Wij meenden dat wij dit moesten doen, en dat menen wij nog. Wij meen
den dat er open en eerlijk gepraat moest worden, omdat het besturen van
een gemeente een serieuze zaak is.
Wij menen, dat door middel van een open programoverleg de verschil
lende programpunten en meningsverschillen op de tafel moeten komen en
dat ze er niet onder mogen blijven.
Helaas hebben we moeten konstateren, dat niet iedereen en niet alle
partijen daar zo over denken. Gedurende het gehele programoverleg wat
bijna twee avonden heeft geduurd, vielen ons een paar dingen op:
1. het wel erg zwijgzame gedrag van de F.N.P. Zelfs over het Fries is
weinig konkreets naar voren gebracht;
2. het gedrag van de V.V.D. Gedurende nagenoeg het gehele programoverleg
waren de vertegenwoordigers van de V.V.D. opvallend stil of beperkten
zich tot wat opmerkingen in de marge. Zij vonden het kennelijk niet
nodig -of te gevaarlijk- om mee te doen in een diskussie over b.v.
raktiediciplinewaar met name het C.D.A. en ID'78 een aantal kriti
sche vragen hadden aan het adres van de P.v.d.A., vooral waar het be
trof een stuk eigen verantwoordelijkheid.
Wij vonden, met het C.D.A.het erg belangrijk, dat wanneer wij een
P.v.d.A. wethouder onze steun zouden geven, dat wij niet halverwege
de rit het risico zouden lopen een partijloos wethouder te hebben, wan
neer hij een partij-onwelgevallige uitspraak of keuze zou doen.
Bij deze voor ons toch wel principiële diskussie, evenals bij het punt
kollegevorming, toch wel een heet hangijzer in deze gemeente, had de
V.V.D. kennelijk geen behoefte aan duidelijkheid. ID'78 had die be
hoefte aan duidelijkheid wel. Tijdens het overleg deelde de fractie
voorzitter van de P.v.d.A. mee -na enige diskussie- dat de P.v.d.A.-
fraktie voor het vormen van een zogenaamd programkollege was.
Dit was een verheugende mededeling. Wel hebben wij nog de kritische
vraag gesteld of dit nu een principiële dan wel een gelegenheids-uitspraak
was. Duidelijkheid daarover hebben we nog steeds niet, de P.v.d.A.
schijnt te denken, over 4 jaar zien we wel weer, wie dan leeft, wie
dan zorgt.
Zo kwamen er meer onderwerpen aan de orde, zoals de onderwijsparagraaf
van het P.v.d.A. program. Bij dit alles zat de V.V.D. en hoorde en keek
toe, met zo nu en dan een randopmerking.
Voor een partij die zo principieel verschilt van de P.v.d.A. en zulke
andere doelstellingen heeft -en dit ook altijd luidkeels verkondigt-
is dit op z'nzachtst gezegd vreemd.
3. De houding van de P.v.d.A. fraktie.
De P.v.d.A. fraktie bleek in het programoverleg wel breid tot het wat
bijstellen van hun programma en tot het bijvijlen van de scherpe puntjes.
Kort samengevat: ze waren redelijk tot inschikkelijk. Al bleven er nog
wel v/at onduidelijkheden, wij hadden de indruk, dat er wel samengewerkt
zou kunnen worden. Programmatisch zagen wij geen te grote problemen.
Ook met betrekking tot het C.D.A. die de afgelopen 4 jaar het zittende
kollege loyaal had gesteund, konden wij naar aanleiding van hun gedrag
en inbreng in het programoverleg konkluderen, dat deze partij -anders
dan de V.V.D.- het aandurfde ook principiële zaken aan de orde te stel
len. Al met al, een houding waarvoor wij waardering kunnen opbrengen.