
plan 2 - waarin een soortgelijke bepaling als het gewraakte artikel 9, lid 2, wel
de goedkeuring van gedeputeerde staten verwierf.
Uit de adviezen van onze stedebouwkundige is ons gebleken, dat het vigerende
oude uitbreidingsplan in hoofdzaak - op grond waarvan de bouwaanvrage mede moest
worden beoordeeld - een gerede kans biedt, dat de heer Hoeksema in zijn beroep op
de Kroon in het gelijk zal worden gesteld, zodat hem over een of twee jaar alsnog
een bouwvergunning moet worden verleend. Uit de adviezen bleek namelijk, dat be
doeld uitbreidingsplan ten aanzien van de bouwplannen van de heer Hoeksema alleen
de maatvoering (afmetingen bouwwerk)regelt en niet het gebruik(veranderen van koe
stal in woning)Het nieuwe bestemmingsplan kent wel bepalingen omtrent het ge
bruik.
Verder is ons uit de adviezen van de stedebouwkundige gebleken, dat de
Kroon, behalve het beroepschrift, ook de overige bepalingen van het nieuwe bestem
mingsplan in haar ambtelijke beschouwingen kan betrekken. Dat kan er toe leiden,
dat het plan zo ingrijpend moet worden gewijzigd, dat daarvoor 2 a 3 jaren nodig
zijn. Met vervolgens de kans op vele bezwaarschriften, die op hun beurt weer voor
enige jaren vertraging kunnen zorgen.
Als ons dit zou overkomen - en de laatste mogelijkheid staat los van het al
dan niet gegrond verklaren van het bezwaarschrift van prof. Hoeksema - dan zijn wij
wel heel ver van huis geraakt.