- 2 -
Dit wil niet zeggen dat wij de werkelijkheid niet onder ogen
moeten zien. Maar wanneer wij actief ons inzetten en daarbij inven
tief en creatief te werk gaan moet het zeker mogelijk zijn vele goede ver
worvenheden vast te houden.
Voor wat de gemeente Idaarderadeel betreft kan ik opmerken dat
1980 relatief gezien niet zo slecht is verlopen. De werkloosheid is
in 1980 weliswaar opgelopen van 2,2% van de mannen tot 4% en voor de
vrouwen 4,6% tot 9,2%.
Maar wanneer wij deze 4% respectievelijk 9,2% plaatsen tegen
over de friese gemiddelden van 9,8% en 13,3% dan wel tegenover de
lederlandse gemiddelden van 6,7% en 9,8% dan mag op grond daarvan onze
conclusie zijn dat 1980 weliswaar minder gunstig is geweest dan wij
hoopten maar anderzijds zeker minder ongunstig dan anderen vreesden.
Ook voor deze gemeente geldt echter dat het onbezorgde expansie-
feest ten einde is.
"De motor van de overheid is oververhit. Scherper dan vroeger
moeten prioriteiten worden gesteld. Juist daarom is het nodig dat de
overheid met minder geld de burger even goed en zo mogelijk beter van
dienst probeert te zijn" schrijft minister Wiegel in de K.v.T. bij de
begroting van zijn departement. En wie bedenkt dat de dienstver
lening voor een belangrijk deel op gemeentelijk niveau gestalte
krijgt weet dan tevens wat Den Haag van ons vraagt.
Meer doen met minder geld. Een aardige gedachte maar de ruimte
van de gemeentelijke middelen is beperkt. Het is daarom logischer
te veronderstellen dat minder geld van invloed is op de uitvoering
van de taken, hetzij in kwalitatief hetzij in kwantitatief opzicht.
En hoe triest dat voor ons ook moge zijn, het zwaartepunt van
kennis en geld en andere machtsmiddelen ligt bij de rijksoverheid en
er zijn maar weinig zaken waarvoor je niet te biecht hoeft bij de
Haagse heren of hun provinciale filiaalhouders.
Men mag daar dan tegenin brengen dat het decentralisatieproces
op gang komt maar het afschuiven van taken zonder geldmiddelen maakt
het onmogelijk dat die taken ter hand kunnen worden genomen.
Wij moeten dus kiezen, kiezen tussen belangrijke zaken die leuk
zijn, zoals bijvoorbeeld cultuur en sport en belangrijke zaken die
minder tot de verbeelding spreken zoals onderhoud van wegen.
Het kiezen van het toekomstig beleid moet tot stand komen op
grond van democratische regels. De beslissing van de meerderheid
naast begrip voor andermans standpunt zijn twee pijlers van ons demo
cratisch systeem.
Van een representatieve democratie schuiven we steeds meer in de
richting van een participatiedemocratie. Openheid en openbaarheid, het
betrekken van de burger bij zijn bestuur zijn goede zaken maar een
raad zal zich bij zijn keuze niet moeten laten leiden door de popula
riteit daarvan maar die moeten afstemmen op het totale gemeentelijke
beleid. En soms heb ik de indruk dat er voor een populaire zaal; harder
wordt gelopen dan uit een oogpunt van evenwichtige opbouw van het be
leid gerechtvaardigd is.