GEVEL
Lcovarjt*,
Aggaeu.s vim Hamorsler. Het huis lijkt dan
nog dezefde indeling te hebben. Ook won-
neer de erfgenamen van laatstgenoemde in
1738 de woning verkopen aan Colonel Eelco
van Glinstra, lijkt met een koopsom van
500(1 goudgulden de waardevermeerdering
binnen acceptabele grenzen te liggen. De
beschrijving van het interieur is uitgebrei
der maar de hoofdindeling is nog steeds die
van 1682: boven de begane grond één ver
dieping en een zolder. In 1795 lijkt het erop
of het huis in waarde is gedaald. Arend
Johan van Glinstra koopt drie vijfde deel
van het huis van de mede-erfgenamen van
zijn ouders. Hij betaalt daarvoor 2002 goud
guldens terwijl omgerekend de totale waar
de 3337 goudguldens bedroog
In 1811 werd het pand door de erven van
Arend Johan van Glinstra overgedragen
aan de echtelieden Jan Thomas Ferdinand
Huguenin, destijds Mnire van Sonnega, en
Lamberdina Henrietta Hubcr, beiden
woonachtig te Wolvega. De weduwe ver
kocht het huis op haar beurt rond 1834 aan
de goud- en zilversmid Pieter Adama H-Jzn.
Hy verwijderde hoogstwaarschijnlijk, gelet
op de neociassisistische stijl van de gevel-
lijst, de topgevels en liet een 19de eeuwse
lijstgevel aanbrengen. De befaamde teke
naar en schilder Willem Bartel van der
Kooi. van wie nog vele fraaie stadsgezichten
op het Gomeentearchief en het Fries
Museum worden bewaard, huurde liet huis
tot ca, 1833. Grietje Adama werd in 1888 de
nieuwe eigenaresse. Zij sloopte hel bouwsel
dat aan de oostzijde van de tuin aan de oude
Herengracht lag en dat als werkplaats van
Pieter Adama had gediend.
Een metamorfose
Nadat de gracht in 1894 was gedempt word,
om een betere rooilijn te krijgen een strook
grond van 190 m' voor 680 gulden aan de
stad overgedragen. Vanaf 1897 werd
Ossekop 11 gebruikt als kantoor en maga
zijn van de Leeuwarder Waterleiding
Maatschappij.
Daarna was het pand nog enige jaren in ge-
hruik als was- en strijkinrichting. In 1921
werd het zusterhuis van het nabijgelegen
Stadsziekenhuis. Bij een drastische verbou-
FYagment van de verbouwütgstehening van
het perceel Ossekop 1J uit 1920, waarop
weergegeven het frontaainiciu van voorde
verbouwing
wing kroeg liet gebouw een extra verdie
ping. Daarmee is de oorspronkelijke inde
ling helaas volledig verstoord. De toenmali
ge directeur van Gemeentewerken schreef
over de verbouwing; 'Het maken van een
keldertje van gewapend beton, een verwar
mingskelder met brandstofberging. Op den
beganen grond; een portaal met garderobe
en vestibule met trap, ontbijt- of conversa
tiezaal, keukentje en W.C., en 2 slaapka
mers voor te zamon bedden. Op de verdie
ping: trap. badkamer, leerkamer, W.C., 3 ka
mers elk voor één bed en 2 kamers elk voor
2 liedden, Op de 2e verdieping: trap. WC.. 2
kamers met elk één en 2 kamers met elk 2
bedden. Voorts een dienstboden kamer ho
ven de badkamer', In 1921 heette het, dat
het gebruik van het gebouw zeer goed aan
zijn bestemming voldeed: 'Van een oud uit
gewoond heerenhuis is e«n vriendelijk en
gezellig tehuis voor het verplegend perso
neel gemaakt'. Dat het voorkomen van het
pand in 1920/21 een ingrijpende metamor
fose onderging, valt eveneens te constateren
als wc een panorama foto uit 1877 van
Gerharda Henrietta MaUïjsscn (1830-1907)
vergelijken met een panoramafoto uit de ja
ren zeventig van de vorige eeuw.
Vóór 1920 telde het gebouw boven de bega
ne grond nog één verdieping met daar boven
een zolder voorzien van twee dakksyuiten.
Wat bouwhoogte betreft, viel Ossekop 11
bijna geheel in het niet by buurpand num
mer 9. Het huidige dak heeft een centrale
dakkiyuit en links bevindt zich een zijka
juit. Tuch zijn de verbouwers niet geheel
voorbij gegaan aan de historische kenmer-
J7
4
'4 r r
I L 4