LcovoCTU, x
soms uit de slaap. Het pakhuis stonk vrese
lijk, de zogenaamde ventilatiegaten in de
achlermuur verspreidden zn'n stank dat het
voor Trijntje en haar ouders geen pretje was
om in de tuin te zitten. 'Pa ging eens pools
hoogte nemen. Hij ontdekte in het pakhuis
een privaalton met een geïmproviseerde
ombouw. Die leek nodig aan verfrissing toe.
Van Lm gen beloofde beterschap. Op een
avond voerde hij de ton op een kruiwagen
af. Waar hij het geval geleegd heeft, laat
zich raden. Hij was noga! vlot terug. Pa had
ook nog een stapel dekens en kleren gezien.
Sliep Van Lingen hier 's nachts?' Het pak
huis is in het hegin van de jaren veertig al-
gebroken Het stukje grond kwam bij de
tuin van Blamhoft 'In de oorlog verbouwde
mijn vader hierop wat groente en tabak.'
Oliün en vetten
Op de hoek van Wijde Gasthuissteeg en
Grote Kerkstraat 43 -het monumentale
pand met de gevelsteen Aed Levwerd- was
de firma Greidanus, 'en gros en detail', ge
vestigd, Het was een handel in olitin en vet
ten. kultmiale en grutterswaren. Trijntje
Rlomhoff stapt opnieuw terug in de tijd: 'De
eigenaar, Johan Wilhelm Greidanus 1861-
1930), zat overdag in zijn mime kamer ach
ter de winkel. De jongste zoon, Willem, ging
gekleed in een donkerblauw kostuum. Op
zjjn achterhoofd hing een grote slappe vilt-
hoed. Regelmatig lag aan de wal van de
Wissesdwinger een olieschip. De schipper
en zijn mensen zetten de vaten aan wol. De
taak van de jonge meneer bestond uit het
vervoer van de vaten naar de kelderruimte
achter de winkel. Hij rolde met zijn voet de
vaten voor zich uit over het Schoenmakers-
perk. het Perkswaltje en door de Wijde
Gasthuissteeg, Als kind vond ik die dende
rende vaten angstaanjagend, vooral als je
net door de steeg liep. Kwajongens probeer
den wel eens een geintje uil te halen, maar
de jonge meneer aarzelde niet om een paar
flinke trappen uit te delen.' Men weet nu
ook waarom de Wijde Gasthuissteeg door
Leeuwarders wol het Peteroalysteegje werd
genoemd.
Hendrik Gemser was bij Greidanus in
dienst als gruttcrsleerling. Ilij moest kleine
hoeveelheden afwegen voor de afnemende
kruideniers. Het vouwen van de pond- en
halfpondzakken ging hein zo snel af, dat het
net machinewerk leek. De baas beval hem
tijdens het wegen van krenten, rozijnen en
zuidvruchten te fluiten, want dan kon hij
niet snoepen, Gemser kon hier later, toen hij
een kruidenierszaak dreef op nummer 51 in
de Grote Kerkstraat, smakelijk over vertel
len. Zo is het Trijntje Blomhoff ook ter ore
gekomen. De kruidenierszaak van Gemser
had op het eind van de Digte Gasthuissteeg
zyn achteruitgang met een plaats en een
pakhuis. De leveranciers kwamen via het
Perkswaltje om hun goederen af te leveren.
Trijntje Blomhoff; 'Het was een groot pand
en wel zo diep nis de Pijlsteeg lang is. Door
de voordeur in dc Grote Kerkstraat kwam je
-door mijn kinderogen gezien- in de mooiste
De Digte Gasthuissteeg ann het R-rkswaltje,
Ï983
kruidenierswinkel van Leeuwarden, een
Anton Pieckplaatje gelijk. Twee toonban
ken. een maalmachine voor koffiebonen met
groot wiel, een moderne en een ouderwetse
weegschaal. De talrijke koperen gewichten
werden dagelijks door het dienstmeisje, en-
der leiding van mevrouw Gemser, gepoetst.'
Trijntje herinnert zich mevrouw Elisabeth
Gemser-Van Smeden als een struise dame,
die 'skytekoan' was, zoals de mensen zeiden,
en met vaste hand haar uitgebreide huis
houden beheerde, 'Buiten de drie kinderen
Minne, Pieter en Caroline waren er com
mensaals in huis. De ongehuwde mijnheer
Anne Datema was handelsreiziger. Hij ver
liet 's morgens klokslag 9 uur het pand met
twee koffers. Een inwonende jonge onder
wijzeres was hem al voorgegaan. Zij aten
's avonds op hun eigen kamer.'
Het Nieuw Sint Anthony Gnatkuis aan het
Perkswaltje. ea. 1880
(foto; P. Oosterkuis, Amsterdam)