Leovar^Èdi> y' KERKSTRAAT (KLEINE) Oneven nummer? 1 T. J. H, Woudstra,, winket, in vis 3 Feenstra, bakker Mi'j. E. i-eenstra, winkeljuffrouw J ALj K Feensira 5 J. van Gelderen, fabrttksarb. A tï. Troff. pakhuisknecht 7 K, A. H. v. d. Veer, drukker 1 i S. Tjepkema, meubelmaker 13 Wed. B. de Vries 13 Mej. S. de Vries, kantoorbed. !3 Mw H, de Vries, direcir, wasserij 15 H. j. van Apeldoorn, schilder lb H. ran Apeldoorn, schilder IP H. de Haan, stager IP s, de Haan, slager lObov. G, Hoekstra, betonwerker 21 j. Rutgers, stoffeerder 21 I W'ouda, winkel bed. 2| Wed. M, Wouda 23 C. Pruis, rijwiel- en motorhand. 25 E, v. d. Haak, kantoorboek hard, 35 S, Droogsma, werk lei der borstel- fabnek 35 H, var Dirk, borstelmaker 37 G. Kevt-rkamp, kweker 37 K. G, Boorsma, kweker 39bov. H, Kempes 39bov. j. v, d. Wijk 4lbov. W. Zijlstra, slager 4lbov. H, P. Zijlstra, slager 43 B, t loügterp. groente ban delaar 43 F. i\L Hoogterp, banketbakkerski); 43 F. M, Hoog terp, groente v er ter 45 t. de Groot, bakker Bewonem van de Kleine Kerkstraat westzijde, Adnsboek 1954 Cambuurstadion, vervolgers in de Wielen- polle achter de Tijnjedijk. Zo moesten velen nog jaren wonen in een - al voor de oorlog - onbewoonbaar verklaarde woning. De bordjes 'onhewonnbaar verklaard' waren meestal boven de voordeur bevestigd: niet alleen in de Boterhoek en de aangrenzende hofjes en gloppen, maar ook in het verleng de daarvan: heL Sint Jobsleen en de Groeneweg. En aan het Oldehoofster- kerkhof, waar zowel aan de oost- als zuidzij de huizen stonden. Aan do zuidzijde tussen het huidige café Belicvue (voorheen de Poort van Cleef) en waar nu het postkantoor is - was een steeg die naar de zo genaamde Witte Kouscnhuurt leidde, een 'vierkant' met onder- en bovenweningen en in het midden een bleek voor het drogen van was goed. Achter de huizen aan de oosLzijde van het plein stonden nog de huizen van het Heer Tvostraalje, hel verlengde van de Kleine Kerkstraat. Ook die huizen zijn ge leidelijk gesloopt: in de jaren zestig verdwe nen de laatste en heeft er op die plaats - nu een schuin aflopend grasperkje tussen par keerterrein en Heer Ivostraatje - nog tijde lijk een loods gestaan ten behoeve van het bodencentrum. Tot 1968: toen verhuisde het centrum naar de Tesselschadestraat. De omgeving van het Oldehoofsterkerkhof heeft heel wat Veren' moeten laten: de veer huizen van Kooitje aan de Buterhoek en Van Wijk aan de zuidkant van het plein, Nog voordat het bndenccntrum goed en wel was verdwenen, moesten deze ul plaats maken voor respectievelijk de nieuwe Provinciale Bibliotheek en de nieuwbouw van de toen malige Algemeene Friesche die aan de Nieuwestad in het Burmaniahuis gevestigd was en 'in de achtertuin' ging uitbreiden. Ouk do Witte Kousenbuurl viel hieraan ten offer. Het enige Veerhuis' dal bleef staan, is dat van Van der Rol iv/h Van Cleef) dat schuin in de zuidoosthoek van hel plein stond. Dit kreeg een bestemming als café (van Appie Scheer die voordien op de hoek van de Witte Kousenbuurl woonde) en is nu hy eetcafé liellevue getrokken. Mijn jeugd speelde zich vuur die afbraak af Mijn vroegste herinneringen gaan terug naar de kleuterschool De Lijster (voorheen de gemeentelijke bewaarschool l) bij de toen afgesloten ingang naar dc Prinsentuin tegenover de Doelestraat, De Fryske Akademv beperkte zich in die straat nog tol het Coulonbüs. De uitbreiding met een nieuw hoekpand (in 195G) heefl nogal wat voeten in de aarde gehad, omdat men hier een historisch pand - het Hemeltje van Anton ie Coulon - moest slopen. Notaris Nanne Ottenia had dat pand net als eerder hel Coulonhüs gekocht om zijn monumenta le waarde en het vlak voor zijn dood in 1955 voor het symbolische bedrag van een gulden overgedragen aan de gemeente in het ver trouwen dat deze het zou restaureren. Maar de gemeente brak het af: ik herinner het me alleen als het krot van Kutlejantsje die er met baar katten 'soms wel 301) leefde. Mijn vader kwam er 's ochtends op sutel- ronde met de bakkerskar aan de deur en dan wachtten de katten hem al op. In de va kanties ging ik wel met hem mee en leerde daardoor ook de Groeneweg, de Oude Nieuweburen en Achter de Witte Hand (een 'achteraf-utoogje tussen Nieuweburen en de voormalige Parkschool) kennen. De 'Nieuweburen' was voor de jeugd van de Boterhoek vijandig gebied: af en toe werd die vijand uitgedaagd evenals die van de Houtstraten, de Landbuurt of Achter de Hoven. Dan was het in die buurten al gauw bekend: de 'Butterhock' is in aantocht... Omdat ik bij veel 'Butterhoekers' op school en in de klas zat. speelde ik veel in die buurt. Op het terrein van de Provinciale Bibliotheek stonden nog huizen, onder an dere dat van torenwachter Visser, dat het langst is hljjven staan. Een van de hoijes was ondertussen afgebroken, naast het veerhuis van Kooitje. Daar had het onkruid vrij spel, al was er in wat in de volksmond het 'joadsje' genoemd werd, net genoeg gras om er een pony te laten grazen: de pony van groenteboer Zwarte Hennie uit de Bagjj- neslraat. Als zoontje van de bakker -de middensiand- boorde ik daar eigenlijk niet tc spelen, vond juf Bender die in diezelfde Bagijnestraut op de hoek van de Bagijnesteeg een particulier bewaarschooltje had dat de kinderen voor bereidde op de 'liofschool' aan bet Hofplein, de school van de Leeuwarder School Vereni ging waar de elite van de Nieuwestad op ging. Juf Bender, die klant bü ons was - zij woonde aan de Westerplantage - heeft te vergeefs geprobeerd mij op dat schooltje te krijgen. Hoewel je dat als middenstander niet mocht laten merken, waren ze bij ons thuis zo rood als een kraal. Vooral mijn opa van moeders kant, Pieter Boonstra, was een overtuigde sociaal-democraat, die in discus sies geen blad voor de mond nam. Hij was huisschilder en had zijn bedrijf, samen met zijn compagnon Jelle de Jong, in hel Sint Jobsleen, De Jong woonde boven de werk plaats: het huis dat grenst aan de tuin van het PrincessehoC staat er nog steeds en zou later dienen als woning van concierge Venema van het museum. Zo verinten als het er nu staat, zo strate gisch lag het toen; met uitzicht op het café van Piet Sonnega, de 'godfather' van de Butterhoek met daarnaast twee vrolijke huisjes van plezier. In een ervan woonde Dientje, wier ouders in de oorlog waren om gekomen hij hel bombardement van Rotter dam en van wie de mare werd verspreid dat zij hel voor een tientje deed. Toen mijn opa eens in mijn nabijheid daarover een anek dote zou vertollen, siste mijn opoe: Tiet, hou

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2000 | | pagina 25